De leestips van Annick:
Fictie
De verdenking, Friedrich Dürrenmatt, Atlas Contact, 2017, Davidsfonds 1969 ****
Wie een misdaadboek recenseert, moet van enige eerlijkheid getuigen. Na de aankoop van de heruitgave van ‘De verdenking’ merkte ik het boek in Nederlandse vertaling reeds in bezit te hebben. Zo lang al, dat ik het vergeten was. Ik las de Davidsfonds-uitgave opnieuw: nostalgie en melancholie zijn nu eenmaal ‘in’. Uiteraard vergeleek ik beide vertalingen. De recentste versie is aangeraden voor mensen die het ietwat archaïsch aandoende taalgebruik van de jaren ’60 storend vinden. Het boek zelf dan. Eigenlijk een wonder hoe op zo’n kort bestek alle fundamentele vragen over ‘goed’ en ‘kwaad’ gesteld worden, een antwoord krijgen en van wederwoord bediend worden. Noch de terminaal zieke rechercheur Bärlach noch de medisch specialist en Nazimisdadiger Emmenberger zijn karikaturen. De adjectieven die ik zou kiezen: intrigerend, bevreemdend, archetypisch en als whodunit zeker te voorspelbaar. Sowieso een kanjer van een boek voor wie vragend in de wereld staat maar filosofische boeken ver van zich houdt.
Verdriet is het ding met veren, Max Porter, Bezige Bij, 2016 *****
Hoe anders is dit boek dan ‘H is for hawk’ (Ellen Mac Donald, zie vroegere recensies). Niets romantisch, veel minder verhalend, niet realistisch zelfs. De kraai, de zwarte vogel bij uitstek, wordt de gevleugelde allegorie van een rouwproces. Een vader met zijn twee zonen verliest te vroeg zijn echtgenote. Na de dood komt ongevraagd een stinkende zwarte kraai de woning binnen. De kraai is niet lief, soms zelfs een beetje gemeen en gewiekst. Hij stoort het leven na die dood, zet de dingen op z’n kop precies wat rouw doet met mensen. De kraai blijft bij het trio tot ze hem niet meer nodig hebben. Wat op het einde van het boek ook gebeurt. De taal is kort van stof, rauw, realistisch, doordringend. Zoals kraaien krassen. Een must voor mensen die persoonlijk of professioneel te maken hebben de niet-lineaire verwerking van afscheid nemen en afkerig zijn van therapeutische ‘emotoestanden’.
De eeuwreiziger, Andrés Neuman, Athenaeum – Polak & Van Gennep, 2010 ***
Een turf van 616 bladzijden die moeilijk onder één noemer te vatten is. Je kan het lezen als een liefdesroman, een reisverhaal, een crimi of een filosofische verkenning van het Duitse ideeëngoed begin 19de eeuw. Precies die vreemdsoortige combinatie maakt het boek verteerbaar. Altijd wordt op een andere poot gespeeld en het beperkte geografische kader wordt intrigerend verruimd; de plattegrond van het stadje waar de hoofdfiguur willens nillens arriveert, verandert elke dag. De lezer zoekt evengoed de kaart in dit boek. De taal doet effectief denken aan de schrijftaal van de 19de eeuw en is even verfijnd als het in zwang zijnde kantwerk van toen.
Beest, Paul Kingsnorth, Ambo/Anthos Amsterdam, 2017****
Tja, wat is dat voor boek? Fiction of non-fiction? Een natuurroman of een psychologisch traktaat? Poëzie of proza, prozaïsche poëzie of eerder poëtisch proza? Is het beest een echt beest of iets wat de hoofdfiguur in zichzelf moet bestrijden? Is het landschap reëel of compleet verzonnen? De lezer komt het niet te weten. De lezer komt eigenlijk niets te weten. Dit boek zuigt je op of stoot je af. Een andere keuze is er niet. De taal is apart al staat elke zin op zichzelf. Een zelf-standig verhaal sowieso (maar misschien is het ook geen verhaal…). Tot net voor het einde bleef de spanningsboog en het niveau strak gespannen. Helemaal op het einde verloor het iets aan kracht; vandaar de vier sterren. Maar een ding is zeker; deze auteur onthou ik. ‘Beest’ was voor mij een eerste kennismaking.
Non-fictie
Omdat het zomer is en zomert, is de gedachte aan fris water nooit veraf. En blijkbaar is het thema populairder dan ooit. Over water verschijnt heel wat en uit die selectie drie boeken die voor een nieuwsgierige – en dus denkende – lezer zeker het nodige mentale vermaak bieden.
Aan de rand van de wereld, Michael Pye, De Bezige Bij Antwerpen, 2014 ****
Wie denkt dat de Noordzee alleen goed is voor massatoerisme en af en toe een ‘pootje’ grijze garnalen, moet even onderduiken in dit boek. De auteur schetst hoe via het water, handel en wandel, moraal en verhaal, liefde en pest… de Noordzee-landen ondanks hun verscheidenheid bijna simultaan ontwikkelen. Geografisch correct, mooi ingedeeld naar thematische hoofdstukken en ook wel verrassend hoe ondanks een bijna onoverbrugbare afstand – wat letterlijk zeker waar is! – landen toch een gemeenschappelijke cultuur, economie, politiek systeem en wetenschappelijk inzicht verwierven. Zeer erudiet en leesvriendelijk geschreven. Wie deze zomer ergens op de Noordzee rondvaart, moet dit boek meenemen. Ook bij stormweer een houvast.
Water, René ten Bos, Boom, 2014*****
Dit is zonder twijfel een filosofisch boek en vertrekt, zoals het filosofen blijkbaar betaamt, vanuit de Klassieke Oudheid. De titel dekt de lading: over water en water gaat het, soms ook over H2O. Van Thales tot Empedocles, van Schmitt tot Sloterdijk tot Serres… en raar maar waar, zelfs Karl Marx ontbreekt niet. We wandelen nadenkend over water en de auteur scheert daarbij hoge toppen. Hoe een paus de oceanen verdeelde, hoe Lavoisier dacht dat water louter een molecuul was bestaande uit twee gassen, hoe kapitalisme begon bij de zee, hoe veel zogenaamde biowetenschappen vermomd marketing voeren voor een verdere uitputting van deze natuurlijke rijkdom… Dit is wat volgens mij filosofie moet zijn. De verwondering dat wat je als vanzelfsprekend denkt te kennen, zo bizar en vreemd is dat je bij elk glas water dat je aan de lippen zet toch even aarzelt. Wat is dit wat ik drink? Zeer helder geschreven, aangevuld met correcte en niet al te veel citaten of voetnoten. Een boek waar je dorst van krijgt. Dorst naar meer.
Tide, Hugh Aldersey-Williams, Viking Penguin, 2016***
Eb en vloed. Een terugkerend natuurfenomeen veroorzaakt door de gravitatiekracht onder invloed van een samenspel tussen zon en maan. Tot zover onze kennis en met deze ene zin heb je zowat alles gehad. Getijdentabellen zijn te downloaden en dan weet je wanneer je de voeten droog houdt aan het strand. En dan? Wie schrijft in godsnaam een boek over getijden? Hugh Aldersey-Williams dus. Een auteur met fascinatie voor hoe getijden variëren en ook het leven aan wal bepaalden. Duidelijk met een voorkeur voor de Engelse kusten (Norfolk, Suffolk, Thames,…). Maar ook Scandinavië passeert de revue (de Lofoten bijvoorbeeld) net als Oost-Canada (Novia Scotia). Intrigerend wordt het hoe getijden met de tijden veranderden en blijven veranderen door klimaatwisselingen, hoe getijden niet louter een horizontale maar ook een verticale beweging zijn en hoe dit op bepaalde plaatsen ook merkbaar is. Water is voor de auteur geen oppervlak maar een gegeven dat in alle diepte kan verkend worden. Het boek begint aarzelend en wat te anekdotisch. Het vraagt van de lezer doorzettingsvermogen om door te dringen naar het vernieuwende in dit werk. Eventjes de golven breken, is de boodschap…