Koningsdag in Utrecht. De sfeer is uitgelaten: Oranje supporters bestormen podia om luidkeels de Schlager Collectie Volume 3 door de microfoon te schallen, studenten bekomen van een Koningsnacht vol dronken beloften, oranje broeken schuren tegen oranje kleedjes aan en een versnellende polonaise wurmt zich doorheen de straten van Utrecht. Slik.
Je denkt: niet meteen de uitgelezen dag voor een sereen interview met Ronald Giphart. Dat klopt, ware het niet dat Giphart ons uitnodigt op het idyllische terras van Restaurant Goesting, gespecialiseerd in de Frans-Belgische cuisine. De weldadige rust die Goesting uitstraalt, staat in schril contrast met de welig woedende Oranjekoorts in het centrum van de stad.
Gipharts zwierig geschreven ‘liefderatuur’ speelt zich vaak af in de studentenstad Utrecht, alwaar eerste grote liefdes ontluiken. Zelf versleet Giphart de schoolbanken met Willem-Alexander en schreef hij samen met Bert Natter een boek over de Koning der Nederlanden, Willem de dikke. “Ja, ik zou dat niet meer opnieuw schrijven. Het was een grappig boek, maar ook een beetje zielig.”
Doe je dat vaak: informatie uit je eigen leven in boeken verwerken?
“Jazeker. Ik beschouw schrijven als een vogelvrij gebied. Ik neem quasi alles over, maar beledigen, daar betrap je mij niet op. Tenzij de persoon het verdient. Als jij straks een leuke uitspraak doet, dan ga ik stiekem naar het toilet om die neer te pennen.”
In Ik ook van jou sprak je over een ‘mottonoïde’.
“Inderdaad. Een ‘mottonoïde’ is iemand die continu op zoek is naar rake quotes om in zijn werk te steken. Ik heb een ideeënlijst met honderden van dat soort zinnetjes uit boeken, films, theater of mijn privéleven.”
Wil je het volledige interview lezen? Koop dan het tijdschrift VERZIN in De Zondvloed. Of abonneer je op VERZIN via http://creatiefschrijven.be/.