Fictie
Machten der duisternis, Anthony Burgess, Uitgeverij Van Oorschot, 2017 ***
Er was twijfel. De film ‘Clockwork Orange’ veroorzaakte tumult & cult in de jaren ’70, een mijlpaal van gimmick & violence gebaseerd op het gelijknamige boek van Burgess. Dat boek heb ik nooit gelezen. De associatie die bij mij bleef hangen over Burgess was een vorm van ‘evil writing’ met te weinig ‘contence’, iets van schoppen tegen het vastgeroeste morele denken van de burgerij. Tot daar Burgess.
Maar goed, tijden kunnen veranderen.
Om eerlijk te zijn: ‘Machten der duisternis’ viel me op door de omslagcover waarop een schilderij van Francis Bacon te zien is. Wie verdient zo’n cover? Dat was het startpunt van veel uren lezen.
Het vraagt tijd want het gaat om een turf van zo’n 750 bladzijden gezet in een kleine font. Details komen per zin en diagonaal lezen is in dit geval alles verliezen en dus not done. Hier doorheen geraken, vraagt tijd en aandacht. De eerste honderd bladzijden waren voor mij een worsteling; te typisch, te druk, te veel willen tonen zonder veel te zeggen. Maar het boek won aan kracht. Hoe Kenneth Toomey, 80-plusser en homo, opdracht krijgt om steun te verlenen aan de heiligverklaring van een voormalige paus, hoe intriges van macht spelen, hoe verdeeld de homoscene reageert om haar rechten te verdedigen, hoe mensen lijden onder liefde, hoe eenzaam de hoogbejaarde mens kan zijn. Een soms tragisch, zeker hilarisch en ook sociaal bewogen boek.
Een meesterwerk. Enorm erudiet zonder aan menselijkheid te verliezen. Doorlezen blijkt achteraf te resulteren in een inspanning zoals langeafstandslopen. Lastig, maar de endorfines na de laatste pagina geven een zalig gevoel. De reden waarom ik slechts 3 sterren geef, heeft te maken met de tijd nodig om het boek goed te lezen. Het leesdebiet is traag. Tijd die een paar andere boeken kost. Als tijd geen rol speelt, mag je de waardering gerust in 5 sterren omzetten.
Iets ter grootte van het universum, Jon Kalman Stefansson, Ambo/Anthos, 2016****
IJsland, sowieso een vreemde naam voor een vulkanisch eiland. Maar de wind kan er ijzig waaien en het binnenland is nauwelijks toegankelijk. De bewoners zijn schaars: bij het binnenrijden van een dorp ver weg van de ringweg staat geen wegwijzer maar wel een plan waarop de huizen staan en ook de namen van de bewoners. Straatnamen zijn grotendeels overbodig.
Dat is de setting van deze roman die diverse decennia en diverse families als een caleidoscoop in elkaar past. De stamboom als bijlage in het boek is geen overbodige luxe en zelfs nog niet genoeg: de namen zijn zo vreemd dat je vaak niet weet of het over een man of vrouw gaat. En naast de protagonisten komen zoveel personages aan bod dat je als lezer de indruk krijgt dat half IJsland ten tonele wordt gevoerd.
De aparte geografische setting en de geïsoleerde entourage zijn fundamenteel in het boek. Een kaart van het land bij de hand houden, maakt het tot een exploratie en zou een goede tip kunnen zijn voor de uitgever bij een volgende druk.
Het boek is mooi geschreven. Ruw en warm, apart en sociaal, zowel historisch als economisch, met magistrale indrukken van zowel zee als land. Vertellers variëren en doet teruggrijpen naar de stamboom: wie is aan het woord in dit hoofdstuk? Het antwoord vinden is een moeilijke opgave maar wel verrassend en een stijlvorm die herhalingen vermijdt al worden dezelfde gebeurtenissen ettelijke keren beschreven. Een vorm van storytelling door de een en de ander, met andere toevoegingen, zoals vaak het geval is ’s winters op plaatsen waar weinig mensen wonen en isolatie verbaal doorbroken wordt.
Geen aaibaar boek en toch benemend, vulkanisch ijskoud. IJsland is niet idyllisch. Het is er hard leven. Voor mij was het lezen tot het einde met een traan in de ogen, achteraf. Geen levertraan.
Bulles Bleues, Maurice Maeterlinck, Lannoo, 2011****
Nu de zomer voorbij is, wordt het tijd om het geluk en de herinneringen aan deze tijd te vatten met de breekbaarheid in schoonheid van een zeepbel. De uitgelezen kans hiervoor is het boek ‘Bulles Bleues’ door Lannoo zeer mooi uitgegeven en geschreven door Nobelprijswinnaar Maeterlinck. De ondertitel ‘herinneringen van geluk’, vat het goed samen. Een vlot leesbaar en aparte benadering van wat een leven pakweg een eeuw geleden was, los van sociale en politieke of economische besognes. De verkenning van een onschuldige wereld (al was die niet zo onschuldig!).
Wat voor mij frappant was: de herinnering ook aan de eigen kindertijd, de oog voor het detail, de bijna kinderlijke maar toch doordachte stijl van schrijven. Een kinderboek voor mensen van een beetje leeftijd. Zo goed, zo herkenbaar, zo eenvoudig en door de eenvoud toch ontroerend universeel.
Deze uitgave bleef onder de radar en verdient eigenlijk beter. Een koesterboek voor mensen die weten hoe het was. Mooi. Echt mooi.
Het grotere wonder, Thomas Glavinic, Signatuur, 2015****
Dit boek kwam ik op het spoor via het literair programma van ‘Crossing Border’ 2016. Af en toe kom je zo ‘andere’ auteurs op het spoor. Glavinic was er een van. Gospodinov was in dat kader ook een trouvaille. (‘Wetten van de melancholie, een ****-sterrenboek).
Je bent nieuwsgierig, wereldburger, eenzaam toch en zoekt het ver. Dan ga je de Mount Everest op. Toegegeven: deze plot lijkt ferm op een soap of een weekendfilm van de jaren ’80. Maar het boek bewijst dat ‘zoeken’ en ‘proberen’ en ‘tot het uiterste gaan’ ook literair een hoogtepunt kan worden ongeacht welke Mount wordt beklommen. Waarom en hoe drijven mensen elkaar tot het uiterste? Wat is de dwang van de liefde? Wat is de vrijheid van doen? Is geluk louter het elkaar terugvinden na catastrofes?
Dit boek houdt je in de ban. De ban van wat eigenlijk niet kan. Vlot te lezen en toch ook weer dat tikkeltje exotisch, dat net iets andere van een auteur die wel in Graz (Oostenrijk) leeft maar Slavische roots heeft.
Het monster van Essex, Sarah Perry,Prometheus, 2017*****
Niets monstrueus aan dit boek. Zorgvuldig en precies geschreven, op en top Engels, maar met een exotisme aan personages en toestanden. Het monster is zowat alles in dit boek: een rode draad, een mysterie, een allegorie om nieuwe wetenschappelijke inzichten te confronteren met bijgeloof, een vermoeden om mensen tot actie of reactie te forceren, een motief om een samenleving te laten kantelen, een beweegreden om morele grenzen te overschrijden tot zelfmoord toe. Een huzarenstukje om zowat alle sociale en relationele thema’s aan bod te brengen (masochisme, autisme, homoseksualiteit, ontrouw, bijgeloof, verstedelijking en proletariaat,…) zonder dat het verhaal belerend of moraliserend wordt. Want de plot is niet ondergeschikt: is er nu een monster of niet? Je blijft als lezer uiteraard denken van niet. Maar in dit boek zijn zeker monsters aanwezig. A la Loch Ness maar ook op dat vasteland ergens aan de Backwaters.
Een filmisch boek om gewoonweg van te genieten. Een sterk begin dat een goede spanningsboog blijft houden (al kent de verhaallijn een dipje rond 75% van de bulk) en de gretige lezer gretig meeneemt. Anders dan verwacht; het einde is not happy maar ook niet unhappy.
Zonder capsones weet Perry een verhaal neer te zetten dat stukken beter is dan bestsellers als ‘The game of Thrones’ of ‘De ban van de ring’. Een Victoriaanse fin de siècle, eindelijk… na al die jaren…