Mijn strijd voor abortus, Rein Bellens, Houtekiet, 2025 *****
Kroniek van een mijlpaal in vrouwenrechten, zo luidt de ondertitel van dit boek. Huisarts Rein Bellens is sinds 1980 bezig met de problematiek van ongewenst zwangere vrouwen. Een halve eeuw geleden was abortus een woord dat vermeden werd in het katholieke Vlaanderen. Dolle Mina’s die op straat ‘Baas in eigen buik’ scandeerden, dat was iets voor Nederland en meer specifiek voor Amsterdam of zo. Niet bij ons. Wie abortus wilde plegen én het zich financieel kon permitteren trok voor korte tijd naar het buitenland en zweeg achteraf.
Maar de problematiek trof Rein Bellens in het hart en tekende zowat veertig jaar van haar leven. Het abortuscentrum in Gent werd symbool voor opvang van zwangere vrouwen in nood.
Het resultaat is een gedreven boek over een engagement dat voor Bellens een jarenlange strijd opleverde met speurders, justitie, vonnissen en uiteindelijk… vrijspraak. Langzaamaan werd de tijd rijp voor een wettelijke regeling van abortus. Dat was even buiten de waard, met name koning Boudewijn I, gerekend. Die kon de wet niet ondertekenen wegens zijn gelovige overtuiging. De mini-koningskwestie werd een feit en door de toenmalige CVP-top handig opgelost.
Wie denkt hier bladzijdenlange feministisch gedram te lezen, getuigt van een vooroordeel de auteur onwaardig. Het boek is spannend opgebouwd en leest als een trein. Vol anekdotes zelfs, humoristisch bijwijlen en toch niets afdoend aan de aanhoudende strijd voor het beslissingsrecht van ongewenst zwangere vrouwen. Het toont ook het politieke leven achter de schermen, zeker in de christelijke rangen.
Geen overbodig boek. Niet louter een terugblik. Want de anti-abortusbeweging steekt terug de kop op en voelt zich meer gesteund dan de laatste halve eeuw het geval was. Ook de verlenging van de tijdsspanne voor zwangerschapsafbreking blijft een actueel politiek item in ons land. Goed is dat Bellens de zaken niet alleen vanuit het hart maar ook vanuit medische kennis goed onderbouwt.
En... het vermoeden is groot dat Rein Bellens geen fan is van een zaligverklaring van Boudewijn I.
Hoop, Over een verstandige verhouding tot de wereld, Philipp Blom, De Bezige Bij, 2024***
Dit boek laat zich lezen als een brief waarop filosoof Blom een antwoord probeert te geven op een vraag die hij voorgeschoteld kreeg tijdens een lezing. Kunnen we nog hopen in deze tijden?
Geen nieuwe vraag uiteindelijk want elke tijd bezit wel trekjes om hoop te doen omslaan in wanhoop. Hoop is een ouwe getrouwe in theologische en filosofische geschriften. Denk maar aan de akte van hoop bij de katholieken of het filosofische denkwerk van Ernst Bloch.
Voor Blom zijn er drie ‘wanhoopskreten’ in onze tijd: de opwarming van de aarde, de dramatische achteruitgang van de biodiversiteit en de gevolgen van digitalisering en kunstmatige intelligentie. Hij noemt ze de actuele apocalyptische ruiters.
Logisch dat Blom zijn uiteenzetting over ‘hoop’ koppelt aan zingeving. Met veel aandacht voor christelijke achtergronden en Griekse mythologie. Toch is zijn betoog ten gronde atheïstisch, zij het met respect voor wie kan geloven in religieuze zingeving. Terecht gaat hij in tegen nostalgie als een verlangen naar vroeger-toen-het-beter-was.
Wat is dan zijn uiteindelijke visie? Dat vraagt wat doorlezen en pas op het eind van het werk komt de sterkte. Tot bladzijde 100 (van de in totaal 173) is er eigenlijk een lange, en zichzelf herhalende intro. Een aftasten, wat persoonlijke verhalen en dwalen tussen hoop en zin.
Uiteindelijk gaat de twijfel over hoop gepaard met veranderingen waaraan mensen zich (nog) niet of moeilijk kunnen aanpassen. Dat leidt tot twijfel. Tot een herziening. Wat nu het geval is, en daar wacht Blom mijn inziens veel te lang mee, is dat de snelheid van veranderingen die impact hebben op de manier waarop het dagelijkse leven wordt geleid veel groter is dan ooit het geval was. Dat leidt tot een inertie, een re-actieve houding, afwijzen en angst. Dat tekent onze samenleving. Zijn andere stelling is dat wat nu de werkelijkheid is, ook iets anders kon geweest zijn. Dat dus ook wat niet is, kon zijn. En dat is een reden voor hoop. Nooit geloven in de fataliteit van hoe dingen gebeuren. Alles kan anders.
De gouden roos, Konstantin Paustovski, Uitgeverij Van Oorschot, 2025****
Een autobiografisch werk dat doet kennismaken met Oost-Europa, vooral Russisch en Oekraïns gebied, nog ver voor de oorlogstijd van nu. Paustovski is een denker, een schrijver en houdt van onderweg zijn zonder grote onkosten. Op die manier ontmoet hij omgevingen, komt hij vreemde personages tegen en leert hij bij over de oorsprong van taal.
Want precies dat maakt het boek uit. Zoals de uitgever zegt: ‘Notities over het werk van een schrijver.’
De taal is enigszins breedsporig, soms wat archaïsch, maar mooi van stijl. De auteur denkt na over het schrijverschap, citeert een aantal schrijvers zoals Poesjkin, Toergenjev, Tolstoi, Victor Hugo en HC Andersen. Prachtig is het beschrijven van verbeelding en hoe een schrijver, eenmaal aan het schrijven, soms zelf verbaasd staat van wat ‘zijn’ personages zeggen. Alsof een leven ontstaat vanuit de pen of pc. Paustovski pleit voor contact, voor kijken en onder mensen zijn. Geen ivoren toren als summum van ‘het’ schrijverschap. Eerder je mengen, ondergaan, onderweg zijn en zien en vooral het ongeziene gewone opmerken.
Een prachtig boek. Van Paustovski zal ik nog meer lezen.
De archeologie van het verlies, Sarah Tarlow, Uitgeverij Van Oorschot, 2025**
Misschien was het een waarschuwing. Voor liefhebbers van ‘Het zoutpad’ werd vermeld op de backcover. Gezien de commotie hierover kon het gelden als een oranje vlag op het strand.
Daarnaast las ik evengoed ‘H is voor havik’, als een soort gelijkaardig boek. Dat laatste boek is en blijft een van mijn favorieten. Daarom dus las ik Tarlow.
‘Het zoutpad’ heb ik niet gelezen en ben dat eerlijk gezegd niet van plan.
Tarlow is een archeologe, gespecialiseerd in omgang met doden en rituelen omtrent dood.
Het boek is een autobiografie toegespitst op het overlijden van haar man en dat overlijden wordt gekoppeld aan haar academische kennis over dood.
Ze beschrijft in detail hoe haar man aftakelde, zij afzag met de zorg daaromtrent en door haar carrière moeite had om die zorg vol te houden. Een rauw en onverteerd verhaal die voor de auteur een vorm van biecht is.
De afwisseling met haar vakkennis is soms bevreemdend en het boek is ook een opeenvolging van herhalingen. Wat misschien eigen is aan een ‘onbekend’ ziektepatroon waaraan haar man leed, maar uiteindelijk ook de lezer verveelt.
Los van het feit dat deze archeologe beter eens wat meer kennis zou mogen opdoen omtrent de actuele euthanasieregels in landen buiten de VK. Wat ze schrijft over België klopt absoluut niet.
Met andere woorden: lees ‘H is voor havik’.
De heilige van de berg van Koya, Kyoka Izumi, Cosimo, 2024****
Een rondtrekkende monnik vertelt een verhaal aan een kompaan die hij toevallig ontmoet. Hoe hij de berg van Koya beklom en te maken kreeg met het vreemde aan wat leven kan zijn. Is het een sprookje? Een fantastisch verhaal? Een mythe?
Alles begint simpel. Bijna te simpel. Maar dan beleeft de monnik avonturen die zelfs het niveau van het avontuurlijke overstijgen. Er is het reële en het irreële. Hij ziet niet wat hij ziet. Iets ontsnapt aan zijn beeld en wat hij meemaakte, klopt nergens.
Het boek telt nauwelijks honderd bladzijden maar is qua literair gehalte enorm. Alsof elk woord gewikt en gewogen werd naar Japanse normen. Daarom alleen al een trouvaille.
Dit boek lees je niet. Dit oeuvre herlees je beetje bij beetje zoals een Japans theeritueel.
Het bewijs van mijn onschuld, Jonathan Coe, De Bezige Bij, 2024****
Hartje Engeland en dus hartig wat betreft Britse humor, zeker als Coe de auteur is. De koning, de overleden koningin, de adel, de premier genaamd Liz Truss… zijn aanwezig in deze soap. Hoofdthema is de oprukkende verrechtsing maar dan vertaald in een moordend complot. Daardoor wordt een extra factor spanning ingebracht wat het politieke statement van de auteur eigenlijk meer kracht geeft en absoluut saaiheid vermijdt. Maar dat is exact wat Coe kan. Moeiljke thema’s op een bijtende, humoristische plaatsen in een to he point neergezette tekst.
Het boek is briljant in alle eenvoud en zeer doordacht gestructureerd. De taal die wordt gehanteerd is niet complex maar toch vraagt het verhaal de nodige aandacht van de lezer omdat er behoorlijk gespeeld wordt met het element tijd. Niet onbelangrijk omdat politieke stromingen niet zomaar ontstaan maar lange tijd onder de radar blijven groeien tot een idee opeens stem en weerklank vindt.
Vandaag is geen dag voor verraad, Robert Pollack, Ambo/Anhtos, 2025**
Dit boek lijkt qua thema wel een copycat van de vorige (‘Het bewijs van mijn onschuld’, Jonathan Coe). Op een andere manier wordt hier evengoed de infiltratie van het rechtse denkgoed beschreven. Het verhaal speelt zich af in Nederland en de timing is perfect met figuren als Wilders en Schoofs in de reële politieke wereld van onze noorderburen. Er ontstaan roerige tijden en in Nederland is een staatsgreep op til. Twee figuren bekijken dit vanaf de zijkant wegens een opname in een ziekenhuis. Riem is een kunstschilder en bevriend met een jonge man genaamd Kai. Werner is een advocaat en bevriend met de schrijfster Moniek. Uiteindelijk blijkt die laatste de spindoctor te zijn van de rechtse rebel die aan de macht komt.
De ziekenhuiskamer wordt op die manier een miniatuurtheater waar de dialogen, het begrip, de zorg, de liefde, het onbegrip en woede zich tussen een vijftal mensen afspelen.
De plot is goed. Het verhaal enigszins ongeloofwaardig door te karikaturaal neergezet. In tegenstelling met Jonathan Coe ontbreekt humor als ontlastend gegeven.
Desalniettemin een aangename kennismaking met auteur Pollack.
De bijensteek, Paul Murray, Meridiaan Uitgevers, 2024***
Dit is geen boek. Dit is een deel van een leven meegedeeld en die ook weer een deel van je tijd opvraagt. Het gaat om een turf van meer dan 800 bladzijden. Na het lezen is er vaak een gevoel van waarom het niet beperkter kon. Had het oeuvre aan waarde verloren met 200 bladzijden minder? Maar Murray is een Ier en houdt van vertellen. De lijnen zijn breed, warrig, dwalend en keren terug bij tijd en wijlen.
Dat is misschien ook het leuke. Je gaat op reis met een boek in je zetel.
Ierland blijft een land in gevecht met zichzelf. Het verleden, het loswerken, de taboes, het willen vertellen, het ruige landschap geeft Murray een ongezien decor. De bijensteek is te vatten als een metafoor. Wie is wanneer gestoken door een bij? En was die steek effectief de aanzet om een leven om te gooien, om de twijfels de bovenhand laten krijgen?
Daar toont Murray zich als meester-schrijver. Mensen en hun visie zijn nooit zekerheden. Ze zoeken, landen, vliegen of... steken.
Enigszins overdreven vond ik het missen van elke interpunctie in grote delen van het boek. Als lezer gaf het mij geen meerwaarde behalve wat verwondering en een zich afvragen of dit nodig was of een zetfout.
Het boek vraagt geduld. De eerste 300 bladzijden zijn niet gemakkelijk verteerbaar maar dan komt de cascade. Een stroomversnelling die tot op het einde geen anticlimax kent en geloofwaardig blijft.
Digital Fortress, Dan Brown, Corgi Book , 1998**
Een minder bekend boek van Brown, bekend geworden door werken en verfilming van De Da Vinci Code, Inferno, … waarin Robert Langdon verzeild geraakt in intriges te maken met kerk, museale achtergronden, internationale samenzweringen.
Dit is een van zijn eerste werken, toevallig op de kop getikt in een Aziatische luchthaven. Beter kan het niet worden. Geen Robert Langdon hier maar wel een vrouwelijke hoofdrol voor Susan Fletcher. Een briljante wiskundige en code-ontcijferaar.
Het boek speelt zich af in Fort Meade (Maryland, VS) maar brengt de lezer ook naar Sevilla en zelfs naar Tokio. Alles speelt zich af in de eerste jaren van digitale netwerken, beveiliging en enigma’s. Tot in Fort Meade de vrees ontstaat dat iemand in staat is om een onbreekbare code te maken waardoor alle computers tilt slaan. Iets waaraan Fletcher twijfelt. Elke code is te breken, te ‘vertalen’, de een al wat moeilijker dan de andere. Maar krachtige netwerken kunnen meer dan wat mensen deden in de Tweede Wereldoorlog.
De spanning stijgt in Fort Meade, het digitale fort van de VS. Waar ligt de oorzaak? Technisch? Een virus? Een logistiek medewerker die files verplaatst?
In de vorige eeuw was dit wellicht een boek waar computerfreaks dol op waren. Nu lijkt het bijna op coderen op z’n middeleeuws. Leerrijk is het wel. Gemakkelijk ook om door te lezen in Engels. Prima vliegtuiglectuur en ietwat old-fashioned.
De nachtvissers, Cristina Cassar Scalia, Uitgeverij Marmer, 2025***
Alles speelt zich af in Sicilië en dus geeft deze politieroman een mooie en aparte inkijk op het Italiaanse eiland. Vanina Guarrasi is commissaris in Catania, niet ver van de Etna. Een oude stad en misschien wel mooier dan Palermo. Niet alleen wegens de ligging maar ook door buurten die nog altijd het oude leven uitademen. Catania is stukken rustiger dan Palermo.
De auteur zorgt er in alle geval voor dat vrouwen op veel vlakken goed in beeld komen. Guarrasi, de hoofdfiguur, is verknocht aan lekker eten en sigaretten. Dat maakt het enerzijds plezant maar teveel van het goede leidt tot verveling. Dat is misschien wel de belangrijkste kritiek. Alles wordt te stereotiep beschreven. Overigens zijn de dialogen veel te lang uitgesponnen met te veel herhalingen op te korte tijd. Af en toe dus enorm veel onbelangrijke details. Er is geen sprake van het-witte-zakdoek’ systeem. Hier komt een box van cleaners op je af die de plot niet vooruit helpen.
Toch blijft het geheel goed leesbaar, maffia en corruptie blijven een topic. Op het einde komt er toch een mooie twist.
Wie reisplannen heeft naar Sicilië leert zeker veel bij over de lokale keuken. Die wordt smakelijk beschreven.
De laatste gelofte, M.W. Craven, Luitingh-Sijthoff, 2025****
Een eerste kennismaking met een auteur die intussen een aantal titels op z’n lijstje kan zetten. Blijkbaar met succes. Hoofdfiguren zijn Washington Poe en Tilly Bradshaw. De misdaadplaats ligt om en rond Gretna Green in Schotland. Een seriemoordenaar slaat toe. Een scherpschutter en dat is voor Washington Poe een pijnlijke herinnering aan oorlogstijden. Hij lijdt aan PTSS en volgt daarvoor ook therapie.
Beetje bij beetje wordt duidelijk hoe de moordenaar toeslaat.
Hoe levens worden geriskeerd en hoe dankzij snel inzicht een plan ontstaat. De tekst is in supermodus geschreven, vrij resoluut van taal, maar ook daarom snel leesbaar en grappig. Een thriller met aandacht voor evenwicht tussen man en vrouw, eigentijds, Schots en dus soms wat scheef. De auteur gaat ook de moeilijke verhoudingen tussen staat, hiërarchie binnen het politiesysteem en de moeite om het publiek te bereiken, niet uit de weg.
Intussen al bezig met de tweede van Craven. Met een andere hoofdfiguur.
Als bloed bevriest, Yrsa Sigurdardottir, Cargo, 2025*
Altijd trekt het noorden me aan. Scandinavië is een kweekput van diverse crimi’s, thrillers en romans met een spannende toon.
De setting is veelbelovend. De entry lijkt te gaan voor de verwachtingen die (uiteraard) hooggespannen zijn.
Niets van. Er komt een amalgaam van toestanden, warrige complotten en een veel te veel aan visnetten die niets boven halen.
Absoluut gemis in soberheid van denken.
Het boek dat uiteindelijk als crimi de bedoeling heeft om boeiend te zijn, miste alle doel. Dit boek was werkelijk wel het slechtste ooit dat ik las van IJsland.
Op locatie. De boekvoorstelling vindt plaats in Het Predikheren, Zaal Mandela. De deuren openen om 19u45. Het programma start om 20u.
Een feestelijke avond ter gelegenheid van de boekvoorstelling Mixtape. Freek Mariën en Carl von Winckelmann van Het Kwartier schreven samen dertien korte op zich staande theaterteksten. Het zijn minidrama’s, korte stukken, scenische reducties en bagatellen, dramatische minimal art. Deze teksten bundelen we in Mixtape. Geen grote verhalen maar de kleine dingen van elke dag. Elke tekst is een nieuw verhaal, een andere wereld. Het ene moment zit je in de jungle van Bolivia, het volgende op de schoot van een bejaard koppel. We reageren op de actualiteit of puren uit het eigen leven. Het zijn mijmerende monologen, vinnige dialogen of stiekeme brieven. Of het nu gaat over tijgerpythons, overspel of de politiek, Mixtape is theater in zijn puurste vorm. Geen decor, kostuum of indrukwekkende lichtshow. Sterke teksten en straffe spelers want soms is dat meer dan genoeg.
Bij elke theatertekst zochten wij een passende illustratie die reageert op en speelt met de inhoud. Voor de boekuitgave organiseerden we een wedstrijd voor illustratoren. Een open call en een concrete opdracht aan de leerlingen van TSM Mechelen leverden tientallen illustraties op waaruit we er zestien selecteerden. Op de boekvoorstelling onthullen we die selectie, proeven we van wat tekstfragmenten, luisteren we naar enkele begeesterde vertellers en genieten we van een soundscape op maat van de avond.
! De boekvoorstelling vindt plaats in Het Predikheren, Zaal Mandela. De deuren openen om 19u45. Het programma start om 20u. Schrijf je in via deze link. Speciaal voor jou signeren we het boek dat voor de eerste keer publiek wordt gemaakt. Nadien enkel en alleen via Het Kwartier te bestellen of te koop in boekhandel De Zondvloed (mail naar bestelling@dezondvloed.be om je exemplaar te reserveren) .
Een samenwerking van Het Kwartier, Het Predikheren en boekhandel De Zondvloed.
12 september om 20 uur komt schrijver, dichter en historicus Serge van Duijnhoven zijn nieuwe boek voorstellen. Hij belooft een geanimeerde avond voor poëzieliefhebbers, met persoonlijke verhalen en gedichten naar aanleiding van het verschijnen van zijn 'Magnum Opus': Nooit Meer Zo Nu. Een bloemlezing van zijn werk aangevuld met nieuw werk: een kosmische explosie van “spontaneous prose”, Engelstalig met een typografische, bijna illustratieve inslag. De bundel is de eerste uitgave van de nieuwe uitgeverij Exupéry & Company. Inschrijven kan via deze link (werkt de link niet, geef dan zeker een seintje aan bestelling@dezondvloed.be).
'Nooit Meer Zo Nu' werd een dwarsdoorsnee van zijn werk, oude en nieuwe poëzie, die uitnodigt om de wondere binnenwereld van Serge beter te leren kennen. Serge heeft een heel eigen stem in de Nederlandse poëzie en deze bundeling van zijn werk dient als microfoon.
Wie is Serge van Duijnhoven?
Dichter en podiumbeest. Wizard of Oss (geboren aldaar in 1970), alchemist van het woord, derwish van verlangen, oorlogsverslaggever, schrijver van filmscripts, pionier op het gebied van de techno-poëzie. In de jaren negentig maakte hij in Nederland en Vlaanderen furore met het tijdboek MillenniuM en, ver daarbuiten, met zijn band Dichters Dansen Niet (Poets Don’t Dance). Van Duijnhoven won de Nova Makedonia Award, en was een van de passagiers aan boord van de Literature Express Europe 2000, verbleef in Armenië, Frankrijk en de VS als writer in residence. Negentien jaar lang woonde hij in Brussel, waar hij werkte als verslaggever. Op 5 september 2025 verschijnt een monumentale nieuwe bundel van Van Duijnhoven: Nooit meer zo nu. Een klapper van 330 pagina’s, tevens de eerste uitgave van de B.V. Exupéry & Company.
16 oktober om 20 uur zetten we onze psychologiereeks verder met Nele en Wouter Stinckens. Zij zijn beiden psychotherapeut gespecialiseerd in het begeleiden van mensen bij verlieservaringen. De broer en zus zullen naar aanleiding van hun nieuwe boek worden geïnterviewd door Kathy Van Crombruggen, erkend klinisch psycholoog, haar praktijk is in Mechelen: www.vividus.be. In "Tot de dood ons niet meer scheidt. Omgaan met de rimpelingen van rouw en verlies" gaan zij dieper in op rouwverwerking, een thema waar zij zich zowel professioneel in hebben verdiept, als ervaringsdeskundigen in zijn.
Het verlies van een dierbare raast als een storm door je lijf en leven. Het tast je bindweefsel aan en trekt breuklijnen door de verschillende dimensies van je bestaan. Rouwen plaatst je voor de uitdaging om jezelf heruit te vinden, relaties met anderen te herschrijven en je leven in een nieuwe plooi te leggen. Door de pijnlijke belevingen en de existentiële uitdagingen die hiermee gepaard gaan te omarmen, kun je groeien en kan de dood tot leven komen.
Met een verlies gaat ook een vertrouwde relatie verloren. Slaag je erin deze relatie te verinnerlijken als bron van troost, houvast of inspiratie, dan stut en stuwt deze symbolische band ook de relatie met jezelf. Je ontdekt dat je meer bent dan wat je verloor en dat liefde meer is dan krijgen wat je nodig hebt.
Met Tot de dood ons niet meer scheidt werpen Nele en Wouter Stinckens licht op de zichtbare en onzichtbare rimpelingen die verlies teweegbrengt, om rouw meer behapbaar en invoelbaar te maken. Een boek voor wie rouwt en rouwenden nabij wil zijn.
Zit je zelf met vragen rond het thema? Heb je nood aan een luisterend oor of om een avond met gelijkgezinden door te brengen? Wil je je verdiepen of gewoon komen luisteren? Schrijf je in via https://forms.gle/9qt7bMuDGHao8fWi6 of via bestelling@dezondvloed.be.
Nele Stinckens is docente en onderzoekster aan de afdeling Klinische Psychologie van de K.U.Leuven en coördinator van de Postgraduaatopleiding Cliëntgerichte Psychotherapie K.U.Leuven.
Wouter Stinckens volgde een opleiding als gestalttherapeut en existentieel therapeut en verdiepte zich verder in emotion-focused therapy.
Kathy Van Crombruggen, erkend klinisch psycholoog, heeft haar praktijk in Mechelen: www.vividus.be, en begeleidt al jaren onze psychologiereeks. Ze deelt haar kennis door de nieuwste boeken uit het psychologieveld voor te stellen en nodigt interessante sprekers uit die expert zijn in hun veld, en een boeiende blik werpen op uiteenlopende thema's.
Woensdag 24 september om 20 uur bent u van harte welkom op de boekpresentatie van Passage Parijs. Auteur Dirk Leyman neemt je samen met interviewer van dienst, Pat Donnez, mee op reis in een boek met 30 wervelende verhalen en hoofdstukken om te verdwalen in Parijse straten en hun literaire geschiedenis. Hou je van Parijs en van boeken, schrijf je dan nu in en kom naar ons literaire café: https://forms.gle/HJQAM45414jaxsKn8
Leyman wekt talloze literaire locaties tot leven en legt hun geheimen bloot. Hij neemt je op sleeptouw door het Parijs van vermaarde Franse en internationale schrijvers, filosofen en cultauteurs. Van Charles Baudelaire tot Michel Houellebecq, van Françoise Sagan tot Georges Perec, van de surrealisten tot Colette en James Baldwin, en met onder meer Marcel Proust, Georges Simenon, Jean Rhys, Samuel Beckett en de passages van Walter Benjamin.
Hoe eenzaam was de jonge Paul Auster in het Parijs van de jaren zeventig? In welk luxehotel werkte George Orwell als bordenwasser? En hoeveel weerstand ontmoette Marguerite Yourcenar als eerste vrouw in de Académie française? Leymans eigenzinnige parcours voert ons door een dag en nacht zinderende stad waar op elke straathoek, avenue en boulevard markante schrijvershistories voor het grijpen liggen. Elke pagina laat je proeven van het 20ste-eeuwse literaire Parijs. Het ruim geïllustreerde Passage Parijs serveert met diepgaande essays, en uitgekiende adresgidsen een ware literaire promenade door de lichtstad, in het spoor van de grootste auteurs.
Een onmisbaar boek voor elke Parijsliefhebber, dus - en niemand beter om met de auteur in gesprek te gaan dan Parijsliefhebber Pat Donnez.
Een avond om niet te missen, kortom. De voorstelling is 5 euro, reserveren is aangeraden: schrijf je in via de link of stuur een mailtje naar bestelling@dezondvloed.be om je te verzekeren van een plekje. Wees welkom!
Dirk Leyman is literair journalist, interviewer en essayist. Hij werkt al vijfentwintig jaar voor de krant De Morgen en brengt er auteursinterviews, reportages en recensies. Hij schrijft voor talloze andere publicaties, in hoofdzaak over Nederlandse en Franse literatuur, reisliteratuur en de boekenwereld. Daarnaast publiceert hij over fotografie en expo’s. Zijn stukken verschijnen ook geregeld in Het Parool.
Leyman stelde twee literaire stedenboeken samen: Gent, de dubbelzinnige (2000, met Marco Daane) en Nice, muze van azuur (2004). In 2015 verscheen het uitstekend onthaalde Lezen, een gebruiksaanwijzing: De wereldliteratuur in vijftig personages, met tekeningen van Brecht Evens. In 2016 publiceerde hij Europe Express, een tijdreis langs de toeristische Europese hotspots van weleer.
De auteur studeerde politicologie, literatuur- en theaterwetenschappen aan de Universiteit Gent en woont momenteel in Antwerpen. Hij gaat zo vaak mogelijk naar Parijs.
Pat Donnez is een meester van vele ambachten. Zijn radioprogramma’s en podcasts op VRT – Radio 1 en Klara – worden geprezen en zijn bekroond. Titaantjes, Het Leven en Lijden van Godfried Bomans, Bromberen, Piazza, Zot van Elsschot, Dat heet dan gelukkig zijn, Berg en dal. Voor zijn radiowerk kreeg Pat Donnez onder meer de Prijs van de Radio- en Televisiekritiek, de ANV-Visser Neerlandia-prijs, de Noord-Zuid-trofee en werd hij genomineerd voor de Prix Europa en de Prix Italia.
Na zijn carrière bij de radio, legt Donnez zich toe op schrijven, interviewen, performen en lezingen geven. Zijn laatste roman Het interview werd lovend ontvangen. De Noordelijke Dagblad Combinatie in Nederland noemt het een literaire sensatie.
Pat Donnez toert langs velden en wegen met zijn voorstellingen. Hartstocht is een theatersolo over liefde, passie, dood en andere ongemakken. En in Anything Goes geeft hij samen met de Zuid-Afrikaanse vocaliste Tutu Puoane een spoken word concert over onvergetelijke jazzvrouwen en hun songs.
Bovendien geeft Pat lezingen, interviewt hij in binnen- en buitenland en modereert hij debatten, zoals hij ook nu zal doen tijdens het gesprek met Dirk Leyman. Voor VRT MAX brengt hij Poëzie met Pat en marathoninterviews in Van A tot Z.
In het boek Berg en dal, een gebruiksaanwijzing bij het leven (2023) blikt Pat terug op memorabele ontmoetingen en gesprekken. Met Selah Sue, Freek de Jonge, Khalid Benhaddou, Alicja Gescinska, Philippe Herreweghe, Remco Campert, Lize Spit, Michael Van Peel, Dirk De Wachter, Zwangere Guy, en vele, vele anderen.
Pat was de eerste stadsartiest van Mechelen. Hij noemt zichzelf een volbloedkakker, supporter van Malinwa dus, met een warm hart voor de andere club in de stad, Racing.
Donderdag 11 september om 20 uur mogen we Aleksandr Skorobogatov verwelkomen. Hij komt zijn nieuwste roman "Achter de donkere wouden" voorstellen. Hij nodigt jullie uit om mee in zijn verhaal te stappen tijdens een persoonlijk interview met Tine Danckaers (Mo* Magazine). Ben je er graag bij? Schrijf je in via deze link https://forms.gle/3EwHz7dXrasQfEma8.
Achter de donkere wouden is een roman over het verlies van een kind en de morele ineenstorting van een natie. Het is tegelijk een intieme, hartverscheurende brief van een vader aan zijn vermoorde zoon, en een vlijmscherpe analyse van het Rusland van Poetin waarin geweld en onverschilligheid de norm zijn.
De roman vertrekt vanuit een van de grootste angsten van elke ouder. Twintig jaar na de ontvoering en moord op zijn vijftienjarige zoon nabij Moskou, schrijft de auteur een laatste, onvermijdelijke brief. Het is een literaire poging om het gesprek dat nooit afgerond kon worden, voort te zetten. Hij onderzoekt het moment van het verlies: wat gebeurde er precies, hoe was dit mogelijk en hoe vind je de kracht om verder te leven? Dit diep persoonlijke verhaal over rouw, schuld, herinnering en onvoorwaardelijke vaderliefde is universeel en zal lezers diep in het hart raken.
Achter de donkere wouden is meer dan een persoonlijk rouwproces; het is een vlijmscherpe dissectie van een gecorrumpeerde samenleving. Skorobogatov toont een Rusland waar geweld genormaliseerd is en de grens tussen misdaad en macht is vervaagd. De roman stelt indringende vragen over collectieve schuld, morele verlamming en het oorverdovende zwijgen van een samenleving die ontmenselijking als de norm is gaan beschouwen. Het is een boek dat de wortels van de huidige Russische agressie blootlegt en pijnlijk actueel is.
De roman raakt aan universele thema’s: rouw, vaderliefde, schuld en herinnering. Een intieme roman met maatschappelijke urgentie – en een literair monument voor een kind dat nooit vergeten mag worden.
‘Het heeft me twintig jaar gekost om de kracht te vinden Achter de donkere wouden te schrijven, een roman over ons leven in Georgië en Rusland, over wat er met mijn zoon gebeurde tijdens de laatste nacht van zijn leven, wie mijn jongen ontvoerde en vermoordde, waarom zoiets afschuwelijks kon gebeuren. Maar ook over wat een prachtige jongen hij was, nog steeds is, en voor altijd zal blijven.’ – Aleksandr Skorobogatov
Editie mei 2025
Taal is een kat, Ann De Craemer, Atlas contact, 2025***
Deze germaniste is bezeten van taal wat op zich bijna een tautologie is. Deze kennismaking met een vrouw vol weetjes over taal was leuk, boeiend en nooit belerend. De Craemer schrijft romans, won met haar prozadebuut Vurige tong de Bronzen Uil Publieksprijs (2011). Ze is een West-Vlaamse en dat merk je naderhand ook wel in dit boek.
Taal is een kat bestaat uit een aantal columns o.a. verschenen in De Morgen en Onze Taal. Altijd gaat het over taal en taalgebruik en taalgebruikers. Die combinatie maakt dat alles leesbaar en verteerbaar is. Niet te vergelijken met een schoolse les Nederlands. Bijwijlen grappig, ontroerend, herkenbaar, krachtig en uiteraard naar taalgebruik en stijl correct.
De auteur houdt van dialecten en beschouwt deze als een vorm van erfgoed. Ze grapt in het West-Vlaams, houdt een pleidooi voor het Zuid-Nederlands als de noorderburen dwars liggen, maar laat ook toe dat taal mag en moet evolueren door andere maatschappelijke gebruiken of vooruitgang op domeinen zoals bijvoorbeeld techniek, wetenschap of medische kennis.
Dat verklaart de titel van het boek. Taal is lenig als een kat en past zich aan als de omstandigheden veranderen. Zo is taal altijd een teken des tijds van communicatie in die betreffende tijd.
Mooi is ook hoe ze vertelt hoe een ‘aangelande’ kat haar na een depressie weer tot schrijven bracht. Al spreken katten - voor zover ik weet - geen Nederlands kon non-verbale communicatie haar toch aanzetten tot woordproductie.
Ik hou mijn kat in de gaten en beschouw het boek als aanrader voor wie een hart heeft voor taal, taalkundig is en van grappig West-Vlaams houdt.
Heelal van papier, Koen Vergeer, Atlas Contact, 2025**
Deze auteur is zot van auteurs. Zodanig zelfs dat zijn heelal gevuld wordt, niet van papier maar wel van woorden op papier over en van 'grote' auteurs.
Vergeer schrijft brieven naar schrijvers en denkers van vroeger en nu. Schrijvers die met hun schrijven een ruimte creëerden waarna het denken en gedachtengoed een nieuwe start kon maken. Zo schrijft Vergeer brieven naar o.a. Harry Mulisch, Rainer Maria Rilke, Friedrich Hölderlin, Lucebert, Joost Zwagerman... Ieder hoofdstuk in dit boek is een brief naar een bepaald figuur voor wie Vergeer een boontje heeft.
Lezers raad ik aan om de inhoudstafel te lezen. Als niemand van de geadresseerden je iets zegt, dan is de grandeur van Vergeer niet aan jou besteed. De auteur focust op zijn interesse. En als hij dat doet, doet hij het zeker goed. Schrijven gaat hem af.
Af en toe wil hij, al spelend, de overtreffende trap bereiken. Maar als die trede een stap te ver wordt voor wie de geadresseerde nauwelijks kent, dan verliest de tekst alles en blijft alleen het schrijversego over.
Vergeer vertoont en toont vooral zichzelf. Voor mij net een stap te ver.
De monsters van onze tijd, Khalid Benhaddou, Ertsberg, 2025****
Op de backcover wordt Benhaddou gesitueerd als een moslimtheoloog die o.a. met Rik Torfs ('Mag God nog?', 2017) samenwerkte. Eerder een rem dan een stimulans wat mij betreft.
De titel is alvast eentje om nieuwsgierig van te worden. De monsters van onze tijd. Tja, in 2024 en zeker 2025 zien we ze zichtbaar zitten.
Op de cover wordt het werk als 'essay' omschreven al telt het boek behoorlijk wat bladzijden en een stormvloed van ideeën. De auteur baseert zich voor de titel op Antonio Gramsci: 'De oude wereld sterft en de nieuwe kan niet geboren worden. In deze tussentijd verschijnen de monsters.'
Ethiek blijf achter ten opzichte van technologische vooruitgang en dat is de kern van zijn pleidooi.
De eerste waarschuwing is belangrijk en kan niet actueler. Er is een vorm van 'waarheidsmoeheid'. Hoe achterhalen wat waar en wat fake is? De auteur haalt aan dat we leven in een samenleving met meer contacten maar met minder relaties. Als voorbeeld: de gemiddelde Vlaming hangt zowat 3 uur per dag aan zijn of haar Smartphone.
Hij gebruikt de term 'atomisering'. Volgens Benhaddou is het aantal democratieën in deze wereld sinds 2006 gedaald. Overigens maakt de auteur een snoeiharde analyse over de nostalgie van het verleden en maakt tegelijkertijd komaf met de retoriek van het Vlaams Belang. Vlaanderen is altijd een centrum van migratie geweest, eeuwenlang. De Vlaamse identiteit is een parabel van eeuwenlange migratie-effecten en overheersing.
De auteur gaat breder dan de betreden paden van het actuele politieke jargon. Laat de problemen, de monsters, maar komen. Allemaal bijeen en dan proberen een uitzicht te vinden. Geen geringe opdracht. Het grote pluspunt is dat dit lange essay voer voor discussie geeft.
Vier frappante voorbeelden:
Voer genoeg dus voor een oprechte discussie. De taal van Benhaddou is helder en biedt openingen om politieke brains te rekken. Grappig is ook dat deze auteur net als Ann De Creamer niet houdt van tussentaal in het onderwijs of waar dan ook.
Wisselwachter, Geert Mak, Atlas Contact, 2025*****
Eerst een bekentenis. Dit is het eerste boek dat ik las van Mak. Er is dus, welbeschouwd, sprake van een gat in mijn cultuur. Want de kennismaking dankzij 'Wisselwachter' vond ik grandioos. De historische lijn van het boek situeert zich tussen de jaren 1933 en 1945 en neemt als vertrekpunt de VS. We maken kennis met president Roosevelt, diens vrouw Eleanor en een aantal vertrouwelingen om en rond het ambt én hun gezin. Zo ontmoet je figuren als Harry Hopkins en zijn dochter Diana, Lorena Hicock (Hick) die hartsvriendin (of meer?) is van Eleanor, Missy Le Hand die de hartsvriendin (of meer?) is van de president,... Verder ontmoet je oorlogscorrespondenten en -journalisten zoals Ed Murrow en Martha Gelhorn. Ed Murrow gaf als verslaggever dagelijks een radio-uitzending vanuit Engeland over de evolutie van de oorlog. De radio was toen de nieuwste vorm van snelle internationale communicatie die baanbrekend was. Zijn broadcasting werd enorm gevolgd door de Amerikaanse bevolking wat hun attitude ten aanzien van West-Europa fel beïnvloedde. Boeiend is ook de visie op Churchill met achtergrond over zijn smeekbedes én leugens richting Amerika.
Het boek leest als een roman omdat deze belangrijke personages ook als persoon worden voorgesteld, hun karakter uitgespit. Dat maakt de politieke lijn van het boek, al bij al behoorlijk complex, verteerbaar. Enorm interessant is hoe de opkomst van het Nazisme, de dreiging en de start van de Tweede Wereldoorlog verteld wordt vanuit Amerikaans oogpunt. Hoe kwam Europa over? Wat waren de belangen? Hoe sterk speelde het verlangen naar isolationisme in de VS? Verrassend is het te lezen hoe ambassadeur Kennedy (de aartsvader van alle latere Kennedy's) partij trok voor Hitler en Roosevelt deed aarzelen omdat hij niet graag de katholieke stemmen verloor.
Eleanor krijgt een belangrijke rol in het geheel net zoals de figuur van Hopkins, eigenlijk een soort schaduw-president met veel ideeën, een goede verbale, krachtdadig maar zeer slordig omspringend met zijn centen en het overheidsgeld. Eleanor wordt hier anders geschetst dan wat ik las in haar autobiografie (The autobiography of Eleanor Roosevelt, Harper, 2014) of in de roman 'Witte Huizen' van Amy Bloom (Nijgh&Van Ditmar, 2018).
Kortom, Mak schreef met dit boek een blikopener van formaat. Een absolute aanrader om ook iets meer te snappen van het actuele gebeuren in de VS onder Trump. Zoals altijd: l'histoire se répète.
Verwilderen, Linde De Vroey, Ertsberg, 2025***
De auteur is historica en wildernisfilosoof. Ze doet aan onderzoek over rewilding aan de UAntwerpen. Rewilding? Wildernis? Een Vlaamse filosoof? Een combinatie die alvast nieuwsgierigheid wekt. De ondertitel van het boek 'over de grenzen van natuur en cultuur' verklapt iets meer.
Het mensdom heeft onmiskenbaar een enorme impact op de natuur. De cultivering door landbouw, de industrialisatie, de bevolkingsexplosie,... dwingt de natuur in een hoekje. Sommige mensen hebben niets liever. Een park om zonder gevaar te wandelen, een netjes gemaaid gazon, een huisdier aan je voeten,... dat is pas genieten en goed. Hoe de natuur vroeger was, wat haar impact was en hoe onze grootouders, voorouders daarmee omgingen, is compleet vergeten of totaal geromantiseerd. De auteur spreekt over 'natuuramnesie'. We kunnen ons geen voorstelling meer maken hoe de natuur was in onze contreien een eeuw, een paar eeuwen geleden. Er is gebrek aan verbeelding en kennis over hoe werd samengeleefd met natuurlijke elementen.
De auteur pleit voor rewilding. Een terug loslaten van de natuur, waar het kan, op ritme en basis van hoe natuur met zichzelf omgaat. Wildernis-oases creëren en mensen terug leren zien hoe natuur 'echt' werkt. Want uiteindelijk is de mens ook deel van die natuur en de natuur dus geen vreemde. Het zou heilzaam kunnen zijn voor de mens om wat meer wildernis dichtbij toe te laten en opnieuw een vorm samen-leven te vinden met wat voor ons levensnoodzakelijk is.
De Vroey roept interessante vragen op. In hoeverre laat je de natuur haar gang gaan? Waar begint en eindigt de controle, het management wat betreft natuurbeheer? Ze toont het belang aan van grote roofdieren of dieren met een sleutelpositie in bepaalde natuurgebieden; de ganzen in de Oostvaardersplassen, de wolven in Yellowstone.
In die zin is het boek voer voor discussie voor iedereen die te maken heeft met natuur. Beleidsmatig vormen politici, landbouwers, natuurbeheerders zeker een doelgroep. Maar haar betoog stopt hiermee niet. Het gaat iedere mens aan en we moeten opnieuw verbeelding vinden om de grens tussen natuur en cultuur anders en beter te maken, natuurlijker te maken.
Hoe kunnen we samenwerken om de zelfregulatie, eigen aan de natuur, toe te staan en er zelf beter van te worden.
Een boeiende uitdaging.
De Vroey schrijft klaar en helder al valt ze misschien te veel in herhaling en is de stijl iets te overtrokken naar mijn idee.
De stad en zijn onvaste muren, Haruki Murakami, Atlas contact, 2024****
Absoluut onvast is wat je kan zeggen over het centraal gegeven van dit boek. Alles is raar en toch vrij reëel geschreven. Daarin toont zich de meester Murakami. Je wordt meegenomen en per paragraaf denk je, nee. Maar je leest verder en dan denk je, ja. Of je draait bladzijde om en om en dan denk je ja en nee.
Niets is waar. Niets is hier. Alles is daar. Alles is hier. Niets staat vast. Alles is onstandvastig.
Door de realistische details ga je mee in de droom. Als stadverkenner van een stad zonder plan, wordt hij gecatapulteerd in een bibliotheek. Het lijkt op iets, maar een klok staat stil. Iemand steekt een kachel aan. Is hij de baas? Bestaat hij echt als baas? Wat doet hij in die bib? Waarom is hij er zo zelden? En welke rol speelt de secretaresse?
Een autistische jongen spekt het verhaal.
Murakami is een meester in absurde realiteit. Hij beschrijft de meest eigenaardige zaken, het irreële zo nabij qua taal alsof je een nootje kraakt op je aperitieftafel. Nooit ben je zonder grond onder de voeten. Altijd beneemt de stijl je adem en gaat het verhaal weg in een andere atmosfeer.
Als lezer blijf je perplex achter. Met mijn excuses. Eigenlijk wil ik het verhaal niet vertellen. Je moet gewoonweg durven. Lezen en jezelf laten lezen. De beste manier om tijd te vergeten tussen leven en dood, tussen boeken en niet ver van een kachel of… in de zon, naargelang het seizoen.
Tales from the cafe, voordat de waarheid uitkomt, Toshikazu Kawaguchi, Meulenhoff, 2023****
Is het toeval? Het boek hiervoor beschreven van Murakami speelt ook met de tijd, met een leven na de dood, met ontmoetingen na het afsterven. Is Japan gek van afscheid of ontevreden met het geleefde leven? Geen idee. Maar de gelijkenis is wel frappant.
Er is een café die bekend is omdat je er terug kan keren naar het verleden. Niet zomaar. Er zijn zeer belangrijke regels. Die worden in het boek wel een paar keer herhaald opdat je als lezer je verbeelding niet te ver laat gaan. De hoofdregel is dat je reis naar het verleden beperkt is. De tijd namelijk die nodig is om je warme koffie koud te laten worden. Tegelijkertijd moet een dame die altijd leest, naar het toilet vertrekken vooraleer het zover is.
Dergelijke details maken het boek grappig en verteerbaar. Al is het menselijk drama van voorbije levens zeer dichtbij. Er wordt gespeeld met tijd. Er wordt gereflecteerd over emoties van toen en nu, over spijt, over datgene wat je nog kwijt wou net toen het te laat was. De meest pregnante regel is dat je wel iets kan zeggen, een dialoog kan opbouwen maar het verleden niet meer veranderen.
Veel mensen hebben met elkaar te maken. Als introductie krijg je een plattegrond van hoe figuren met elkaar verbonden zijn. Maar dat vertelt niet alles. Uiteindelijk blijft het afwachten of wie bestelt in het café, de dame met het boek, het meisje dat de klanten toelaat... nog levend zijn of zich in een ander tijdsgedeelte bevinden. In het café hangen drie klokken.
En de deur zegt altijd 'klingeling'.
Lichtvoetig schrijven over zwaarwichtige levensvragen. Naar mijn opinie een verteerbaar boek over menselijke tragiek met een luchtige klank en een vrij aparte invalshoek.
Stargate, Ingvild H. Rishoi, Koppernik, 2022***
Een kerstvertelling bespreken in de lente... waarom niet? Even onderduiken in een Scandinavisch landschap, de natuur voor zich laten spreken en zoeken naar warmte ondanks of dankzij mensen. Rishoi schrijft mooi; zinnen als een skelet uitgebeend. De sobere, indringende stijl is meeslepend en laat je vergeten dat hier de zon schijnt en temperaturen wat oplopen terwijl je leest.
Altijd zijn haar boeken een verhaal van eenzaamheid, vervreemding en hoop. Haar vorig boek, ‘Winterverhalen’, kan je lezen als een intro op dit werk.
Ze houdt haar stijl aan. Een familieverband, een kans op verbetering, een dochter die wil dat haar vader nuchter blijft en werkt en een kerstboom voor haar meebrengt. Een droom neigend naar een nachtmerrie. Maar op een of andere manier zijn er altijd ‘anderen’. Niet altijd de mensen van wie je warmte verwacht maar opeens grond geven onder je voeten.
Het is een vertelling.
Misschien heeft onze wereld nood aan dat soort verstilde verhalen. Een vertelling zonder grote woorden, iets wat kan gebeuren van mens tot mens. Een herkenbaarheid met diepgang.
Nee, de wonderen zijn de wereld niet uit. Maar of hier een wonder gebeurt... tja, dat zal je nu niet te weten komen.
Place Brugman 33, Alice Austen, Ambo/Anthos, 2025*****
Ongelooflijk hoe een buitenlandse jonge auteur inzicht krijgt in de Brusselse kringen op een moment dat de wereld in crisis zit. We spreken over de jaren net voor de Tweede Wereldoorlog. Alles wat vast zat, komt los. Zowel in staatssystemen als tussen mensen.
Alice Austen beschrijft de bewoners van een appartement. De titel ook van het boek. Tijdelijk was dit ook haar adres toen ze in Brussel verbleef.
Uiteraard zijn er de details die het Brussel van toen tot leven brengen. Uiteraard is er de diversiteit van bewoners in een flatgebouw. Niet iedereen is wat hij of zij lijkt te zijn. Toeval is waar je verblijft en wie je buur is. Toeval wordt een feit als de oorlog mensen uit elkaar drijft, met argwaan naar elkaar doet kijken. Tja, de Vlamingen in deze wijk van Brussel komen er bekaaid vanaf in deze roman. Ze blijken uit op geld en heulen mee met de vijand (Duitsers). Al geeft Austen toch een genuanceerd beeld van Duitse soldaten die hier willens nillens hun ding onder dwang deden.
Maar er is talent aanwezig in Place Brugman. Voor filosofie, voor kunst, voor vriendschap, voor jaloezie en chagrijn.
Ongelooflijk hoe deze auteur een dynamiek weergeeft, gesitueerd op één adres, en daarmee de wereldgeschiedenis ook intiemer maakt.
Voor mij toch wel de ontdekking van 2025 (al is het jaar nog jong).
Nooit meer ga ik naar Brussel zonder dit adres gezien te hebben.
Narcis, Judith Fanto, Ambo/Anthos, 2025***
De titel is enigszins misleidend omdat het helemaal niet gaat over Narcissus, de mythische figuur die zichzelf spiegelt en weergaloos gefascineerd is door zijn spiegelbeeld. Narcis is voor Fanto de bloem, de lentebloeier met een vrij specifieke kleur. Dat dit belangrijk is, heeft dan weer te maken met de hoofdfiguur Manno, die restaurateur is van kunstschilderijen. Narcis mag men beschouwen als een historische roman die zich hoofdzakelijk afspeelt in de jaren '20-'30 van vorige eeuw. De opkomst van het nazisme werpt zijn schaduwen over het leven van Manno en zijn vriendengroep. Die groep kwam tot stand na een dramatische wending in het leven van de tienjarige Manno. Toen zijn moeder stierf nam zijn tante in Wenen de pleegzorg op. Een afschuwelijke, harde omgeving die het hoofdpersonage alleen overleefde dankzij zijn artistiek talent. Op de kunstacademie ontstond een vriendengroep en die was bepalend voor zijn jeugd en houding naar de toekomst.
Het boek leest als een trein en de auteur zet de personages goed afgetekend neer. Het verschil in afkomst, het verschil in politieke strekking met nazisme enerzijds en communisme anderzijds, geven een goed beeld van hoe een vriendengroep langzaamaan door omstandigheden verandert en vervreemdt van elkaar.
Voor het zover is, gebeurt wel een en ander in die groep van jonge mensen. Eerlijk gezegd, soms is de wirwar van relationele toestanden een hotpot van jewelste. Mijn inziens is niet alles mogelijk tussen vijf à zes mensen. Het verhaal zwiert van de ene verhouding naar de andere. Had de auteur zich daar iets wat meer soberheid aangemeten dan was dit naar mijn gevoel een voltreffer. Want mooi is dat de hoofdfiguur, als verteller eigenlijk het verleden restaureert, het doek verbindt, de juiste pigmenten weet te zetten en de narcissen ooit verbleekt op een schilderij tot leven brengt.
Ondanks een teveel aan emotionaliteit in een beperkt gezelschap, een mooie en goed uitgewerkte roman.
Toch wel boeiend hoe twee recente boeken de jaren '20-'30 aanhalen. Een teken aan de wand?
De volgende bespreking zit ook net op die grens.
De Schönwalds, Philipp Oehmke, Meridiaan uitgevers, 2024***
Vergis je niet. Dit is helemaal geen verhaal zoals je die meemaakt of volgt in 'Thuis' of 'Familie'. Al bij al verre van romantisch en niets wat je je voorstelt bij een traditionele familieroman. Zelfs de coverfoto van de Nederlandse vertaling zet een potentiële koper op een verkeerd been. De titel misschien ook. De oorspronkelijke titel is ‘Schönwald’. Dat doet denken aan ‘mooi woud’, misschien zelfs ‘schijnwoud’ of een zijsprong naar 'Schwarzwald'. Door de titelvertaling krijg je meer het idee van familietoestanden en naar mijn mening dus naar een zijspoor neigend.
De auteur is bekend in veel kringen als prominent journalist van Der Spiegel. Hij heeft veel gehoord, belangrijke en bekende mensen ontmoet, veel gezien, op veel plaatsen gewoond en is als Duitser in Bonn geboren.
‘De Schönwalds’ is geen gemakkelijk boek. Hard en geconcentreerd geschreven wat het leesritme fel naar beneden trekt. Vergelijkingen trekken je van heden naar verleden, van hier naar veel verder ginder, van rijk naar arm, van de Hudson River (NY) tot een perfect draaiend ziekenhuis in Afghanistan. Allemaal boeiend maar soms storend om het verhaal te vinden. Want de startplot is een bom, een verfbom nota bene, geworpen naar een queer boekhandel in Berlijn geopend door een Schönwald. Je denkt dat het hiermee start, maar dat feit is slechts ten dele oorzaak en niet tekenend voor de rest van het boek. Zoek geen verhaallijn. Er worden feiten zonder startpunt aangehaald.
Hoofdfiguren zijn de dus vader Harry-Harald, moeder Ruth en hun (?) kinderen Karolin, Chris en Benni.
Je krijgt ze allemaal aan het woord. Soms in het heden, soms in flashback.
De familie lijkt samen te hangen en status is belangrijk. Maar elk familielid heeft leugens te camoufleren, de neiging hindernissen te over- of onderschatten en een zijweg te zoeken die soms ook doodloopt.
Eigenlijk zijn het allemaal letterlijk genomen 'weg-wezen'. Tot daar volg je het idee 'familieroman'.
Als je leest en verder leest, merk je dat deze branche het boek niet dekt. De familie wordt gebruikt als middel om de tijden te plaatsen. Je mist de karakters, de personages pur sang, het diepere inzicht in psychologie.
Wie denkt dankzij ‘De Schönwalds’ beter inzicht te krijgen in hedendaagse mechanismen van doen en laten, aangestuurd door wat je vanuit de buitenwereld niet onder controle kan krijgen, zit juist. De buitenwereld is belangrijker en zet de toon voor de gesprekken binnen de familie die eigenlijk een prototype zijn van ‘een familie’.
Oehmke schrijft als de beste. Laat dat duidelijk zijn. Maar hij gebruikt het idee ‘familie’ voor statements en herhaalt hiermee een traditie van Duitse literatuur à la Thomas Mann (zeker sterk aanwezig in het boek). Dat is lichtjes verrassend en doet de lezer die onbevangen begint enigszins naar adem happen.
Tyler Green komt nooit meer vrij, Nicci French, Ambo/Anthos, 2025****
Het koppel Nicci Gerrard en Sean Franch zijn al goed 25 jaar bezig onder de auteursnaam Nicci French. Eigentijds, goede setting van personages, complex maatschappelijk gegeven en altijd een of meerdere moorden.
Perfect om tijd mee te doden… al is het boek absoluut nooit doodvervelend. Echt goed uitgekiend en altijd sympathiek omschreven.
Deze laatste exploot gaat over Tyler Green, beschuldigd van moord op een schoolvriend terwijl een feestje met diverse vrienden en vriendinnen bezig was. Na 30 jaar komt Tyler vrij en wil zijn waarheid duidelijk maken aan zijn vrienden en vriendinnen van weleer.
Gastvrouw is ook de vrouw van een Britse minister en dat zet druk op de zaak voor inspecteur Maud O’ Connor. Samen met haar kompaan Carrie gaat ze er tegenaan. Tijdlijnen, wie waar wat deed, een huis met veel trappen, kamers en kantjes… Je blijft zelf puzzelen.
Eerlijk. Het eerste simpele idee was juist. Maar dan worden zijsporen gelegd en slaagt het duo Nicci French erin je toch 500 bladzijden bezig te houden.
Hoogstaande literatuur? Niet echt. Wel heel goed gecast en zonder ook maar iets van dip tot het einde boeiend.
Entertainment met een doodsmaakje. Het smaakt naar meer.
Mijn vriend Sunny, Jake Biggin, Kokboekencentrum, 2025***
Met een kleinzoon (8 jaar) op stap gaan in een boek. Dan zwijg je en je bekijkt de reacties en doet aan waarneming over plezier of desinteresse. Sunny is een hondje, een teckel, die onvoorwaardelijk liefde toont aan Alice, zijn baasje, en haar ondervraagt over het leven.
Wat is mijn besluit na het zien lezen?
De leesbaarheid voor een achtjarige zit prima. Er is geen teveel aan tekst en alles zet aan tot meer. Vanaf acht jaar zou dit boek ook een vraagbaak kunnen worden. Waarom? Hoe? En wat is dan eigenlijk vriendschap? In de tekst zitten vele ‘wijze’ woorden. Die vragen soms wat uitleg en dat is dan weer een aanleiding tot meer. Zoals boeken moeten zijn.
De illustraties zijn sober en goed uitgelijnd maar spelen misschien net te weinig met kleur en aantrekking. Niet alles wat wijs is, hoeft pasteltinten te krijgen. Fantasierijk was het voor mijn kleinzoon niet. Daardoor is het evenwicht tussen het visuele en het tekstuele ietwat uit balans.
Maar alvast een goede insteek voor twee uur plezier. Een uurtje kijken en daarna nog een uurtje filosoferen... Waarom niet?
Het eerste Cahier Jeroen Brouwers is verschenen.
Op 8 mei (om 20 uur) stelt Wim Oosterlinck het nummer voor en praat hij met de redactieleden over de schrijver die ze allemaal van nabij hebben gekend: herinneringen en anekdotes worden afgewisseld met informatie over de inhoud van het Cahier en de verdere plannen van de Stichting Jeroen Brouwers.
Na afloop trakteert de Stichting op een drankje.
Inschrijven is gratis, en kan via bestelling@dezondvloed.be.
23 mei om 20 uur komt Birsen Taspinar, psychologe en zus van nieuwslezeres Fatma Taspinar, praten over haar nieuwe boek 'De pijn diep vanbinnen' over racismepijn bij gezinnen. Ze zal hierover geïnterviewd worden door klinisch psychologe Kathy Van Crombruggen. Birsen Taspinar verdedigt het idee dat mensen in staat zijn om doorheen generaties te groeien na pijn. Want leren uit vervelende, lastige en ingrijpende situaties, is niet iedereen gegeven.
Toch kan iedereen het leren. Taspinar begeleidt al jaren mensen met trauma’s. Veel patiënten vertellen haar over de diepe wonden van racisme. In dit boek trekt ze al deze draden van haar praktijk samen.
Welke ervaringen hebben ouders met racisme en discriminatie? Wat is de impact ervan op hun kinderen? Welke handvaten zijn er om ermee om te gaan? Wat kunnen hulpverleners eruit leren? En - niet onbelangrijk - hoe doen gezinnen dat, na situaties van uitsluiting? Talenten en bepaalde privileges kunnen daarbij helpen. Maar wat als die beperkt zijn?
"Het is bijna een flashback. Ik was als veertienjarige tegengehouden in de winkel. En nu overkwam dat ook mijn kind. Dat ook mijn kinderen zich extra moeten bewijzen en nog zoiets moeten meemaken vind ik onrechtvaardig. Het doet iets aan mijn geloof in de samenleving. Je krijgt het gevoel dat het niet meer goed komt." Woorden van een Congolees-Belgische moeder. Ze is een van de tientallen ouders van kleur met wie psychologe Birsen Taspinar in gesprek ging.
Hoewel haar boek toespitst op racisme, overspant het thema van generationeel trauma alle culturen en is het een zeer menselijk iets, dat voor velen herkenbaar zal zijn. Of je het zelf bent of iemand anders, iedereen kent wel iemand die worstelt met onverwerkte en vaak geërfde pijn. Daarnaast kan je ook tips vragen voor wanneer je getuige bent van racisme of om racisme net te voorkomen. Het belooft een interessante avond te worden die veel perspectieven biedt en alleen maar beter kan worden door de inzichten en interpretaties van ons publiek. Breng dus zeker familie, collega's, en/of vrienden mee om te luisteren, delen, bij te leren, of te omkaderen. Stuur het evenement rond naar geïnteresseerden, en maak er samen met ons een warme en leerrijke avond van.
Inschrijven kan via deze link.
De toegangsbijdrage is naar goede gewoonte 4 euro, zodat we interessante gespreksavonden kunnen blijven organiseren.
Over de auteur
Birsen Taspinar is klinisch psychologe en systeemtherapeute. Ze is verbonden aan de opleiding en het kenniscentrum Gezinswetenschappen van Odisee Hogeschool. In 2013 debuteerde ze met Moeders van de stilte.
Inschrijven kan via https://forms.gle/k9q7xskdv6dpM8ab9
Toegangsbijdrage is 4 euro, zodat we interessante lezingen kunnen blijven organiseren.
Donderdag 10 april om 20 uur komt schrijver en filosoof Alicja Gescinska haar novelle voorstellen. Het boek is geïnspireerd op de reis die ze naar Beiroet maakte, waar ze de Palestijnse vluchtelingenkampen bezocht, een ervaring die diep onder haar huid is gekropen en waarover ze graag in onze boekhandel komt getuigen. Virginie Platteau gaat met haar in gesprek over haar ervaringen en het boek dat daardoor uit haar pen is gevloeid.
Het belooft een literaire en filosofische avond te worden. Ben je er graag bij? Schrijf je (en je vrienden of andere geïnteresseerden) in via deze link.
Over het boek
In 2019 brengt Mona enkele weken door in Beiroet om daar te werken aan een nieuwe reportage. Op zoek naar beelden die haar sterken in haar roeping als kunstfotografe vindt ze onverwachts vriendschap bij Ruba, Juhaina en de Palestijnse Suhaila. Wanneer Suhaila Mona meeneemt naar de plek van haar geboorte - het vluchtelingenkamp waar haar moeder nog steeds woont - zal niets nog hetzelfde zijn. In de vriendschap die zich ontvouwt leert Mona anders te kijken naar de wereld en zichzelf, en naar dat wat de vier vrouwen bindt: het diepe verlangen om hun eigen leven te leiden.
Over de auteur
Alicja Gescinska (Warschau, 1981) is schrijver en filosoof. Haar filosofische debuut De verovering van de vrijheid (2011) oogstte alom lof. Met haar debuutroman Een soort van liefde (2016) won ze de Debuutprijs 2017 en werd ze genomineerd voor de Confituur Boekhandelsprijs. Haar essay Thuis in muziek. Een oefening in menselijkheid (2018) stond op de shortlist voor de Socratesbeker. Intussen komen mensen om (2019) werd bekroond met de Liberales-boekenprijs 2019. In 2020 schreef ze het essay voor de Maand van de Filosofie: Kinderen van Apate. Over leugens en waarachtigheid . In 2021 debuteerde ze als dichter met de bundel Trojaanse gedachten . Haar theatermonoloog Apate spreekt verscheen in het voorjaar van 2022, waarin zij spreekt over de leugen als deugd.