Editie augustus 2024
Kafka, schrijven voor zijn leven, Rüdiger Safranski, Atlas Contact, 2024***
Safranski is een filosofische erudiet of een erudiete filosoof, zo je wil. Hij leest en denkt na en verbindt. Hij schreef boeken over filosofen zoals Nietzsche, Schopenhauer en Heidegger. Daarnaast had hij het ook over schrijvers, niet louter bekeken als literaire biografie maar eerder als een setting in hun denktijd. Zijn boek over Hölderlin is daarvan een voorbeeld.
Het voordeel van Safranski is dat hij helder schrijft, zonder kapsones. Intussen is de auteur ver de pensioenleeftijd voorbij en nu komt er een boek over Kafka. Toeval? Of gewoon interesse in deze eigenaardige auteur die symbool werd voor vervreemding en voor alles wat bureaucratisch misloopt?
Van Kafka zijn 'Het proces' en 'Het slot' de meest bekende en ook de best doorlezende romans. Die komen aan bod in dit boek al kiest Safranski voor een andere invalshoek. Hij heeft het over de schrijver Kafka en vooral hoe hij wil of kan schrijven. Een intense biografie over hoe hij altijd moeite had om het leven en het schrijven te ontkoppelen. Dat lukte hem uiteindelijk nooit. Dat is de rode lijn in het boek. Als Kafka schreef, verwaarloosde hij het leven van zijn geliefden, vrienden en omgeving. Als hij door schuldgevoel toch aandacht besteedde aan het leven, vond hij dat er tijd verloren ging om te schrijven. Een dilemma dat zijn leven tekende. Kafka had veel vrouwen en in een beginfase altijd heftig. Soms dertig brieven per maand, wat aanzienlijk meer tijd vraagt dan evenveel keer een sms sturen. Maar uiteindelijk koos hij altijd heftig voor de schrijverij.
Het boek leest vlot en verveelt soms door een te lange synthese van het oeuvre van Kafka. Dat neemt net te veel bladzijden in beslag volgens mijn mening. Toch loont het de moeite om daardoorheen het nadenken van Safranski te vinden en hoe hij Kafka interpreteert. De verscheurende keuze tussen ‘het’ leven rondom en ‘het’ leven als auteur. Ontleend aan Kafka dan vragen over macht van het systeem tegenover de onmacht van het individu. Al is dat laatste dan vooral de onmacht om de noodzakelijke macht te bespelen.
In die zin toch wel een actuele Kafka die Safranski hier neerzet.
Het kon nog wat korter en beter gezet zijn, volgens mij. Maar absoluut de moeite waard om te lezen.
Hannah Arendt, de biografie, Thomas Meyer, Atlas Contact, 2023****
Een stevige biografie. Dat is het minste wat je van dit boek kan zeggen. Soms te detaillistisch al zijn details in het leven van Arendt niet altijd onbelangrijk.
Het leven van Arendt is verbonden met Nazi-Duitsland. Als Jodin geboren in Königsberg (Kaliningrad) in 1906, kreeg ze te maken met een veranderend wereldbeeld. Haar ouders die intelligent en ook een groot netwerk hadden, waren afwijzend ten aanzien van het zionisme. Volgens haar ouders was dit in strijd met wat zij bereikt hadden en tegenstrijdig met de werkelijkheid die zij op dat moment ervaarden. In het dagboek van de ouders leest de auteur dat Hannah als kind nu eens overgevoelig en dan weer geniaal was, gemiddeld of zelfs slecht op school… Het leest als een Einstein-verhaal.
Haar eerste scriptie betrof de (katholieke) kerkvader Augustinus.
Lezend door alle details van deze biografie zie je hoe mensen gedwongen worden om zich te verplaatsen. Zowel qua ideeën als qua coördinaten. Je leest in de filmische biografie over de Jezuiëtennovice Heidegger met wie zij in 1925 een affaire had. Hoe Arendt startte met een lezing over Augustinus en dan terechtkwam bij Jaspers in Heidelberg.
Eigenlijk leest deze biografie als een aparte, scheve inkijk op de vorige eeuw. Een eeuw vol turbulenties die ook in onze eeuw blijven spelen. Het Joodse vraagstuk en haar visie op een confederatie van alle volken van de Middelandse Zee, de vragen over de natiestaat die volgens Arendt toen al achterhaald was, haar visie op de Joodse raden die verantwoordelijkheid dragen voor de deportatie en dood van vele duizenden Joden...
Dit boek gaat over nu. Arendt is een arend die vliegt over diverse continenten, gevlucht is, gewond is en denkt en kritiek geeft. Een vrouw die liefhad en soms een misstap beging.
Dit boek vraagt concentratie. Dat maakt het niet gemakkelijk om de vierhonderd bladzijden als een makkie te lezen. Toch wel doen want de inspanning loont.
Kun je buiten je eigen denken denken?, Coen Simon, Filosofiemagazine Nijmegen, 2024***
De vraag alleen al doet je buitelen. Maar wat wil Coen Simon, hoofdredacteur van Filosofie Magazine en winnaar van de Socrates-beker 2012, ons wijsmaken?
Eigenwijs behandelt hij een aantal vragen die ogenschijnlijk 'triviaal' lijken. Vragen zoals: 'Wat doen vogels anders dan zingen?', 'Wat willen we eigenlijk als we iets vragen?', 'Waarom spelen we?', 'Kunnen we gedachten van een gezicht aflezen?'.
Het boek bestaat uit antwoorden op zo’n vijftigtal vragen die beknopt maar dubbelzinnig worden gegeven. De antwoorden zijn meestal niet langer dan een A4.
Dat maakt het boek leuk en als het ware een ontdekkingstocht in denken met veel bochtwerk. Een avontuur in denken en nadenken en soms onverwacht switchen van hoek.
Absoluut leuk qua scheefschaatsen in filosofie. Misschien iets te veel af en toe van gezochte woordspelingen waardoor het wel leuk klinkt maar iets van klank verliest. Een teveel aan woordspel vormt soms een barrière voor de inhoud en logica.
Een boek dat je niet in een keer hoeft door te nemen maar gewoonweg af en toe eens openslaat. Want te veel van dit wordt soms een teveel die na een tijd een déjà vue oproept.
Hoe lees je een boom, Tristan Gooley, Kosmos, 2024***
Waarom ziet een boom er uit zoals hij er nu staat? Waarom zijn bomen van eenzelfde soort soms anders gegroeid? Wat ontdek je aan een kruin? Aan een vork in de boom? Een oog in de stam?
Gooley neemt ons mee op reis naar bomen. Soms naar een boom. Wat je afleest aan geschiedenis, een moeilijk moment, een paar jaren van goede groei, een infectie... Laat staan de impact van zon, bepalend voor de fotosynthese, de wind als belager en dus richtinggevend, water en grond als voedingskracht. Hoe een boom plooit naar de wind en de wortels in de lijzijde zich verstevigen, meer hout aanmaken. Zelfs zonder wind kan je als wandelaar zien wat de overheersende windrichting is in dit gebied.
Het boek leest vlot en staat vol interessante weetjes. Geschreven door een gedreven Engelse boomliefhebber.
Een nadeel vond ik dat hij soms zijn eigen ervaringen eerst neemt, soms een zijsprong neemt vanuit eigen leven, om dan iets te vertellen over een boom. Dat maakt het boek minder structureel dan bomen zijn. Soms verduidelijken tekeningen meer dan de tekst.
Uiteraard is een boom een samenhang van wortel tot kruin. Maar continu switchen tussen deze onderdelen is niet gemakkelijk voor leken.
Het idee achter het boek vind ik vijf sterren waard. De uitwerking slechts drie omdat je soms, door de slordige structuur van het boek, niet altijd het bos door de bomen ziet. Dat is jammer. Want zelf leerde ik een paar lessen uit het boek die ik na een wandeling probeerde toe te passen. Dat lukte redelijk goed. Maar het vroeg wat aanstipwerk in het boek om de essentie te bereiken.
Het is en blijft een leerrijk boek. Maar lees het niet in een ruk door. Bekijk opnieuw en leer opnieuw en schrap de passages van persoonlijke ervaringen die helemaal niet belangrijk zijn in dit geheel. Een goed boek ook dankzij de appendix die je in onze gematigde, noordelijke streken toch wel een gids biedt om bomen te herkennen. Een prima ding voor boom-analfabeten.
De erfenis van Abelke Bleken, Jarka Kubsova, Atlas Contact, 2024***
Deze streekroman strekt zich uit over een paar eeuwen. Per hoofdstuk zie je Abelke haar verhaal vertellen, afgewisseld met Britta. Zij komt vijfhonderd jaar later met haar gezin in die streek wonen, een idee van haar man.
Het boek leest als een duet. Abelke als zelfstandige boerin in een marsland, overgeleverd aan de grillige natuurkrachten in een tijd waar geloof en bijgeloof hand in hand gingen. Britta als ex-geografe en moeder van een gezin, overgeleverd aan de ontkende maar bestaande wetten van een mannenmaatschappij.
Abelke gaat als heks ten onder. Britta overleeft en zoekt alles op over Abelke. De link van onderwerping, van het niet kunnen verwezenlijken, van onbegrip voor vrouwen die meer willen zijn dan moeder of domme gans… Een verhaal dat zich afspeelt in een ruw marsland nabij Hamburg.
De start vond ik zwak en ook flauw geschreven. Af en toe ook een slordige vertaling opgemerkt. Het verhaal is misschien voor vrouwen van nu, te doorzichtig en te gewoon. Niets nieuws en ook wat te lang uitgerekt.
Naderhand won het boek aan kwaliteit. Gezien ik toch getriggerd bleef om te weten hoe alles afliep, was het boek de moeite waard ook dankzij de mooie natuurbeschrijvingen. De combinatie van de wisseling tussen deze twee vrouwen, levend in een totaal ander tijdperk en toch vergelijkbaar, is een goede trouvaille. Op zich al een ster waard.
De sympathisant, Viet Thanh Nguyen, Marmer, 2017****
Met dit boek won Nguyen de Pulitzer Prize in 2016. Hoofdthema is de Vietnam-oorlog net als die op zijn einde loopt anno 1975. Het ik-personage is een dubbelspion en lijkt zijn memoires neer te schrijven na het overleven van ingewikkelde complotten. Het boek telt 400 bladzijden geschreven in kleine font. De auteur schrijft gecondenseerd. Continu lees je en herlees je een wisseling van gebeurtenissen, beschouwingen, introspectie en geopolitieke interpretaties. Kortom, geen gemakkelijke inswinger. Het gaat om ploegwerk.
De Vietnamese auteur snijdt vlijmscherp op wat wij Westerlingen als verworven zien. Hoe wij aankijken tegen Aziaten. Hoe we ze over een kam scheren. Hoe wij ze negeren ondanks hun pogingen om te integreren (in de VS dan in dit boek). Wat is schuld? Wat is onschuld? Wat is spijt en wat is vriendschap als je politiek tegenovergestelde meningen hebt? Kan een mens dit overstijgen of is de ideologie heersend? Verraad je vrienden voor je overtuiging? Wat is rijkdom als je opgroeide in armoede?
Steeds meer kom je in het denkpatroon van de spion. Van langsom meer zie je de twijfels groeien, de angst soms en het toenemend ongenoegen. De auteur is niet anders dan het wezen van zijn personage. Dichter kan het niet. Angstaanjagend is het wel.
Nee. Dit is zeker geen vakantielectuur. Een bijwijlen hard boek over hoe wij, autochtonen, ons eigen ding denken en ons superieur achten en hoe anderen, mensen van andere origine en/of vluchtelingen, dit zo scherp zien en ons terecht belachelijk maken. Zeker een aanrader voor Trump mocht hij ooit nog in het Witte Huis op zijn gouden toilet plaatsnemen.
Strega, Johanne Lykke Hom, Uitgeverij Oevers, 2024*****
Dit boek is een uitschieter in de zin van uitstekend. Zowat het beste wat ik las in 2024 wat betreft romans. Bevreemdend eenvoudig qua taal, complex qua emoties, verwrongen qua plot. Je leest en per zin zie je een stukje van je eigen leven passeren. Zomaar.
Het boek is als een vacuüm, op zichzelf staand en niets anders nodig. Geen verwijzing, geen aanwijzing, geen brede historische achtergrond. Dit boek kan zich afspelen in de late middeleeuwen, de negentiende eeuw of vandaag. Geen idee.
Rafa arriveert in hotel Olympic om er te werken als kamermeid. Ook als serveerster als er gasten komen. Maar die komen nauwelijks. Toch blijft hun dagelijkse routine dezelfde en dat is nogal bizar, een beetje Kafkaiaans. Is Olympic een verwijzing naar de berg Olympus? Moeilijk toegankelijk voor mensen? Zijn de nonnen in de nabijheid een teken van bemiddeling naar de goden?
Toch blijft het aardse leven voor Rafa hard om dragen. De vriendschap tussen de seizoenarbeidsters is groot en soms erotisch getint.
Tot er opeens gasten opdagen. Mannen. Goden? De eenvoud en routine wordt verstoord. Wat gebeurt er daar? Een arbeidster sterft. Er werd geweld aangedaan. Femicide maar niet in detail beschreven.
Rafa vlucht met haar zoontje weg van het hotel en neemt afscheid van haar hartsvriendin Alba.
Bij het lezen was ik geïntrigeerd door de titel. Strega betekent 'heks' in het Italiaans en is de naam van een gele likeur. Shtriga is een mythologisch wezen dat bloed zuigt van vrouwen tijdens de nacht en is een Albanees woord. Alba?
Dit is een boek dat ik direct wil herlezen. Ondanks de eenvoudige taal, met vrij veel herhalingen en omkeringen, blijft het gevoel me achtervolgen dat ik veel gemist heb. En dat zou zonde zijn om het in nonnentaal te zeggen.
Hier kom ik nog op terug, Rob Van Essen, Atlas contact, 2023***
Deze auteur kreeg dit jaar de Libris Literatuur Prijs voor dit boek. De verwachtingen zijn dan ook hooggespannen. Nooit eerder las ik iets van deze auteur. Een kennismaking met een gouden randje dus.
Van Essen schrijft mooi, erudiet, grappig en af en toe met een hoekje af. Veel breedsprakeriger dan Lykke Holm (zie vorige bespreking) wat je ook al merkt in de titel. Een lange zintitel is op zich al ongewoon. De hoofdfiguur Rob (!) Hollander is journalist die nauwelijks aan de bak komt. Het verhaal start in zijn kindertijd met een gebeurtenis die hij niet kan vergeten. Een dwaaltocht met zijn nieuwe vriendje naar een ‘kwade’ man, verdwalen en bij thuiskomst in de nacht een klap in het gezicht krijgen. Daarna komt de journalist met het eigenaardige voorstel om een reportage te maken over mensen die zichzelf zoeken. Ook via sociale media. De hoofdredacteur aarzelt maar geeft hem een kans. Hij stuurt berichten naar zijn ex-medestudenten filosofie. Zo begint een compleet ander verhaal die grenst aan science fiction. Dat is geen gemakkelijke overgang al blijft de taal zeer mooi. Uiteindelijk wordt Rob door Icks uitgenodigd naar Los Angeles. Icks? Te lezen als X? Of als veel ‘ikken’? Het transport is een soort futuristisch tele-tijdtoestel. Op dat moment haak ik wat af.
Uiteindelijk komt hij terecht in een luxe-oord en krijgt hij opdrachten vanuit zijn verleden waar Icks hem naar toe stuurt. Elementen uit zijn jeugd die niet zijn opgelost en Rob nog bezig houden. 'Ik kom hier nog op terug' is een verwijzing naar die opdrachten. Gaandeweg komt hij terecht in een groep bestaande uit zijn medestudenten. Langzamerhand worden identiteiten duidelijker en de sfeer wat spookachtiger.
Voor mij een bridge too far wat betreft idee. Wel mooi om lezen maar de plot en de intrige kon me niet bekoren wegens een teveel aan rariteiten. Precies dat rariteitenkabinet ontnam me het beeld van een gedreven en intellectuele auteur. 'Te' is nooit goed.
Yellowface, Rebecca F. Kuang, the house of books, 2024****
Een vermakelijk boek voor wie werkzaam is in de wereld van literatuur hetzij als bekend auteur of debutant, hetzij als boekhandelaar, hetzij als betrokken binnen de uitgeverswereld. Een inkijk zonder weerga en vrij leuk, zelfs spannend gebracht.
Hoofdpersonage June Hayward wil schrijver worden maar raakt niet voorbij de uitgeverslijn. Haar vroegere schoolvriendin Athena daarentegen schrijft de ene bestseller na de andere en wordt op handen gedragen door het publiek en de winstminnende mediawereld daarrond. Tijdens een ontmoeting met June sterft Athena. Een onschuldige, idiote verstikkingsdood. June schrikt maar is alert genoeg om haar manuscripten te jatten. Zo wordt June de nieuwe Athena. Ze werkt en herwerkt, denkt dat ze zelf de teksten tot hoger niveau brengt en zoekt uitgevers. Die ze snel vindt. Ze verzint niet alleen teksten, ze verzint zichzelf.
De vraag is hoe en wanneer haar plagiaat en bedrog aan het licht komt. Hoe inventief June haar belagers bedriegt en weerloos maakt. Hoe het net van leugens meer en meer verstikkend werkt. Wat leugens met een mens doen. Hoe een underdog uiteindelijk voor ontmaskering zorgt.
Psychologisch goed geplaatst, mooie plot, veel kennis van de zakelijke boekenwereld. Een paar uur leesplezier gegarandeerd!
De garage, John Banville, Querido, 2024*****
De auteur is geboren in Wexford, Ierland. Het lijkt niet direct de plaats om wereldwijd te schrijven en ook wereldwijd als schrijver faam te verwerven. Toch blijft de Ierse setting wel hangen al spelen veel van zijn boeken zich af op ongewone locaties die al bij al één ding gemeen hebben met Wexford: isolatie.
De garage is het meest recente boek in een politiereeks waarbij rechercheur Strafford en patholoog Quirke de protagonisten zijn. De vorige van deze serie vind je onder de titels 'Sneeuw' (zie eerdere blog) en 'April in Spanje'. Overigens schrijft Banville ook thrillers onder het pseudoniem Benjamin Black.
De rechercheur en de patholoog zijn twee polen van een magneet. Het verschil in klasse, in stijl en de rancune maken de dialogen scherp en bijtend. De Ierse kust is nabij. Neem nog een ‘simpele’ moord in een garage, een misdaad die toch wel tentakels heeft binnen de kerk, zich uitstrekt naar oorlogsindustrie en zelfs Israël in beeld brengt… en je begrijpt dat je weer ‘weg’ bent al lezend. Geen gemakkelijke combinatie om dit geloofwaardig te laten overkomen. Zeker nog als Strafford aanlegt met de dochter van Quirke. Koorddansen. Geen Ierse discipline maar Banville doet het echt uitstekend. Een boek dat niet alleen een misdaad beschrijft, maar ook de onaangetaste machtswellust van bepaalde groepen niet onbesproken laat. Dat allemaal met de cynische humor Ieren eigen.
Van dit boek genoot ik meer dan van 'Snow'. Al moet Banville nog altijd leren hoe bomen er uitzien in de herfst en of vleermuizen wel in de winter vliegen (dat was het geval in 'Snow'). Misschien toch wat het Ierse platteland vergeten? Of ondanks de weidse natuur daar toch geen natuurliefhebber?
Het eiland van de zielen, Piergiorgio Pulixi, A.W. Bruna, 2024*****
Pulixi is bij ons relatief onbekend. In Italië won hij met dit boek de Premio Giorgio Scerbanenco, een belangrijke Italiaanse thrillerprijs. Het boek speelt zich af in zijn geboortestreek, Sardinië. Italiaans grondgebied maar absoluut niet Italiaans aandoend.
Sardinië valt niet te vergelijken met Sicilië. Het eiland is veel ruiger en bewaarde meer de eigen stijl van leven dan het bruisende Sicilië. Die harde, ruwe teneur is merkbaar in het boek.
Je wordt als lezer meegesleept in een rituele oertijd. Tegelijkertijd zijn de dialogen hedendaags, spittant en - echt waar - vrouwvriendelijk. Twee vrouwelijke onderzoekers moeten het even met elkaar doen. De ene is een echte Sardijnse. De andere een Milanese die weinig begrijpt van wat plaatselijk omgaat qua gebruiken en tradities maar evengoed een scherpe tong en blik bezit. Het boek start als een ‘cold case’. Een oud dossier waar een gepensioneerde en intussen doodzieke onderzoeker toch nog een punt wil van maken.
Saai en stoffig, denken de twee rechercheurs die gehuisvest worden in een kelder. Tot opnieuw een vrouw gevonden wordt, vermoord volgens dezelfde rituelen. Opeens worden de 'cold cases' hot.De schrijver wisselt van standpunt en gaat in op de gebruiken van het binnenlandse bergvolk. Bijna ongelooflijk, maar goed... in Sardinië is niets onmogelijk als we de auteur mogen geloven.
Als lezer is concentratie blijvend nodig, 470 bladzijden lang. Want er zijn escapades die wel belangrijk maar onverwacht naar het einde toe een andere twist krijgen. De schrijver zet je graag op een verkeerd been, houd je een wortel voor waardoor je passen zet en denkt het pad te volgen.
Conclusie? Lees het boek op rustig tempo en geniet. Sardinië is een oergegeven in Europa. Dat is geen verdienste van de auteur. Maar de schrijver zet dit gegeven wel in de verf en werkt het tot op de puntjes mooi af. Een superbe misdaadroman zowel voor de zomer als tijdens de winter wanneer je over het zuiden droomt.
Onder een andere hemel, Joke J. Hermsen, Prometheus, 2023*****
Velen onder ons vertrekken straks op reis. Vakantie nemen onder een andere hemel. Wat zoeken we daar? Beter weer? Een andere eetcultuur? Culturele verrassingen? Een landschap dat wij niet kennen? Gaan om straks weer blij te zijn om thuis te komen? Of voel je je thuis niet thuis en wil je liever zwerven buitenshuis?
Filosofe Joke Hermsen stelt zich die vragen terwijl ze zelf rondzwerft. Of beter... omzwerft. Ze gaat tegelijkertijd na waar andere denkers, jaren terug, zwierven en wat hun bedenkingen waren.
Een boek over thuis, thuisloosheid, heimwee en vertezucht. Soms ligt alles dicht bijeen. De verdienste van Hermsen is dat ze diepgaand denken pretentieloos neerzet en je soms op één bladzijde blijft nadenken. Zoals ze schrijft over Rilke die alleen in zijn gedichten kon wonen: 'Waar ik werk ben ik waar'.
Ze 'speelt' nog met andere schrijvers en denkers zoals Arendt, Angelou, Rilke, Salomé, Hölderlin...
Dit is een rijk boek. Aan gegevens, aan gedachten en doordacht neergezet. Een boek dat het verdient om altijd op reis meegenomen te worden en zelfs na drie keer lezen niet verveelt.
Boeiend hoe in de zogenaamde Lage Landen diepe gedachten te boek worden gebracht. Hermsen, Beeckman en Claeys vormen een prachtig legioen van hedendaags traditioneel denken.
Vakantietip: waar je gaat door vertezucht en je heimwee niet negeert.
Inheritance, Robert Sackville-West, Bloomsbury London, 2011****
Britser kan het niet. De auteur is een telg van de 'The Sackvilles of Knole'. Die stamboom gaat terug tot 1566 en overspant dus de volledige 'modern times' van het adellijke Engeland. Gelukkig is de auteur niet gespeend van humor, enig sarcasme zelfs en het tot in het absurde toe flegmatisch beschrijven van op z’n minst zeer eigenaardige toestanden in zijn ver familiaal verleden. Je leest hoe Knole eigendom werd van de Sackville-familie en beetje bij beetje de vorm kreeg die het gebouw nu kenmerkt. Knole kreeg vooral bekendheid eind vorige eeuw dankzij Vita Sackville-West die een stormachtige relatie had met Virginia Woolf. Het boek staat dan ook vol citaten van beide auteurs.
Je leest hoe Knole beetje bij beetje werd opgebouwd, soms in andere handen terechtkwam en dan terug weer door een tak van The Sackvilles en The West-familie werd bewoond, hoe het interieur in bezit kwam van de meest vreemde artefacten, hoe grootooms en neven soms wel en soms niet in de gunst vielen van Buckingham. Hoe de vrouwen van een aantal Sackvilles werkelijk feministisch waren avant la lettre en hun strijd streden met als speerpunt erfeniskwesties... Het blijft verrukkelijk lezen en een openbaring. Een zeer aparte inkijk op de Britse adel met alle tierlantijntjes, buitenechtelijke relaties, ruzies en ander excentriek leven.
Vakantietip: reden te over om even het kanaal over te steken naar Knole, ietwat ten zuiden van Londen en dichtbij Sevenoaks.
Empusion, Olga Tokarczuk, De Geus, 2023****
Dit is de eerste roman sinds deze Poolse auteur de Nobelprijs Literatuur kreeg in 2018. De auteur is een buitenbeentje en schuwt het vreemde niet. Of toch niet zo vreemd? Het verhaal van het boek doet denken aan 'De Toverberg' van Thomas Mann. Plaats van het gebeuren is een sanatorium waar de jonge hoofdfiguur Wojnicz terechtkomt. Een herenpension waar gekuurd wordt, wandelingen een moment zijn om te ventileren, likeur om veel te verteren en gesprekken worden gevoerd die erg filosofisch klinken.
Saai? Absoluut niet. Al tijdens de eerste bladzijden wordt het lijk van de pensionhoudster gevonden. Waarop verder wordt gesponnen naar de rol en betekenis van vrouwen door de mannelijke bewoners/nepfilosofen. Heerlijk onnozel en op dit moment in de geschiedenis totaal achterhaald.
De omgeving van het kuuroord (Silezië) is bergachtig en lijkt wel op het vergeten beeld van de boreale wouden die vroeger de noordkant van Eurazië bedekten. De hoogdravende filosofie wordt hier ondergraven door een vreemde begroeiing, barbaars uitziende kolenbranders, gevelde bomen die lijken op begroeide... lijken. Een sfeer van angst ontstaat buiten de muren van het oord. Angst die ook binnenin blijft leven en Wojnicz beklemt. Net zoals zijn leven een klem is om zijn ware aard te beleven. Zijn ware aard die uiteindelijk lang verborgen blijft.
Een feministisch antwoord op ‘De Toverberg’? Dat kan. Maar eerder nog is het boek een beklemmend verhaal over groeiende vervreemding terwijl het om genezing zou moeten gaan. De afstand tussen mensen (meestal mannen), tussen vrouw en man en transgender, tussen mens en natuur, tussen leven en dood of levend dood... zijn centrale thema’s. Prachtig beschreven, spittante dialogen en een paar zwartwit-foto’s die als het ware een doodsprentjes zijn.
Vakantietip: een aanrader voor wie niet naar Silezië reist.
Winterverhalen, Ingvild H. Rishoi, Koppernik, 2023****
Winterverhalen bestaat uit drie novellen zich afspelend in een Scandinavische winter. De auteur uit Oslo kiest voor een plaats midden het menselijke in een maatschappij die semi ontmenselijkt is. Hard als het klimaat, zacht als het hart van mensen met een bekommernis.
Ontroerend zonder in het theatrale te vervallen. Wat een kunst op zich is. Het gaat over armoede en liefde voor je dochter die een onderbroek wil die je eigenlijk niet kan betalen. Gevecht tegen de storm van onbegrip. Steeds weer treden mensen op die niet passen in het beeld van ‘social media’. Ondanks die afstand kennen we allemaal mensen zoals zij en zijn we desondanks net zoals zij. Met een droom die niet past in het kader.
De schrijfstijl is vrij direct waar korte spetters van dialogen koel worden neergezet en toch het juiste gevoel creëren.
Een zeer goed boek dat ik eigenlijk te snel las. Omdat het vlot leest. Waardoor je, als mens van deze haastige tijden, soms die ene knip van de auteur mist. Niet altijd een knipoog.
Vakantietip: te lezen op een vakantie ver weg van een drukke wereld. Ergens in Lapland.
Shy, Max Porter, De Bezige Bij, 2023***
Deze auteur 'vermorzelde' mij met zijn boek 'Verdriet is een ding met veren', een zeer aparte en rauwe benadering van een rouwproces. Benieuwd dus naar zijn laatste werk.
Geen vijf sterren. Middenin het verhaal zelfs nauwelijks één ster. De kentering kwam er na een ontsnapping (of was het een zelfmoordpoging) van de jonge tiener Shy. Hij ontsnapt uit een tehuis met de treffende naam Laatste Kans. In zijn hoofd de stemmen die hem aanmanen, uitlachen, iets aanpraten, uitdagen, honen en kleineren. Een leven vol stemmen die niet overgaan. Dan ontsnapt hij uiteindelijk uit het tehuis, met een rugzak vol stenen die zwaar weegt. Een verwijzing naar de zelfmoord van Virginia Woolf?
Op naar het donkere water. Hij waadt en merkt iets vreemds. Twee dobberende dingen. Hij kijkt en denkt. Vergeet de koptelefoon en zijn plan. Twee dode dassen.
Shy keert terug en werpt zijn keien tegen de gevel en de ramen van Laatste Kans. Iedereen komt buiten. Het is tieren, vechten, verbijten en uiteindelijk een overgave in de armen van wie hij daar kent. Tehuis wordt thuis.
Experimenteel van taal en altijd balancerend tussen ruw en teder. Toch overtuigde het begin niet. Een teveel aan herkenning van het arme, verlaten joch. Pas na de scene met de vijver ontstond een andere dynamiek en kwam er een interactie tussen natuur, beleving, daad en mensen mooi boven water.
Vakantietip: beter niet lezen aan de rand van een donkere vijver met drijvende dode dassen.
Walvistij, Elizabeth O’Connor, Ambo/Anthos, 2024****
Het lijkt wel middeleeuws. Maar niets is minder waar. We zijn waarachtig in het jaar 1938 wanneer dit verhaal begint. Alles speelt en spoelt zich af op een eiland niet ver van de 'echte' rand van de wereld. Steeds kijkt men uit naar wat van dat vasteland komt. Is het goed of slecht nieuws? Is er vertrouwen of eerder sprake van misleiding?
De grens van dit eiland is niet louter een geografische maar ook een absolute, mentale grens. De auteur scherpt die venijnig aan. Heel mooi gezet.
Er spoelt een dode walvis aan. Flauw nieuws voor de eilandbewoners want hun oren scherpen zich op nieuws van oorlog en andere onzekerheden.
Hoofdfiguur Manod droomt van de wereld net over dat water. Ze imponeert de twee antropologen die het kadaver van de walvis willen onderzoeken en ook meer kennis willen krijgen van de traditionele manier van leven daar op dat eiland. Ze vinden in Manod een bron van informatie en romantiseren het harde leven daar. De bewoners worden object terwijl Manod denkt dat zij kans maakt op een ander leven, daar aan de overkant, aan de wal. Zij vertelt wat zij weet en hoopt op meer daar, daarachter dat beetje water.
Niets loopt zoals het moet.
Uiteindelijk gaat het om een vorm van respect in dit boek. Romantiseren van leven bestaande uit labeur dat niet gemakkelijk is maar snel kan gerapporteerd worden, is een ding. Daar blijven leven en met de middelen die je hebt voortdoen en overleven, is een ander verhaal.
Dit is echt een goed boek.
Vakantietip: mee te nemen op reis naar een of andere kust aan de Noordzee of Ierse Zee.
De moord in de crypte, Oliver Pötzsch, Meulenhoff Boekerij, 2024***
Wie ooit Wenen bezocht, zal zeker de centrale kathedraal niet vergeten: St. Stephansdom. In de crypte van deze kerk wordt een lijk gevonden. We spreken om en rond 1930. Dat merk je ook aan de interesse voor spiritisme (bloeiend in Wenen vanaf 1900), de opkomst van de telefoon en de typmachine en het antisemitisme dat zich steeds meer uit.
De hoofdfiguren zijn Julia, die als fotografe werkt voor de Weense politie en af en toe bijklust voor een bordeel waar ze foto’s neemt van belangrijke persoonlijkheden in een vrij private bezigheid. Ook werkt ze voor een jeugdvriend die journalist is bij een plaatselijke krant. Een inkijk dus in een stad met veel kantjes waar ook veel kantjes worden afgelopen. Met Leo, politie-inspecteur en tevens haar ‘echte’ baas heeft ze een relatie die wegens hun totaal verschillende afkomst altijd op het randje van een breekpunt staat. Julia heeft na verkrachting een dochter, Sisi, die woont in het bordeel en niet kan praten.
Vraag is of er geesten gemoeid zijn met het gevonden lijk in de kerk. Of zijn er spiritisten die zeer ver gaan? Of wetenschappers die alles doen om schedels te verzamelen?
Dit boek start met een prachtig idee. Maar de auteur weet van geen ophouden en verliest zich soms in extremiteiten. Iedere figuur is een karikatuur en de schrijver laat dan ook nog Arthur Conan Doyle opdraven en een behoorlijke belangrijke rol spelen. Doyle is de schrijver achter Sherlock Holmes. Te veel van het goede wordt nooit goed.
Eigenlijk heeft deze auteur meer in petto. Het boek leest goed door als je het teveel aan 'monumenten van mensen' vergeet.
Vakantietip: onthoud een aantal straten en musea die ook op vandaag nog bestaan. Maak een wandeling via de Ringstrasse naar de Mariahilfnerstrasse en daarna over de Donau naar Leopoldstadt. Wenen met dit boek op een terras nabij de St. Stephanskirche... misschien zie je wel geesten. Geestig is het zeker.
11%, Maren Uthaug, Uitgeverij Mozaïek, 2023***
Dit is geen boek voor mensen met ideeën à la Vlaams Belang. Dit is misschien wel de nachtmerrie van de witte, viriele, blanke man. Uthaug gaat naar een wereld van 11%. Een omgekeerde wereld waar alleen vrouwen het voor het zeggen hebben en mannen eigenlijk een rest voor de kweekcentrale vormen. Hilarisch om de wereld op z’n kop te zien. Ook zeer mooi van stijl en naderhand zie je de personages genuanceerd getekend.
Er is uiteraard een lesbische noot. Maar evengoed ook aandacht voor ouderenzorg, voor de nabijheid van een klooster en vooral... addergebroed en menstruatiebloed.
Van dit boek heb ik genoten maar zou het niet aan iedereen aanbevelen. Zeker niet aan vrouwenhaters of non-wokers.
Echt amusant.
Vakantietip: misschien Scandinavië. Maar vooral bijhouden tot de internationale vrouwendag op 8 maart of lezen als je langs of in de Gay Pride loopt.
Baumgartner, Paul Auster, De Bezige Bij,2023***
De auteur overleed een tweetal maanden geleden. Daarmee verliest de Amerikaanse literaire wereld een belangrijke stem. Baumgartner zal een van zijn laatste werken zijn. Niet toevallig over een bejaarde man van 71 jaar die zoekt. Soms zoekt naar de draad van zijn gaan, soms naar de draad van zijn bestaan en toch nog alert genoeg is om te weten waar en wat hij zoekt en soms niet vindt. De herinnering aan liefde, het terugvinden van een mogelijke geliefde, het nadenken als senior-filosoof. Auster doet het integer en beschrijft dit van binnenuit. Mooi.
Mijn appreciatie is matig omdat de beginfase vrij herkenbaar en dus niet genoeg tot he point was voor zover ik de auteur ken. Misschien ook omdat het vrij stereotiep leest. Een man met veel diepzinnige gedachten ondergaand in lijden sinds de dood van zijn geliefde en dan oplevend met een ander die ook dat lief kende. Tja. Precies daarom geen vier of vijf sterren. Nergens wordt het stereotiepe doorbroken en dat is niets voor Auster.
Op het moment van lezen, was de auteur niet dood. Niet dat ik mijn mening omtrent dit boek zou herzien. Maar het is en blijft een auteur de moeite waard om te lezen. Echt waar waard.
Vakantietip: niet lezen als mantelzorger als je zelf in overdrive gaat.
Bloedzang, Caro Van Thuyne, Koppernik, 2023***
Eerder las ik van deze auteur ‘Tussen wee en wens’ (Koppernik****) met verwijzing naar een vorige blog voor deze boekhandel. Met dat boek won ze De Bronzen Uil 2021. Terecht.
Benieuwd dus naar dit boek dat gezien het aantal bladzijden en de onstuimigheid van de auteur voor mij een must was en me nieuwsgierig maakte. West-Vlaams zo uitgebreid? Waar gaat dat heen?
Bloedzang is een ode aan haar moeder. De moederfiguur waar zij mee opgroeide, waartegen ze rebelleerde, waarmee ze vocht en waar ze nu naar toe gaat. Want moeder is getroffen door een trombose, ligt in het ziekenhuis en dat in volle corona-tijd.
Bloedzang is meer dan dat. Het is eveneens een parcours die de auteur aflegt om te begrijpen wat ze niet begrijpt. Moederliefde. Bloedzang. Hoe uiteindelijk, nabij het vergaan, bloedbanden nauwer komen ondanks zoveel verschillen. Van Thuyne speelt met het thema en de cruciale punten waar je als dochter mee te maken krijgt eenmaal je het verleden ziet passeren. Dat zet ze cru neer. Op z’n West-Vlaams. Tegelijkertijd haalt ze thema’s aan die ze dan meer diepgang geeft dankzij andere, internationale en vooral feministische auteurs.
Misschien schat ik dit boek niet naar waarde. Misschien is het voor mij, als West-Vlaamse en geboren in diezelfde streek, te herkenbaar. Ook té West-Vlaams. Van Thuyne brengt het West-Vlaams bijna fonetisch aan. Soms is dat en het herhalen, bijna letterlijk van veel zinnen, voor mij een breekpunt in de potentie die het boek niet haalt.
Een teveel aan herhaling, een beetje cru zijn op z’n West-Vlaams, een portie literatuur binnenbrengen en dan hopen dat het aan elkaar hangt.
Vakantietip: een auteur die je moet lezen terwijl je wandelt in Koekelare, de abdij van Gistel bezoekt en een pint drinkt in Zande.
Stromend graf, Robert Galbraith, Meulenhoff Boekerij, 2023**
Als ik de lezers één raad mag geven: koop het als e-book. Deze turf weegt niet minder dan anderhalve kilogram en is dus niet lang in één hand te lezen. Dus las ik het boek aan tafel zoals een ijverige leerling van het lager onderwijs. Maar goed, ook dat is plezant als de lente natter is dan ooit tevoren. Galbraith is een pseudoniem van J.K.Rowlings. Niet dat dit belangrijk is wat betreft de kwaliteit van lezen. Alleen de verwondering dat Rowlings in het nieuws kwam als anti-transgender-minded en dan zelf een mannelijk pseudoniem verzint. Begrijpe wie kan.
Over het boek dan. Het verhaal speelt zich af in Norfolk binnen een sekte. Op vraag van een vermiste zoon wil de hoofdfiguur Robin Ellacott de sekte infiltreren. Beetje bij beetje groeit het verhaal en de supsense. Wie is wie? Wie kan je vertrouwen? En hoe bouw je binnen een sekte communicatie op met de buitenwereld? Zelfs als buitenstaander met een opdracht blijf je niet ongevoelig of wordt er diep van binnen een snaar geraakt. Dat is absoluut de verdienste van dit boek.
Een pracht van een idee. En uiteindelijk wel boeiend mocht Galbraith/Rowling zijn/haar verhaal wat beknopter geschreven hebben.
Over stijl heb ik het niet. Dit is een suspense-verhaal zonder pretentie. Dat mag er zijn. De opbouw is soms correct en dan loopt het weer mank. Je krijgt de indruk dat er diverse schrijvers bezig zijn aan dit verhaal. Rowling is geen auteur, maar een schrijfbedrijf naar mijn bescheiden mening.
Al bij al, leuke literatuur.
Vakantietip: neem het mee naar Sandringham House, niet ver van King’s Lynn in Norfolk. Zwerf dan even weg naar de kust via Hunstanton en Cromer.
Middeleeuwse medemensen, Jonas Roelens & Nathan Van Kley, Ertsberg, 2023****
Alles begon in de antieke tijd, daartussen kwam een midden, waarna renaissance en wetenschap het licht zagen. Dat vergeten midden is dan een periode van meer dan duizend jaar. We kennen ze als de middeleeuwen. De associaties komen snel. Donkere tijden gezien het gebrek aan ‘verlichting’, een soort van zwart gat waarin pest en pesterijen, een standenmaatschappij zonder weerga en de ‘gewone’ man of vrouw werd uitgesloten.
Mooi aan dit boek is dat ze voorbij deze premisses gaan, dankzij bijdragen van een nieuwe generatie mediëvisten die de link met nu graag en mooi leggen. Wat je dacht over de middeleeuwen, wordt thema na thema uitgespit. Waren de middeleeuwen ‘vies’? Ongelijk? Religieus fanatiek? Telkens door andere auteurs, bevoegd op dat specifieke terrein, worden mooie voorbeelden gegeven die op z’n minst doen nuanceren. Dat alleen al bewijst de veelzijdigheid én van de middeleeuwen én van het boek zelf en de herkenning ook van vroeger tot nu: is er zoveel veranderd??
Alles spitst zich toe op de Lage Landen. Onze streken. De documentatie is enorm, de feitelijke verhalen soms wat van iets te veel. Leuk is dan weer de afwisseling van invalshoeken en de afwisseling in stijl te danken aan de bijdrage van een resem historici.
Een mooie blikopener naar het verleden. Verrassend kortbij in ruimte, wat verderaf in tijd.
In de diepzee is geen licht maar wel rijkdom, Pieter Van Dooren, Sterck & De Vreese, 2023****
Zeker mooi geschreven en ook ruim bemeten qua diepgang. Een boeiend en vermakelijk en verwonderlijk boek over hoe de mens de diepzee ontdekt en de meest vreemde natuurfenomenen en levende wezens ziet. Hoe diepzee een eigen imperium bezit en tevens ook de menselijke toekomst kan helpen als we tenminste die zee niet om zeep helpen.
Van Dooren schrijft niet betweterig maar zet eerder een speurneus op. Hoe leren mensen iets over de zee? Hoe diep kan je duiken? Een mens is geen vis en kan niet ademhalen op het diepe diep. Wat leeft daar? Wat zijn de verborgen schatten (en dan hebben we het niet over vergane piratenschippen of zo)? Ook de speciale flora en fauna diep onder komen ietwat aan bod al blijft het boek wat dat betreft eerder aan de oppervlakte. Biologen hebben hier weinig aan. De ontdekking van de mens over schatten ‘deep under’ is dan weer een mooi leesbaar verhaal. Vlot geschreven, vol feiten zowel historisch als wetenschappelijk en ook uitdagend voor jij en ik, planeetbewoners.
De rode stukken, Maggie Nelson, Atlas Contact, 2024****
Even was er twijfel of dit boek nu thuishoort bij fictie, non-fictie of fictie thriller. Uiteindelijk gaat het om een waargebeurd verhaal, dus non-fictie, waar de auteur als betrokkene en beschouwend verhaalt.
De start ligt bij de moord op haar tante. Tante Jane. Deze brute moord veroorzaakte een schokgolf in het gezin van Maggie. Als de recherche opeens de zaak terug opent, dankzij een match met DNA-onderzoek, wordt alles van toen een nieuwe wereld vol vraagtekens.
Maggie beschrijft het verleden van een verscheurd gezin, het heden van een rechtszaak waar ook DNA-onderzoek voor twijfels zorgt. Er lijken wel twee daders te zijn waaronder een jongetje die toen vier jaar was. Besmetting of kruising van DNA-stalen? Toeval?
Ze wonen het proces bij: Maggy, haar zus Emily en haar moeder. Vrij indringend en zeer cool beschreven. Dit is hoe mensen, familieleden, een proces meemaken waar ze van die moord en het waarom van de gruwelijke misdaad niets begrijpen. Hoe ze beelden zien en steeds meer beseffen dat het leven chaos is. Absurdistan en dan toch overleven in het heden.
Nelson schrijft mooi over rouw, over wat het vreemde, moorddadige bestaan met een familie doet. Dit is geen thriller. Jammer genoeg rauwe waarheid.
De fatale toewijding van verdachte X, Keigo Higashimo, De Geus, 2012*****
Absoluut geen whodunit, gezien de eerste bladzijden. Eerder een howtodo-it gezien de intrige die bladzijde na bladzijde volgt en duidelijker wordt.
De plot is super eenvoudig. Een vrouw wordt belaagd door haar ex. Haar dochter en zij slaan in een vlaag van woede en afschuw de man neer en hij wordt naderhand gewurgd met een snoer. Dan komt de buurman op de proppen. Hij helpt ze. Ishigamo is leraar wiskunde en hoogbegaafd. Heeft een oogje op de vrouw die haar man wurgde. Hij zet een systeem in elkaar.
De recherche tast in het duister. Tot een studiegenoot van Ishigamo betrokken wordt. Ze spelen een spel van tactisch aftasten. Zeer vriendelijk, zeer geleidelijk. Op z’n Oosters. Maar absoluut mooi neergezet en tot op het einde verrassend.
Toevallig op de kop getikt, dit boek. Maar een aanrader voor wie meer houdt van sluipwegen dan van bloed en tranen. De intrige steekt prachtig in elkaar.
Reykjavik, Ragnar Jonasson en Katrin Jakobsdottir, A.W.Bruna Uitgevers A’dam, 2024****
Blijkbaar houden belangrijke politici van thrillers. Zo lazen we al eentje van Hillary Clinton en nu eentje van de huidige premier van IJsland: Jakobsdottir.
IJsland heeft natuurlijk het karakter mee voor rare plots. De zeldzaamheid van mensen, de overvloed aan afgelegen en exotische bestemmingen die of warm of koud blazen, de fantasie van wie in een bepaalde ruimte niet zoveel mensen ziet.
Zo ontstaan thrillers. Niet echt geweldig qua bloedvergieten of zo. Want dat is weg gezien de verdwijning en de moord al dertig jaar geleden gebeurde. Alles wordt opgerakeld net op het moment wanneer Gorbatsjov en Reagan daar hun historische ontmoeting hebben. Van ’56 tot ’86; het lijkt wel eeuwen geleden.
Maar de plot zit goed, de omgeving uiteraard goed in beeld gezet, de mix tussen traditie en moderne tijd wordt niet begraven. Zelfs een kerkhof blijkt essentieel.
De cover spreekt over een literaire thriller. Daar ben ik het niet mee eens. Dit is een goede detective met realistische, nostalgische inslag. Heerlijke lectuur op een winterdag of op een zomerdag ergens niet ver weg van een slapende vulkaan in IJsland. Zonder capsones gewoon goed.
Stil Leven, Val Mc Dermid, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2023*****
Op de cover wordt ze ‘Queen of Crime’ genoemd. Lichtjes overdreven maar niet helemaal naast de waarheid. Mc Dermid kan als geen ander spinnen en uitspinnen en blijven boeien. Waar je bij mindere auteurs eventjes een dip krijgt, blijft ze mooi een spanningsboog opbouwen met veel mensenkennis en ook behoorlijk wat inzicht in het politionele gebeuren. Niets buiten de waarheid. Nooit buitengewoon, niets eigenaardigs, gewoonweg aardig vreemd en crimineel. Dat is een verdienste.
‘Still Life’ is de oorspronkelijke titel en misschien toch wel een sleutel die de vertaling ‘Stil leven’ enigszins mist. Hoofdfiguur is terug Karen Pirie die dankzij haar netwerken weer een en ander kan samenleggen. Ook dat is Mc Dermid: de kennis van wat tentakels in het criminele onderzoek en recherche kunnen waarmaken, buiten het officiële om. Neem daarbij nog een apart landschap, mensen die niet thuishoren in een literair boek maar eerder ploeteren, vol angst en beven bij valstrikken… Je weekend kan niet meer stuk. I like Mc Dermid!
Anna O., Matthew Blake, Harper Collins, 2024*****
Dit is het debuut van Blake. Waaw! Zelden las ik een thriller van meer dan vierhonderd bladzijden zo snel uit. Als ervaren lezer herken je plots en denk je snel te weten waar het om gaat, wie de dader is en wat al of niet wordt gevat door politie of recherche.
Dit boek is van een andere orde. Ook vreemd qua entry. Een verdachte ligt al jaren in slaap. Geen coma want de hersenactiviteit is normaal. Anna wordt verzorgd en in quarantaine gehouden wegens verdacht van moord op twee van haar beste vrienden. Onverklaarbaar. Gaat het om ‘schijn’ of een berustingssyndroom’?
De sociale media geven hun mening en zijn voor of tegen de ‘Schone slaapster’. Dr. Prince wordt gevraagd zijn kennis in te zetten om Anna uit haar slaap te halen. Want pas dan kan ze terechtstaan. Met heel veel info over slaapwandelen, moorden plegen onder een minder waakzaam bewustzijnsniveau, de invloed van drugs of trauma’s… blijf je als lezer bezig met een ja of een nee.
Net als je ja denkt, is er een nee. Dan terug zeker een nee. Op het eind, met de laatste afsluit, denk je bij jezelf: had ik dit niet gezien? Was ik weg in een droom van een boek?
Dit is het beste van wat ik sinds jaren las wat betreft psychologische thrillers.
Erfgrond, Maria Turtschaninoff, Atlas Contact, 2023*****
Een omstandig verhaal in tijd op een vrij beperkt gebied. Een mooie definitie van ‘erfgrond’ overigens. Alles speelt zich in het noordoosten van Zweden, in wat cultureel hoort bij Lapland. Een gebied waar klimaat en elanden het ritme bepalen. Maar door de strategische ligging ook eeuwenlang een oorlogsgebied waren en op vandaag nog zijn. Op een pachtboerderij bouwt de afgezwaaide soldaat Matts een leven op. Moeizaam wroetend in het veen.
Het boek is onderverdeeld in grote hoofdstukken per eeuw. Daaronder krijg je dan een onderverdeling met types van mensen, afstammelingen, kennissen, aangetrouwden, onwettige erfgenamen… die Nevabasca bewonen. Dat is de naam voor de pachtgrond van Matts.
Het boek is uiteraard fictief maar, volgens mijn bescheiden kennis, historisch vrij correct. Je krijgt een beeld van het meest verlatene gebied dat hoort bij Europa. Vreemd, eigenzinnig en toch humaan. Herkenbaar. Wat daar gebeurde is niet anders dan wat nu aan de hand is. Trouw, ontrouw, verraad, klein heldendom, doorzetting, opgave…
Af en toe is het moeilijk om door de tijdssprongen de band te zien met de vorige eeuw. Wie was nu weer wiens zoon of dochter? Of was het dat kind van de meid dat toch met de grond ging lopen? Het boek vraagt aandacht van de lezer en verdient ook die concentratie.
Dit gaat over de grond van het bestaan.
Water, John Boyne, Meulenhoff, 2023**
Boyne is een van mijn lievelingsauteurs. Dit boek was zijn minste. Te goedkoop, te doorzichtig, te veel drijvend op de golven van de tijd. Een moeder en een dochter kampen met echtgenoot en vader. Hij werd beschuldigd van seksueel misbruik van acht meisjes. Ook zijn dochter ontsnapte niet aan dit lot.
Hij zit een gevangenisstraf uit en de moeder trekt naar een Iers eiland waar niemand haar kent en neemt terug haar meisjesnaam aan. Met haar dochter is het moeilijk contact houden. Mooi is wel dat Boyne beschrijft hoe een eiland, zelfs afgelegen, niet het nieuws of de vragen kan tegenhouden. Alle feiten dringen overal binnen. Nergens ben je anoniem. Dat is misschien de beste trouvaille van dit boek.
Maar het happy end was voor mij te happy en dus vrij onwaarschijnlijk als je als moeder en dochter met dergelijke misdaad wordt geconfronteerd.
Nee, niet de beste van Boyne. Altijd de moeite van het verkennen waard maar absoluut niet zo goed als ‘Toen de wereld brak’ of ‘De jongen in pyjama’.
Grappig is wel dat je Boyne er in de boekhandel zo uithaalt: alle covers lijken op elkaar, grijswit met een blauwe figuur. Goed bedacht.
De weidse wildernis, Lauren Groff, De Bezige Bij, 2023***
Matrix, Lauren Groff, De Bezige Bij, 2021****
Twee boeken die zeer goede kritieken kregen internationaal. Groff is een jonge Amerikaanse schrijfster die na haar debuut ‘Florida’ aan het romanwerk begon. Deze twee boeken zijn daarvan het resultaat.
Ongelooflijk dat een Amerikaanse auteur dit schrijft. Dat was het eerste dat bij mij opkwam. Zo Europees in denkwijze. Dat staat enorm ver van zowel de Joe als de Donald. Absoluut een verademing om op een historische, ecologische inslag romans te schrijven die binnen de States een enthousiast publiek bereiken.
‘Matrix’ ligt voor mij hoger qua waardering dan ‘De weidse wildernis’. Beide zijn intrigerend, goed leesbaar en staan vol landschappelijke en biologische weetjes.
‘De weidse wildernis’ vertelt het verhaal van een Indiase die vlucht uit een reservaat waar ze ‘gevangen’ zit. Ze vlucht naar de vrijheid en het woud in. Een omgeving die ze eerst als vriend waardeert maar beetje bij beetje haar isoleert en als mens niet laat overleven. Dat gaat, letterlijk en figuurlijk, stap voor stap. Mooi omschreven maar soms langdradig. Te moralistisch ook wanneer het personage haar godsbeeld laat kelderen voor een animalistisch bestaan.
‘Matrix’ vond ik superplezant. Niet te geloven dat een Amerikaanse schrijft over Eleonara Van Aquitanië, abdijen zoals Fontevraud, het Engeland van die tijd met Richard Leeuwenhart op kop. Volgens de cover geïnspireerd op Marie de France. Dat klopt voor een gedeelte. Maar eerlijk gezegd zie ik er ook Hildegard Von Bingen verschijnen en dat maakt het vermakelijk.
Je leest dit boek als een superspannend verhaal over een vrouwenabdij die zich steeds meer als een fort opstelt en waar lesbische contacten gedoogd worden. Marie gaat op een bepaald moment zelf de eucharistie voorgaan en sacramenten toedienen. Zij is strijder, een soort Amazone (Wonder Woman?) en nog altijd bezeten van haar koningin Eleonora.
Je gelooft van dit boek wat je er wil van geloven. Maar het is bijwijlen spannend, bijwijlen hilarisch en toch ook vrij correct historisch gezet. Geschiedenis met een vrouwelijk romantisch kantje. Wie is hier de klos?
Mauk, Jan Vantoortelboom, Atlas Contact, 2023****
Eigenlijk een oerverhaal. Zoiets wat fantasten denken als ze over de kleine dorpen in de Westhoek spreken. Iets van een andere tijd in deze tijd. Bruut en zacht geschreven. Het isolement van een thuis dat erger is dan een woest reservaat. Het idee van cowboys zoals wij als kinderen in de jaren ’60 de verhalen van Karl May lazen. Winnetou en Old Shatterhand. Daaraan deed dit boek me denken. De denkbeeldige broer, de sterke Henri. Het alter ego dat ontstaat wegens eenzaamheid. Je praat tegen jezelf en net een beetje anders. Dat doe je buiten, misschien zelfs op het toilet. Je ontmoet Henri. Henri kan alles wat jij niet kan of durft. Je hebt Henri nodig om je door het leven te slaan. Henri bestaat niet. Henri is wat jij niet bent op de ogenblikken dat je Henri wil zijn.
Dit is misschien een van de meest eigene en eigenaardige boeken die ik las. Zo herkenbaar omdat ik evengoed ergens daar niet ver vanaf geboren ben en dat soort communicatie me eigen is. De droom van het Wilde Westen in de Westhoek.
Dit is een bruut boek. Over dromen en grenzen en het verborgen geweld van een vader die geen fout van zijn zoon verdraagt.
Een boek dat om herlezen vraagt. Behoorlijk gelaagd. Misschien iets te geweldig in taal. ‘Trop’ is soms een teveel. Maar zeker een aanrader voor (on)gevoelige lezers.
Nirwana, Tommy Wieringa, De Bezige Bij, 2023***
Voor mij een afknapper. Zeker in de beginfase waar Wieringa zichzelf als personage tentoonstelt. Zo Hollands moet het voor mij niet zijn. Egotripperij tot in het absurde. Even dacht ik het boek aan de kant te leggen. Zo zelfingenomen kwam de tekst over.
Na een beetje doorzettingsvermogen kwam het goede verhaal op dreef en kon ik de persoon Wieringa vergeten. Hij schrijft dus wel erg goed. Daarover bestaat geen twijfel. Maar er is een verlies aan twee sterren door een soort van narcisme die op de duur als opgeklopte room leest van en over maison Wieringa. Enfin. De plot zit goed als je eenmaal 60 bladzijden gelezen hebt.
Daarmee ben ik tegendraads na alle loftuitingen voor TW en zijn Nirwana.
In deze blog vind je naar mijn mening boeken die veel meer waard zijn qua inhoud en stijl.
Machiavelli’s lef, levensfilosofie voor de vrije mens, Tinneke Beeckman, Boom, 2020****
Met enige aarzeling begonnen aan dit boek met in de titel een man die een slecht imago met zich meedraagt. Van Machiavelli onthoud je een direct streven naar macht en zoiets als ‘het doel heiligt de middelen’. Niet direct my piece of cake. Toch bleef de vraag hangen waarom een jonge filosofe een dergelijk figuur als startpunt neemt en zijn denken beschouwt als een ‘levensfilosofie voor de vrije mens’. Wat kan Beeckman waarmaken over deze Florentijn die leefde tijdens de Renaissance?
Veel, zo blijkt. Duidelijk en analytisch gestructureerd, leesbaar geschreven neemt Beeckman ons mee in zijn denkwereld. Zijn strategie en visie op politiek en staatsbestel zijn verbazingwekkend modern te noemen, zeker in deze tijden van polarisatie. Was de kunst in de Renaissance het startpunt om het perspectivisme door te voeren in beeld, dan was Machiavelli degene die pleitte om de ‘kunst’ van het wisselstandpunt te leren. Elite moet niet denken vanuit de hoogte, maar vanuit een volks standpunt. Omgekeerd moeten mensen van het volk leren hoe ze, mits controle op de elite, waarborgen krijgen voor welvaart en veiligheid. Het lijkt wel utopisch denken. Overigens pleit deze denker ook voor een vorm van beslissingssnelheid. Laat problemen niet aanmodderen met het idee dat deze zichzelf oplossen. Nee, pak ze kordaat aan. Niet treuzelen en misschien tegen de haren instrijken. Want als een ‘kanker’ te groot worden, zijn de gevolgen niet te overzien. Boeiend vond ik het nadenken over zaken als ‘Privileges zijn slecht. Slachtofferschap is goed.’ Iets wat hij compleet verwierp. Hét sofisme van alle identiteitspolitiek die door Machiavelli en ook door de auteur wordt verworpen.
Een boek geschreven vóór de Nederlandse verkiezingen van november 2023. Actueler dan ooit. Zeker en vast de moeite voor wie politiek geboeid blijft in ons land anno 2024.
Monarchie, Kemal Rijken, Ambo/Anthos, 2023***
Deze Nederlandse journalist heeft zich uitvoerig gedocumenteerd over een aantal dynastieën, koningshuizen binnen Europa. Dat levert een schat van informatie op. Een boek van 470 bladzijden, bronvermelding en dankwoord niet inbegrepen. Ook een paar leuke foto’s. Het boek bezit een omslag en de binnenzijde daarvan levert je direct een overzicht van de diverse koningshuizen en hun ‘verbanden’. Een en ander is met elkaar verweven en de omslag alleen al verdient een ster.
De koningshuizen die aan bod komen zijn: Nederland, Luxemburg, Italië, Montenegro, België, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken, Griekenland, Noorwegen, Spanje, Roemenië, Bulgarije, Monaco, Liechtenstein.
Grosso modo beschrijft Rijken een tijdsinterval van maximaal 150 jaar. Anderhalve eeuw waar veel op de helling kwam te staan voor monarchieën. Een aparte invalshoek ook om veel van de Europese geschiedenis te begrijpen.
Het werk staat bol van de feiten die worden gestaafd. Geschreven dus door een journalist. Dat is goed maar niet altijd het recept om lekker door te lezen.
Misschien is dat ook de bedoeling niet. Je hoeft dit boek niet door te lezen. Als je in een van die landen eventjes vertoeft, op reis of zakelijk, dan kan die achtergrond je toch wel helpen om een en ander te begrijpen.
Zelf sloeg ik Griekenland, Montenegro en Bulgarije over. Omdat ik niets van die geschiedenis ken. De rest las ik met aandacht en dat vlotte mooi door. Dit is een naslagwerk. Geen roman.
Waarom niemand kwantum begrijpt en iedereen er toch iets over moet weten, Frank Verstraete/Céline Broeckaert, Lannoo, 2023****
Theoretische fysica probeert via wiskundige modellen de interactie in onze kosmos te begrijpen. Soms loopt wiskunde voor, soms zijn experimenten strijdig en blijven ze de bestaande modellen ondergraven. Tussen experiment en theorie ontstaat begrip van wat zich aan krachten, deeltjes, energie… afspeelt en ons bestaan ook mee heeft veroorzaakt.
Verstraete start met dit boek met het moeilijkste. Kwantum. Wat is in godsnaam een kwantum en waarom is dat zo belangrijk? Deze tak van de fysica is vrij recent. Eigenlijk nauwelijks meer dan een eeuw oud. Toch heeft het kwantum-inzicht onze wereld danig veranderd en zal dat in de nabije toekomst zeker nog veel meer doen.
Alles begint met ondeelbaarheid. Vandaar het kwantum. In het normale zintuiglijk perspectief denken we dat energie gewoon een continuüm is, dat tijd niets met ruimte te maken heeft, dat watergolven een ding zijn maar licht gewoon straling is. De appel valt namelijk van een boom op de grond en stijgt niet naar de lucht. Zo simpel zijn de eerste wetten van Newton.
Maar dan komt er licht in de zaak. Is licht nu een golf of een deeltje (foton?). En waarom zoeken deeltjes een samenhang? En waarom is alle licht bepaald door een frequentie?
Niet alles is deelbaar. Alles bestaat uit kwanta. Energie bijvoorbeeld is niet deelbaar. Dan begint pas het grote avontuur. Want onzekerheid mag vrij filosofisch klinken, het is een wet. Je kan niet van elk deeltje tegelijk weten waar het is en de ‘snelheid’ of het momentum die het heeft op datzelfde moment. Meet je het ene, ben je het andere kwijt. Je stoort een wereld door te meten. Je wordt dan deel van die wereld.
Nee, geen science fiction. Pure science! Voeg daar nog wat elementen als symmetrie, antideeltjes en verder nog de kwantumcomputertechnologie.
Vermakelijk is hoe Verstraete leuk schrijft en ook veel vrouwelijke fysici aan het woord laat, af en toe vergezeld van wat roddels. Een poëtisch vers geeft dan weer anders weer wat die werkelijkheid is.
Een zeer verhelderend boek maar vooral toch gericht naar mensen die iets weten over fysica op een meer dan middelbaar niveau. Niet zo gemakkelijk, wel enorm boeiend en plezierig. Daarom vier en geef vijf sterren.
Bomen en bossen, Ton Lemaire, Ambo Anthos, 2023****
Een filosofisch ‘groen’-icoon is deze noorderbuur. Al jaren schrijft hij over natuur op een cultuurfilosofische manier. Met veel eruditie, mildheid en toegankelijkheid. Misschien is dit mijn laatste boek, schrijft hij in het voorwoord. Het is even schrikken als je merkt dat hij een 80-er is. Dit boek is een ode aan het belang van bomen en bossen. Bomen die landmarks zijn, bomen die zoveel jaren ouder worden dan een mens maar snel gekapt worden. Bossen die een klimaat onder controle houden en onder het bladerdak enorm veel leven bevatten. Het boek biedt een mooie verkenning van bomen in zowel literatuur, kunst, religies, culturen (wereldwijd) en geeft mooie feitjes mee over het leven en belang van bomen en bossen. Hoe vooral de landbouw en de groeiende populatie van mensen de boomgrens terugdrong. Waar Lemaire wel niet van houdt, is om bomen te veel te vermenselijken zoals Peter Wohlleben deed in zijn boek (al vond ik dat eigenlijk wel enorm mooi, hoe bomen ‘weet’ hebben van elkaar en ondergronds verbonden blijven). Dus toch een kritische noot van Lemaire. Dat scherpt de lezer en van dat soort opmerkingen mochten er meer zijn. Want de rest is vrij beschrijvend, erudiet dat wel, maar niet zo diepgravend als de wortels van sommige bomen…
Een gemakkelijk boek eigenlijk, voorzien van een aantal illustraties in kleur.
Operatie Kerk, Walter Van Steenbrugge, Pelckmans, 2023****
Volgens de ondertekening van het voorwoord is dit boek afgewerkt in augustus van ’23. Net voor de reeks ‘Godvergeten’ op VRT te zien was. Alvast een goede timing. In het boek beschrijft meester Van Steenbrugge twee zaken die de Rooms-Katholieke Kerk in Vlaanderen op haar grondvesten deed daveren. Enerzijds het schrijnende verhaal van seksueel misbruik in de Kerk, anderzijds het euthanasieproces (2020). De twee zaken zijn elk goed voor de helft van de tekst.
De advocaat beschrijft beide verhalen vanuit zijn advocatenbureau. Beklijvend wat de slachtoffers betreft in de ene zaak van seksueel misbruik in de Kerk en evengoed navrant en pijnlijk wat de beklaagden betreft in het euthanasieproces. In beide gevallen ook een kluwen van intriges vanuit Kerk en staat waarbij de grote middelen, een rechtsstaat als de onze onwaardig, niet geschuwd werden. De tentakels van die macht reikten tot het Vaticaan.
Het boek is geschreven door iemand die juridische taal hanteert en toch het menselijk aspect in dat alles niet schuwt, zowel binnen het advocatenbureau als in contact met slachtoffers of beklaagden. Het leesritme wisselt daarom van vlot naar concentratie. Wat wordt beweerd, wordt ook gedocumenteerd. Het boek leest als een aanklacht tegen verborgen macht en machtsmisbruik maar is evengoed een leidraad om de achtergrond van een aantal feiten, vaak vrij breed uitgesmeerd in de media, te begrijpen en verbanden te ontdekken. Denk aan de verdwenen dossiers van Operatie Kelk, de betwiste soevereiniteit van Vaticaanstad als deze wordt aangeklaagd in het kader van seksueel misbruik, de plotse twist van de zaak Tine Nys naar het assisenhof, de aanklacht tegen Van Steenbrugge zelf door het Vaticaan.
Dit boek mag wat mij betreft verplichte lectuur worden in de lessen actualiteit en dat in elk schoolnet.
Slapeloos, Jon Fosse, Wereldbibliotheek.2010****
Een schitterend wit, Jon Fosse, Uitgeverij Oevers NL, 2023****
De Nobelprijswinnaar literatuur 2023 maakt zich op een aparte manier taal eigen. Hij neemt je mee in een gegeven zonder plot bijna, let op de kleine details die je zo herkent uit het eigen leven maar plaatst figuren in een context die bevreemdend of vervreemdend werken. In die zin is Fosse een controversieel schrijver met een apart timbre. Als lezer word je op het verkeerde been gezet. De taal is eenvoudig en herhalend, een beetje aritmisch en je krijgt het gevoel stil te staan. Opeens doemt een andere dimensie op en vraag je je af of je niet een paar bladzijden gemist hebt tijdens het lezen. Niets van. Al is de trage, repetitieve stijl een uitdaging voor de leesconcentratie. De twee boeken die ik van Fosse las, tellen net geen tachtig bladzijden. Andere auteurs met eenzelfde volume ga je verslinden op zo’n anderhalf uur (zonder storing). Anders dus bij Fosse. Hij verplicht je traag te lezen. Anders ontgaat je de essentie.
‘Slapeloos’ is het verhaal van een koppel die een woning zoekt. Het is koud en herfst. De winter komt nog. Op een of andere manier lijkt het wel een Scandinavisch kerstverhaal. De gelijkenis is enorm maar is evengoed actueel als je kijkt naar het migratiethema dat wereldwijd de kaarten herverdeelt en politieke fracties verdeelt. Nooit heeft hij het over politiek. Het is altijd een blik van hoogstens één of twee mensen binnenwaarts en buitenwaarts naar de ontmoeting met één ander. Als er al sprake is van een ontmoeting. Je stapt niet uit die winter van eenzaamheid.
‘Een schitterend wit’ is dan weer compleet anders maar bezit alle kenmerken van dezelfde schrijvershand. Het begint met de verwardheid die ons allemaal overkomt wanneer je een afslag mist. Je rijdt wat links en wat rechts en je rijdt je vast. Bij Fosse is dat dan midden een bos (ondenkbeeldig in Vlaanderen). De wagen kan geen kant meer op en dus zoekt de chauffeur zich te voet een weg naar de ‘bewoonde’ wereld. Op zoek naar een lichtje dat brandt, op zoek naar menselijk contact. Hij blijft gaan, krijgt het superkoud, wil gaan liggen maar weet dat dit het einde kan betekenen. Opeens komt dan het schitterend wit. Iets wat lonkt en belooft. Het mooiste is dat de combinatie van alles absurd is, maar het hoofdpersonage eigenlijk ‘gewoon’ rationeel blijft denken en herkenbaar blijft.
Kassa 19, Claire-Louise Bennet, Koppernik, 2022****
In de vorige blog (oktober 2023) werd van deze Ierse auteur al ‘Poel’ beschreven. Een hilarisch, boeiend en raar hoogstandje van schrijverschap. Daarom nam ik met interesse kennis van dit tweede boek van Bennet. Iets lijviger dan het vorige maar zeker zo goed. Bij Bennet gaat het zelden om een verhaal. Het gaat om belevenissen en weven rond die belevenissen zonder dat die later nog een betekenis krijgen. Vrij en associatief dus. Vrij associatief.
De titel is dan weer verhelderend logisch. Een jonge vrouw uit een arbeidersgezin staat aan de kassa in een grootwarenhuis. Kassa nr. 19. Wie nu verwacht dat dit boek een soort van biografie is van de arbeidersdochter die zich via een flexi-job opwerkte naar auteurschap is eraan voor de moeite. Hier is geen lijn te bespeuren behalve ideeën die opkomen, met boeken die interessant zijn om te lezen en een paar gasten aan de kassa die haar soms een boek toestoppen. Uiteraard krijgt ze relaties en altijd bekijkt ze die als een kraai op haar nest. Nooit van dichtbij. Altijd van dat vreemde.
Net zoals bij Fosse merk je hier dat repetitieve en lees je soms korte zinsneden alsof de auteur lijdt aan kortademigheid. Maar net zoals bij ‘Poel’: je leest en je lacht. Op zich weeral goed voor de ademhaling.
Tosca, Maud Vanhauwaert, Dasmag, 2023***
Een witte cover waarop een drietal halve cirkels te ontwarren zijn. In reliëfdruk lees je dan Tosca. De eerste roman van dichteres Vanhauwaert. Overigens, zo zegt ze zelf in het boek, paste ze de naam aan. Niet Toska maar Tosca. Omwille van het grafische.
Eigenlijk is dat een perfecte, misschien ongewilde, entry voor deze roman. De pasvorm. Je wordt als lezer gedwongen in een ritme. De dichter is altijd dicht. De roman is vloeibaar en vreemd. De auteur kan schrijven; daarover bestaat geen twijfel. De plot grijpt naar de keel (of de buik?) en laat je op het eind verweesd achter. Wat was fictie, poëzie, verdichtsel, verzinsel of realiteit.
Tot hier kan ik vijf sterren geven. Maar ik mankeer en mis iets. Ongekunsteldheid. Als iets een teveel heeft aan zoeken en gezocht worden en zich wil laten vinden, dan krijg je een ongemakkelijk gevoel. Alles is ‘gemaakt’ en mist ondanks de vele woorden, warmte en inleving. Niets komt binnen.
Nee, ik hou van Maud Vanhauwaert als dichter. Haar eerste roman is voor mij gewoon te veraf en te ‘goed’ gemaakt. Waardoor het misschien net z’n doel mist.
Dit zou in de tegenwoordige tijd geschreven moeten worden, Helle Helle, Uitgeverij Contact, 2012***
Iets voor jou, zei de boekhandelaar van De Zondvloed. Helle Helle. Een naam als een klok (maar dan niet vanuit Rome). Gelezen en weeral met plezier ‘verorberd’. Al vond ik haar nieuwere romans een stukje beter. (‘Zij’ en ‘Bob’). Wat betekent dat naar mijn bescheiden mening deze auteur is gegroeid en haar stijl verder heeft verfijnd. Want ‘puur’ is een woord dat hier van toepassing is. Een vorm van helderheid in eenvoud. Een voorbeeld: ‘een potlood als een half opgerookte sigaret’. Zelf zou ik daar nooit aan denken maar het is precies wat ik voor me zie liggen.
Al laat de titel van dit boek iets anders vermoeden. Zo lang en waarover gaat dat dan? Ze beschrijft hoe ze aarzelend schrijft en naderhand haar werk herleest. Dit zou in de tegenwoordige tijd moeten geschreven worden. Dat typeert Helle Helle. De aandacht voor het grammaticale dat indien goed gebruikt nauwelijks opvalt. Omdat het zo juist is.
Ze mixt generaties en de naamgeving tussen tante en de auteur zijn wat verwarrend in het begin. Eigenlijk gaat dit boek over loslaten, opgroeien en terugkeren. Over alles en niets dus. Nee, absoluut geen ‘livre noir’ of literaire thriller.
Helle Helle is volgens mij verwant met Jon Fosse en Claire-Louise Bennet. Een indringende, ludieke, heldere, bevreemdende en vervreemde manier van taal hanteren. Niets is moeilijk maar toch redelijk complex. Maar zo herkenbaar menselijk.
Momenten voor de eeuwigheid, Kjersti Anfinnsen, Ambo/Anthos, 2023****
Een 90-jarige vrouwelijke hartchirurg mijmert over het voorbije leven en de huidige momenten. Het lijkt een afgrijselijke voorafspiegeling te worden van het ouder worden. Niets is minder waar. Het is een bijwijlen humoristisch boek, enig cynisme is nooit uitgesloten, vol van het leven van nu en wat verleden tijd is. Korte of iets lange mijmeringen – momentopnames dus – in het leven van Birgitte. Ze is van Noorse afkomst, werkte lang als enige en eerste vrouwelijke hartchirurg in New York en slijt haar laatste jaren in Parijs. Met Javier, een beroemde en circa even oude architect, beleeft ze op oude leeftijd een korte maar mooie liefde. Aangrijpend, plezant en zeer lucide van taal. Het boek lees je in een tweetal uur uit maar blijft nazinderen. Wat voor leef-tijd wordt het bij verouderen boven de 80? Hoe kijken jonge mensen naar je? Wat zegt de actuele wereld je? Wat sluit je af? Wat open je (opnieuw)?
Een boek om te koesteren. Maar misschien meer voor 60-ers. Jonge mensen zullen dit nogal ver van hun leefwereld ervaren, vermoed ik. Al is de auteur ook een 50-er. Misschien onderschat ik nu het inlevingsvermogen van jongere mensen.
Tom Lake, Ann Patchett, De Bezige Bij, 2023**
Een roman die je best leest op vakantie, misschien best in een fruittelersgebied zonder stadskernen dichtbij. In de VS heb je vele van deze uitgestrekte gebieden en dat maakt het weer wat exotischer en is ook het landschap dat essentieel is in dit verhaal.
Dit is een roman, een familieroman, te lezen zonder problemen. De boerin had een verleden als actrice, had een korte romance met een ‘grote’ ster, huwde een boer en kreeg drie dochters. Allemaal close maar toch met een eigen karakter. De een zal boerin worden, de ander wil actrice worden en de derde dochter studeert veearts. Het heeft wel iets mee van ‘Onder moeders vleugels’ (Louisa M. Alcott). Patchett schrijft goed en eigenlijk te goed voor een dergelijke plot. Maar het is een boek voor moeders wiens dochters beslissen over hun eigen leven, hun gang gaan en toch wel benieuwd zijn naar dat verleden dat ze delen.
Voor mij te romantisch.
Dromen voor het leven, Arthur Japin, Uitgeverij Mozaïek, 2023*
Dromen zijn geen bedrog. Ze zijn zelfs broodnodig. Dat is zowat het uitgangspunt van dit kleine boekje, waar korte fragmenten geschreven door Japin en illustraties van Martijn van der Linden, een soort dromendagboekje vormen.
Want inderdaad, op het eind van de rit krijg je de kans je eigen dromen te noteren. Waar, wat en hoe? Dromen zijn een spel, zijn een krachtbron en geven weerstand tegen het leven. Mezelf hiervan overtuigen kon ik niet.
Maar het is een grappige en mooie uitgave. Dat is zeker werkelijk, in wakkere toestand, waar te nemen.
De avonturen van Amina al-Sirafi, Shannon Chakraborty, Boekerij, 2023****
Dit boek was een onverwachte aangename verrassing. Gekocht in regentijden omdat het er zo leuk uitzag want het was een limited edition al kostte die niet meer dan een ander werk van dit formaat. Mooi papier, wat leuke tekeningen en op de cover binnenin een mooi getekende kaart van de Indische Oceaan.
Niet verwonderlijk want het gaat om een avonturenroman die zich afspeelt tussen alle landen gelegen aan deze oceaan. Een beetje magisch, behoorlijk avontuurlijk en met heel veel weetjes van een cultuur waar we alles van denken te weten en toch niets snappen. Op de duur sla je toch een atlas open om te weten waar alles zich afspeelt.
Verrassend is dat de hoofdfiguur een vrouwelijke piraat is die van wanten weet. Ze is min of meer ‘op rust’ tot ze een opdracht krijgt die ze niet kan weigeren. Een opdracht met een dubbele boodschap en waardoor ook haar dochter in gevaar komt. Ze gaat op tocht en zoekt contact met gewezen vrienden en vijanden. Stuk voor stuk mannen en vrouwen die beschikken over een specifieke kwaliteit. Dan begint de zoektocht, een avontuur vol magie, rare zeewezens, vliegende wijzen en ongelooflijke reddingen. Dat laatste was er voor mij soms te veel aan, maar zo leuk omdat het eens niet een Vikingenverhaal of een saga betreft, bekeken door een Westerse bril.
Het leest heerlijk door. Een absolute aanrader waar je jezelf in verliest en de pezen van je armen arbeid verzetten wegens het gewicht. Op de duur lees je aan een tafel maar dat neemt de pret niet weg.
Ronnie de roerdomp, Arjan Dwarshuis, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2023***
Suus gaat er graag op uit. Soms wat onbesuisd als het weer kwakkelt en het ijs niet in staat is om mensen te dragen. Zo begint het verhaal van Suus die haar eerste ontmoeting met de roerdomp nauwelijks overleeft.
De illustraties van Marieke Ten Berge zijn heerlijk en verademend. De tekst van het boek is eerder gericht op lezers vanaf 9 jaar. Voorlezen kan wel en een filmpje bekijken kan ook. Dat maakt het avontuur completer.
Uiteindelijk is dit boek iets voor de kleine vogelliefhebber. Ook de auteur is een fenomeen als we dit mogen geloven. Hij zag in 2016 niet minder dan 6852 vogelsoorten. Hoe hij dat voor elkaar kreeg, is mij een raadsel en zal zeker de nodige ‘uitstoot’ gegeven hebben.
Dit terzijde is het boek ook een beetje een eigenaardige vogelgids. Je kan aantekenen welke vogel je zag in de tuin, het park, op de vijver, in de weide, in het bos. Zo leer je kinderen kijken en de nieuwsgierigheid als vanzelf aanwakkeren. Maar de vogels en vogelsoorten primeren op het verhaal en dat is jammer. Veel vogels maar net te weinig vleugels om het verhaal ook te laten inspireren. Het verhaal is ondergeschikt aan de soorten en daarom is het avontuur ondergeschikt en zijn de belevenissen niet echt geloofwaardig.