Maandag, 01 september 2025 07:10

Een lezer blogt: Annick Vansevenant

Gelezen XXXVII

Annick Vansevenant

voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M

Editie september 2025

Non-fictie

 

Mijn strijd voor abortus, Rein Bellens, Houtekiet, 2025 *****

Kroniek van een mijlpaal in vrouwenrechten, zo luidt de ondertitel van dit boek. Huisarts Rein Bellens is sinds 1980 bezig met de problematiek van ongewenst zwangere vrouwen. Een halve eeuw geleden was abortus een woord dat vermeden werd in het katholieke Vlaanderen. Dolle Mina’s die op straat ‘Baas in eigen buik’ scandeerden, dat was iets voor Nederland en meer specifiek voor Amsterdam of zo. Niet bij ons. Wie abortus wilde plegen én het zich financieel kon permitteren trok voor korte tijd naar het buitenland en zweeg achteraf.

Maar de problematiek trof Rein Bellens in het hart en tekende zowat veertig jaar van haar leven. Het abortuscentrum in Gent werd symbool voor opvang van zwangere vrouwen in nood.

Het resultaat is een gedreven boek over een engagement dat voor Bellens een jarenlange strijd opleverde met speurders, justitie, vonnissen en uiteindelijk… vrijspraak. Langzaamaan werd de tijd rijp voor een wettelijke regeling van abortus. Dat was even buiten de waard, met name koning Boudewijn I, gerekend. Die kon de wet niet ondertekenen wegens zijn gelovige overtuiging. De mini-koningskwestie werd een feit en door de toenmalige CVP-top handig opgelost.

Wie denkt hier bladzijdenlange feministisch gedram te lezen, getuigt van een vooroordeel de auteur onwaardig. Het boek is spannend opgebouwd en leest als een trein. Vol anekdotes zelfs, humoristisch bijwijlen en toch niets afdoend aan de aanhoudende strijd voor het beslissingsrecht van ongewenst zwangere vrouwen. Het toont ook het politieke leven achter de schermen, zeker in de christelijke rangen.

Geen overbodig boek. Niet louter een terugblik. Want de anti-abortusbeweging steekt terug de kop op en voelt zich meer gesteund dan de laatste halve eeuw het geval was. Ook de verlenging van de tijdsspanne voor zwangerschapsafbreking blijft een actueel politiek item in ons land. Goed is dat Bellens de zaken niet alleen vanuit het hart maar ook vanuit medische kennis goed onderbouwt.

En... het vermoeden is groot dat Rein Bellens geen fan is van een zaligverklaring van Boudewijn I.

Hoop, Over een verstandige verhouding tot de wereld, Philipp Blom, De Bezige Bij, 2024***

Dit boek laat zich lezen als een brief waarop filosoof Blom een antwoord probeert te geven op een vraag die hij voorgeschoteld kreeg tijdens een lezing. Kunnen we nog hopen in deze tijden?

Geen nieuwe vraag uiteindelijk want elke tijd bezit wel trekjes om hoop te doen omslaan in wanhoop. Hoop is een ouwe getrouwe in theologische en filosofische geschriften. Denk maar aan de akte van hoop bij de katholieken of het filosofische denkwerk van Ernst Bloch.

Voor Blom zijn er drie ‘wanhoopskreten’ in onze tijd: de opwarming van de aarde, de dramatische achteruitgang van de biodiversiteit en de gevolgen van digitalisering en kunstmatige intelligentie. Hij noemt ze de actuele apocalyptische ruiters.

Logisch dat Blom zijn uiteenzetting over ‘hoop’ koppelt aan zingeving. Met veel aandacht voor christelijke achtergronden en Griekse mythologie. Toch is zijn betoog ten gronde atheïstisch, zij het met respect voor wie kan geloven in religieuze zingeving. Terecht gaat hij in tegen nostalgie als een verlangen naar vroeger-toen-het-beter-was.

Wat is dan zijn uiteindelijke visie? Dat vraagt wat doorlezen en pas op het eind van het werk komt de sterkte. Tot bladzijde 100 (van de in totaal 173) is er eigenlijk een lange, en zichzelf herhalende intro. Een aftasten, wat persoonlijke verhalen en dwalen tussen hoop en zin.

Uiteindelijk gaat de twijfel over hoop gepaard met veranderingen waaraan mensen zich (nog) niet of moeilijk kunnen aanpassen. Dat leidt tot twijfel. Tot een herziening. Wat nu het geval is, en daar wacht Blom mijn inziens veel te lang mee, is dat de snelheid van veranderingen die impact hebben op de manier waarop het dagelijkse leven wordt geleid veel groter is dan ooit het geval was. Dat leidt tot een inertie, een re-actieve houding, afwijzen en angst. Dat tekent onze samenleving. Zijn andere stelling is dat wat nu de werkelijkheid is, ook iets anders kon geweest zijn. Dat dus ook wat niet is, kon zijn. En dat is een reden voor hoop. Nooit geloven in de fataliteit van hoe dingen gebeuren. Alles kan anders.

 

De gouden roos, Konstantin Paustovski, Uitgeverij Van Oorschot, 2025****

Een autobiografisch werk dat doet kennismaken met Oost-Europa, vooral Russisch en Oekraïns gebied, nog ver voor de oorlogstijd van nu. Paustovski is een denker, een schrijver en houdt van onderweg zijn zonder grote onkosten. Op die manier ontmoet hij omgevingen, komt hij vreemde personages tegen en leert hij bij over de oorsprong van taal.

Want precies dat maakt het boek uit. Zoals de uitgever zegt: ‘Notities over het werk van een schrijver.’

De taal is enigszins breedsporig, soms wat archaïsch, maar mooi van stijl. De auteur denkt na over het schrijverschap, citeert een aantal schrijvers zoals Poesjkin, Toergenjev, Tolstoi, Victor Hugo en HC Andersen. Prachtig is het beschrijven van verbeelding en hoe een schrijver, eenmaal aan het schrijven, soms zelf verbaasd staat van wat ‘zijn’ personages zeggen. Alsof een leven ontstaat vanuit de pen of pc. Paustovski pleit voor contact, voor kijken en onder mensen zijn. Geen ivoren toren als summum van ‘het’ schrijverschap. Eerder je mengen, ondergaan, onderweg zijn en zien en vooral het ongeziene gewone opmerken.

Een prachtig boek. Van Paustovski zal ik nog meer lezen.

 

 

Fictie

 

De archeologie van het verlies, Sarah Tarlow, Uitgeverij Van Oorschot, 2025**

Misschien was het een waarschuwing. Voor liefhebbers van ‘Het zoutpad’ werd vermeld op de backcover. Gezien de commotie hierover kon het gelden als een oranje vlag op het strand.

Daarnaast las ik evengoed ‘H is voor havik’, als een soort gelijkaardig boek. Dat laatste boek is en blijft een van mijn favorieten. Daarom dus las ik Tarlow.

‘Het zoutpad’ heb ik niet gelezen en ben dat eerlijk gezegd niet van plan.

Tarlow is een archeologe, gespecialiseerd in omgang met doden en rituelen omtrent dood.

Het boek is een autobiografie toegespitst op het overlijden van haar man en dat overlijden wordt gekoppeld aan haar academische kennis over dood.

Ze beschrijft in detail hoe haar man aftakelde, zij afzag met de zorg daaromtrent en door haar carrière moeite had om die zorg vol te houden. Een rauw en onverteerd verhaal die voor de auteur een vorm van biecht is.

De afwisseling met haar vakkennis is soms bevreemdend en het boek is ook een opeenvolging van herhalingen. Wat misschien eigen is aan een ‘onbekend’ ziektepatroon waaraan haar man leed, maar uiteindelijk ook de lezer verveelt.

Los van het feit dat deze archeologe beter eens wat meer kennis zou mogen opdoen omtrent de actuele euthanasieregels in landen buiten de VK. Wat ze schrijft over België klopt absoluut niet.

Met andere woorden: lees ‘H is voor havik’.

 

 

De heilige van de berg van Koya, Kyoka Izumi, Cosimo, 2024****

Een rondtrekkende monnik vertelt een verhaal aan een kompaan die hij toevallig ontmoet. Hoe hij de berg van Koya beklom en te maken kreeg met het vreemde aan wat leven kan zijn. Is het een sprookje? Een fantastisch verhaal? Een mythe?

Alles begint simpel. Bijna te simpel. Maar dan beleeft de monnik avonturen die zelfs het niveau van het avontuurlijke overstijgen. Er is het reële en het irreële. Hij ziet niet wat hij ziet. Iets ontsnapt aan zijn beeld en wat hij meemaakte, klopt nergens.

Het boek telt nauwelijks honderd bladzijden maar is qua literair gehalte enorm. Alsof elk woord gewikt en gewogen werd naar Japanse normen. Daarom alleen al een trouvaille.

Dit boek lees je niet. Dit oeuvre herlees je beetje bij beetje zoals een Japans theeritueel.

 

 

Het bewijs van mijn onschuld, Jonathan Coe, De Bezige Bij, 2024****

Hartje Engeland en dus hartig wat betreft Britse humor, zeker als Coe de auteur is. De koning, de overleden koningin, de adel, de premier genaamd Liz Truss… zijn aanwezig in deze soap. Hoofdthema is de oprukkende verrechtsing maar dan vertaald in een moordend complot. Daardoor wordt een extra factor spanning ingebracht wat het politieke statement van de auteur eigenlijk meer kracht geeft en absoluut saaiheid vermijdt. Maar dat is exact wat Coe kan. Moeiljke thema’s op een bijtende, humoristische plaatsen in een to he point neergezette tekst.

Het boek is briljant in alle eenvoud en zeer doordacht gestructureerd. De taal die wordt gehanteerd is niet complex maar toch vraagt het verhaal de nodige aandacht van de lezer omdat er behoorlijk gespeeld wordt met het element tijd. Niet onbelangrijk omdat politieke stromingen niet zomaar ontstaan maar lange tijd onder de radar blijven groeien tot een idee opeens stem en weerklank vindt.

 

 

Vandaag is geen dag voor verraad, Robert Pollack, Ambo/Anhtos, 2025**

Dit boek lijkt qua thema wel een copycat van de vorige (‘Het bewijs van mijn onschuld’, Jonathan Coe). Op een andere manier wordt hier evengoed de infiltratie van het rechtse denkgoed beschreven. Het verhaal speelt zich af in Nederland en de timing is perfect met figuren als Wilders en Schoofs in de reële politieke wereld van onze noorderburen. Er ontstaan roerige tijden en in Nederland is een staatsgreep op til. Twee figuren bekijken dit vanaf de zijkant wegens een opname in een ziekenhuis. Riem is een kunstschilder en bevriend met een jonge man genaamd Kai. Werner is een advocaat en bevriend met de schrijfster Moniek. Uiteindelijk blijkt die laatste de spindoctor te zijn van de rechtse rebel die aan de macht komt.

De ziekenhuiskamer wordt op die manier een miniatuurtheater waar de dialogen, het begrip, de zorg, de liefde, het onbegrip en woede zich tussen een vijftal mensen afspelen.

De plot is goed. Het verhaal enigszins ongeloofwaardig door te karikaturaal neergezet. In tegenstelling met Jonathan Coe ontbreekt humor als ontlastend gegeven.

Desalniettemin een aangename kennismaking met auteur Pollack.

 

 

De bijensteek, Paul Murray, Meridiaan Uitgevers, 2024***

Dit is geen boek. Dit is een deel van een leven meegedeeld en die ook weer een deel van je tijd opvraagt. Het gaat om een turf van meer dan 800 bladzijden. Na het lezen is er vaak een gevoel van waarom het niet beperkter kon. Had het oeuvre aan waarde verloren met 200 bladzijden minder? Maar Murray is een Ier en houdt van vertellen. De lijnen zijn breed, warrig, dwalend en keren terug bij tijd en wijlen.

Dat is misschien ook het leuke. Je gaat op reis met een boek in je zetel.

Ierland blijft een land in gevecht met zichzelf. Het verleden, het loswerken, de taboes, het willen vertellen, het ruige landschap geeft Murray een ongezien decor. De bijensteek is te vatten als een metafoor. Wie is wanneer gestoken door een bij? En was die steek effectief de aanzet om een leven om te gooien, om de twijfels de bovenhand laten krijgen?

Daar toont Murray zich als meester-schrijver. Mensen en hun visie zijn nooit zekerheden. Ze zoeken, landen, vliegen of... steken.

Enigszins overdreven vond ik het missen van elke interpunctie in grote delen van het boek. Als lezer gaf het mij geen meerwaarde behalve wat verwondering en een zich afvragen of dit nodig was of een zetfout.

Het boek vraagt geduld. De eerste 300 bladzijden zijn niet gemakkelijk verteerbaar maar dan komt de cascade. Een stroomversnelling die tot op het einde geen anticlimax kent en geloofwaardig blijft.

 

 

Fictie thrillers

Digital Fortress, Dan Brown, Corgi Book , 1998**

Een minder bekend boek van Brown, bekend geworden door werken en verfilming van De Da Vinci Code, Inferno, … waarin Robert Langdon verzeild geraakt in intriges te maken met kerk, museale achtergronden, internationale samenzweringen.

Dit is een van zijn eerste werken, toevallig op de kop getikt in een Aziatische luchthaven. Beter kan het niet worden. Geen Robert Langdon hier maar wel een vrouwelijke hoofdrol voor Susan Fletcher. Een briljante wiskundige en code-ontcijferaar.

Het boek speelt zich af in Fort Meade (Maryland, VS) maar brengt de lezer ook naar Sevilla en zelfs naar Tokio. Alles speelt zich af in de eerste jaren van digitale netwerken, beveiliging en enigma’s. Tot in Fort Meade de vrees ontstaat dat iemand in staat is om een onbreekbare code te maken waardoor alle computers tilt slaan. Iets waaraan Fletcher twijfelt. Elke code is te breken, te ‘vertalen’, de een al wat moeilijker dan de andere. Maar krachtige netwerken kunnen meer dan wat mensen deden in de Tweede Wereldoorlog.

De spanning stijgt in Fort Meade, het digitale fort van de VS. Waar ligt de oorzaak? Technisch? Een virus? Een logistiek medewerker die files verplaatst?

In de vorige eeuw was dit wellicht een boek waar computerfreaks dol op waren. Nu lijkt het bijna op coderen op z’n middeleeuws. Leerrijk is het wel. Gemakkelijk ook om door te lezen in Engels. Prima vliegtuiglectuur en ietwat old-fashioned.

 

 

De nachtvissers, Cristina Cassar Scalia, Uitgeverij Marmer, 2025***

Alles speelt zich af in Sicilië en dus geeft deze politieroman een mooie en aparte inkijk op het Italiaanse eiland. Vanina Guarrasi is commissaris in Catania, niet ver van de Etna. Een oude stad en misschien wel mooier dan Palermo. Niet alleen wegens de ligging maar ook door buurten die nog altijd het oude leven uitademen. Catania is stukken rustiger dan Palermo.

De auteur zorgt er in alle geval voor dat vrouwen op veel vlakken goed in beeld komen. Guarrasi, de hoofdfiguur, is verknocht aan lekker eten en sigaretten. Dat maakt het enerzijds plezant maar teveel van het goede leidt tot verveling. Dat is misschien wel de belangrijkste kritiek. Alles wordt te stereotiep beschreven. Overigens zijn de dialogen veel te lang uitgesponnen met te veel herhalingen op te korte tijd. Af en toe dus enorm veel onbelangrijke details. Er is geen sprake van het-witte-zakdoek’ systeem. Hier komt een box van cleaners op je af die de plot niet vooruit helpen.

Toch blijft het geheel goed leesbaar, maffia en corruptie blijven een topic. Op het einde komt er toch een mooie twist.

Wie reisplannen heeft naar Sicilië leert zeker veel bij over de lokale keuken. Die wordt smakelijk beschreven.

 

 

De laatste gelofte, M.W. Craven, Luitingh-Sijthoff, 2025****

Een eerste kennismaking met een auteur die intussen een aantal titels op z’n lijstje kan zetten. Blijkbaar met succes. Hoofdfiguren zijn Washington Poe en Tilly Bradshaw. De misdaadplaats ligt om en rond Gretna Green in Schotland. Een seriemoordenaar slaat toe. Een scherpschutter en dat is voor Washington Poe een pijnlijke herinnering aan oorlogstijden. Hij lijdt aan PTSS en volgt daarvoor ook therapie.

Beetje bij beetje wordt duidelijk hoe de moordenaar toeslaat.

Hoe levens worden geriskeerd en hoe dankzij snel inzicht een plan ontstaat. De tekst is in supermodus geschreven, vrij resoluut van taal, maar ook daarom snel leesbaar en grappig. Een thriller met aandacht voor evenwicht tussen man en vrouw, eigentijds, Schots en dus soms wat scheef. De auteur gaat ook de moeilijke verhoudingen tussen staat, hiërarchie binnen het politiesysteem en de moeite om het publiek te bereiken, niet uit de weg.

Intussen al bezig met de tweede van Craven. Met een andere hoofdfiguur.

 

 

Als bloed bevriest, Yrsa Sigurdardottir, Cargo, 2025*

Altijd trekt het noorden me aan. Scandinavië is een kweekput van diverse crimi’s, thrillers en romans met een spannende toon.

De setting is veelbelovend. De entry lijkt te gaan voor de verwachtingen die (uiteraard) hooggespannen zijn.

Niets van. Er komt een amalgaam van toestanden, warrige complotten en een veel te veel aan visnetten die niets boven halen.

Absoluut gemis in soberheid van denken.

Het boek dat uiteindelijk als crimi de bedoeling heeft om boeiend te zijn, miste alle doel. Dit boek was werkelijk wel het slechtste ooit dat ik las van IJsland.

 

 

 

Gelezen 374 keer Laatst gewijzigd op Maandag, 01 september 2025 08:27