Maandag, 03 oktober 2022 12:34

Een lezer blogt: Annick Vansevenant

Gelezen XXIV

 

Annick Vansevenant

voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M

Editie oktober 2022

 

Fictie literair

 

Wormmaan, Mariken Heitman, Atlas Contact, 2021*****

Twee eenlingen vormen een duo, ver weg van elkaar. De ene in Nederland en dan meer specifiek op een Waddeneiland. De ander, Ra, ergens in Indonesië en daar lange tijd terug startte net als de hoofdfiguur Elke, met een zoektocht naar wat kan groeien op een bepaalde plaats.

Technologie, hardnekkigheid in research al of niet avant la lettre, de combinatie van plaatsen en twee figuren die ietwat geïsoleerd staan of worden in hun samenleven. Relaties met mensen lijken moeilijk, deze met een begrijpen van de natuur iets makkelijker. Elke wordt in jurken gedwongen en voelt zich opgesloten in haar rol als vrouw. ‘Ik ga je niet troosten omdat mensen je “meneer” noemen’. Zo eenvoudig maar zo herkenbaar gezet voor mensen die niet thuishoren in het traditionele seks- of genderplaatje.

Een auteur om te onthouden en die durft, die 'door'schrijft. Doorklievend taalgebruik, rijk maar sober gezet. Complex, al is er nooit een overvloed te lezen. Eerlijk: ik ben stikjaloers omdat ze beter schrijft dan ik en ook trots omdat deze vrouw ook beter schrijft dan ouwe taalbrouwers die verheerlijkt worden door een oudere soort van mannen in een of andere canon. Dat belooft voor de toekomst!

 

De bomen, A. Alberts, Das Mag Uitgevers, 2022*****

Albert Alberts, een naam als een alliteratie die je niet kunt of durft verzinnen en dus echt is. De auteur was ambtenaar in Oost-Indië en werkte als politiek redacteur van De Groene Amsterdammer. ‘Groen’ en ‘De Bomen’ lijken wel gekoppeld. Maar zo eenvoudig ligt het niet. Aart, de hoofdfiguur, is een jongen net voor de puberteit. Zijn oom Albert is zijn vriend die net zoals de bomen steeds meer zijn leven binnendringt. Geen bomen als decor maar als wezens die innemen wat je beleeft, die met je meewandelen, die veranderen als jij verandert.

De Bomen is een korte roman ( zo’n 100 bladzijden) die leest als een sprookje al is het veel meer dan dat. Het is ook geen allegorie al lijkt het er soms wel op. Het is van mensen en een omgeving die zonder die omgeving niet kunnen en dan snel vreemd worden van zichzelf en anderen. De tekening van meester Barre, onderwijzer van Aart, komt tot leven in de fantasie van het kind. Hij ziet ze, hoort ze ademen, vangt hun geluiden op.

In de verte hoorde ik Peter Wohlleben met zijn fameuze boek over ‘Het leven van bomen’. Non-fictie maar op een of andere manier toch duidelijk makend dat bomen niet zomaar ‘standbeelden’ zijn maar een netwerk van communicatie op zich vormen. Wat een vreemd boek over iets 'gewoons' als bomen. De hoofdfiguur ziet ze niet als vreemd, eerder als kompanen, metgezellen onderweg. Precies wat bomen eigenlijk zijn, als je even nadenkt en je de pretentie van het ‘mens-zijn’ verliest. Zeer eenvoudig qua taalgebruik. Doet wat denken aan Nescio. Het ecologisch denken voorbij.

De Bomen is een ontroerend boek dat zich afspeelt om en rond 1917. Vreemd is dat de wereldgeschiedenis compleet ontbreekt. In die zin toch een sprookje?

 

Zuiderkruis, Claudio Magris,De Bezige Bij, 2020*****

Deze auteur, reeds een paar keer in de running voor de Nobelprijs Literatuur, balanceert als schrijver tussen romancier, filosoof en kosmopolitisch reiziger. Niet altijd de reis is belangrijk maar het onderweg zijn en door de verandering zelf je beeld, je wereldvisie, bijstellen. Zoals hij ergens in dit boek schrijft: ‘De echte vraag is niet waar je vandaan komt maar waar je naartoe gaat. De oorsprong is onzekerder dan het eindpunt’. Daarmee sluit hij nauw aan bij die andere geofilosoof, Peter Sloterdijk.

De roman verhaalt de reis naar het uiterste zuiden van onze planeet. Drie totaal verschillende types ondernemen de reis en confronteren wat ze meemaken met het eigen leven. Maar doorheen het verhaal weeft Magris de historiek en de culturele geschiedenis van dit werelddeel op een manier die nooit stoort. Eruditie lijkt hier vanzelfsprekend verweven met mooie taal en is dus geen instrument om eigen kennis te etaleren.

Het boek leest goed weg, telt 154 bladzijden, peanuts vergeleken met andere van zijn werken. Maar evengoed wondermooi.

Spoorloos, Garry Disher, Ambo/Anthos, 2022***

Een Australische literaire thriller. Dat zet je direct in een ander landschap en de geografie in dit boek is zeker niet onbelangrijk. Het neemt je kilometers mee.

De plot is niet echt origineel. Een zoon, politieman die in zijn vaders voetsporen trad, zoekt al jarenlang naar een vermist jongetje. Ook zijn moeder verdween in diezelfde tijd. Even uit het korps gezet wegens baldadigheid ten opzichte van een meerdere, gaat Charlie verder op onderzoek. Beetje bij beetje komen oude connecties boven water en het boek zet zich mooi naar een climax. De aandachtige lezer heeft hieraan geen whodunit. Dat is al snel duidelijk. Maar de lijnen blijven boeien tot op het eind.

Geen hoogvlieger maar best aangename lectuur voor een Indian Summer. Behalve dat dit klimaatfenomeen zich afspeelt op een ander continent.

 

Gouvernante, Wendy Holden, Ambo/Atlas, 2022**

Net voor de dood van Queen Elizabeth II las ik dit boek. Over een vergeten gouvernante die vergat te leven in opdracht van de zusjes Lillibeth en Margaret. Dit wordt wellicht een hype gezien de actuele toestand in het verglijden van de Lillibeth, die 70 jaar troonde als Queen Elisabeth II.

Dit is een geromantiseerd verhaal waarbij Holden op het einde zegt die gouvernante op het spoor te zijn gekomen. Over de historische waarheid kan ik geen uitsluitsel geven. Het boek krijgt iets minder sterren omdat ik enerzijds de vele herhalingen storend vind en anderzijds door het gebrek aan plot. Als de bitterheid die op het einde (en het begin) zo duidelijk is, had het boek iets harder en ook mooier kunnen worden.

Maar goed, het leest vlot door en is als of vakantielectuur of als actualiteit-en-romance een mogelijkheid.

 

Het donkere woud, Cixin Liu, Uitgeverij Prometheus, 2021*****

Het einde van de dood, Cixin Liu, Uitgeverij Prometheus, 2021*****

Deze twee boeken zijn het vervolg op ‘Het Drielichamenprobleem’, besproken in een vorige blog. Alle delen vragen hun tijd. Het gaat telkens om 600 tot 800 bladzijden, kleine zetting. Alles speelt zich af eeuwen verder t.o.v. onze tijd.

Een aantal personages blijven aanwezig in de trilogie die een aantal eeuwen omspant. Dat kan door een vergevorderde techniek van hibernatie. Een mooie truc om een springtijd te maken.

De boeken lezen als een trein. Nee, eigenlijk als een raket aangedreven met diverse stuwmotoren die een en ander in fase zetten en het ding met duizelingwekkende snelheid de kosmos insturen. Ik vermoed dat lezers die niet zo vertrouwd zijn met kosmologie, astrofysica en chaostheorie zullen afhaken door de uitzonderlijke doorgedreven vorm om een en ander natuurkundig uit te leggen.

Mijn raad is: als je dit niet wil begrijpen, lees dat diagonaal met de snelheid van het licht. Veel boeiender is hoe Liu vanuit de verre toekomst ook onze planeet aarde met een paar andere planeet-kompanen beschrijft. De kneuterigheid, het belang van de ene en diegene, het niet kunnen beslissen en de menselijkheid die uiteindelijk ook en altijd een prangende vraag blijft na kosmologische expedities. Lees je dit als science-fiction? Of als een persiflage op de bekrompen planetaire politiek in een wereld die de kosmos verkent? Liu is zowat de Jules Verne van nu. Zijn speculaties kloppen wonderbaarlijk goed met de nieuwe bevindingen die ons bereiken via de telescoop James Webb.

Deze trilogie is volgens mij het beste wat is geschreven in het kader van de bestaande wetenschap. Het is tegelijkertijd een manier om bescheiden naar politieke en sociale interventies te kijken. Maar ondanks de koude kosmos is het best een herkenbaar warm menselijk boek.

      

 

Non-fictie

 

De trein naar Tibet, Maja Wolny, Manteau, 2022****

De auteur onderneemt een reis vanuit Warschau naar Tibet. Naar het legendarische Lhasa. Daarmee treedt ze in de voetsporen van Alexandra David-Néel. Deze Belgische trok als eerste, soms onherkenbaar verkleed als allochtone, naar Tibet en Indië. Naar aanleiding van dit boek zocht ik iets op over deze vreemde David-Néel. Voorlopig weinig te vinden in het Nederlands maar toch pockets in het Frans: ‘Voyages et aventures de l’esprit’, Espaces Libres, 1994. En verder: ’L’Inde ou j’ai vécu’, Librairie Plon, 1951.

Terug naar Wolny. Ze beschrijft het trage reizen, de mensen, de stops, het publiek in de wagons. Maar ook mooie ontmoetingen die inzicht geven in het actuele leven midden een steppe, een vergeten grandioos gebied, een zich kilometers uitstrekkend territoir. Rijk aan diverse talen, een rariteit van leven, een genieten van contact door een enorme isolatie. Het boek leest als een trein en doet je goesting krijgen dit continent te verkennen. Voorlopig on hold wegens overduidelijke redenen.

Boeiend vond ik alvast de contrasten tussen oost en wat meer oostelijker. Eigenlijk gaat het om een continent dat wij beschrijven als Siberisch, als noorden en ondoorgrondelijk, als... niets. Dit boek bewijst met plezier het tegendeel.

 

Albania’s Mountain Queen, Marcus Tanner, I.B. Tauris, 2014***

Een van de zomertrends 2022 bleek een reis naar Albanië te zijn. Een van de armste landen van Europa, gelegen in het westen van de Balkan. Een strategisch goed gelegen gebied, dichtbij Italië en Griekenland en dus is een roerig verleden geen verrassing.

Me onbewust van het feit dat ik zo ‘trendy’ was, bezocht ik juni ll. het land met rugzak en via openbaar vervoer. Een avontuur op zich. In Shköder, de uitvalsbasis voor het noordelijk gebergte richting Montenegro, viel me een straatnaam op; ‘Rrugha Edith Durham’. Dat klonk niet als Albanees in de oren. Dus was het zoeken naar wie deze vrouw was. Een soort Florence Nightingale? Een Gertrude Bell? Wat speurwerk en navraag lichtten een tip van de sluier. Ook en vooral dankzij de verantwoordelijke van het historisch museum in die stad. Een man die overigens veel wist over ons land, Passendale, Congo en... het koningshuis. Dat tussen haakjes.

Durham, geboren in Londen in 1865, was de oudste van zeven. Na de vroege dood van haar vader kreeg zij als ongehuwde de rol van ‘mantelzorger’ voor haar moeder. Ietwat tegen haar zin werd ze ‘opgeslorpt’ en ‘opgesloten’ door en in familiale zorg. Pas toen ze bijna 40 was, trok ze naar de Balkan. Het werd liefde op het eerste zicht. Toen haar moeder overleed, was er geen houden meer aan en trok ze door de streek en de vele landen. Ze werd buitenlands correspondent voor Engelse kranten en rapporteerde nauwgezet hoe het ‘kruitvat Balkan’ in elkaar stak. Haar reputatie werd enorm zowel in diverse Balkanstaten als in haar homeland. Albanië was haar favoriet en zij werd de favoriet van de Albanezen die haar Mountain Queen noemden. Van Durham zelf vond ik in het land geen boek. Wel deze van Tanner die een soort biografie van haar aflevert. Maar het boek is niet echt romantisch. Eerder een vrij nauwgezette analyse, een opsomming van feiten en banden tussen volkeren en oorzaken van twisten tussen diverse kleine groepen. In die zin wel zeer verrijkend maar wie hier van Durham een geromantiseerde biografie verwacht is er aan voor de moeite.

 

 

De boomgrens, Ben Rawlence, Ten Have, 2022****

Dit keer geen alarmkreet over het Amazonewoud. Dit boek richt zich naar de noordelijke breedtegraden en beschrijft daar én het belang én de achteruitgang van boomgroei, boreale wouden en de invloed hiervan op het klimaat. Bomen staan centraal en dan vooral typische boomsoorten zoals de berk, hazelaar, els, lariks, populier, lijsterbes... worden uitvoerig beschreven. Een thematische trektocht door Canada, Groenland, Lapland, Siberië. Het verdwijnen van de wouden in deze streken zet zich nu om in geologische verarming die tevens op samenlevingen impact hebben.

Rawlence beschrijft het soms al wandelend. Dat maakt het gemakkelijk om te lezen en je leert enorm veel bij. Zijn empathie voor bomen, bijna voor iedere boom afzonderlijk is aangrijpend. Een enorm goed boek en aanbevelenswaardig voor een vergeten boomgrens.

 

 

De moderne theologen, Marcel Poorthuis en Wilken Veen (red.), Boom, 2022*

Het gebeurt zelden dat ik in deze blog een boek plaats geef die slechts één ster verdient. Maar het moest me van het hart. Theologen vormen de hardcore van de kerk. Ze praten over wetenschap en speculeren over het goddelijk zijn, vooral Goddelijk Zijn, op basis van eeuwenoude boeken en interpretaties van die boeken door intellectuele, gelovige voorgangers. Met de titel ‘De moderne theologen’ was ik toch benieuwd naar een nieuwe wind. Wat zeggen theologen vandaag? Hoe gaan zij om met ontkerkelijking? Met een verschuiving van geloof naar landen waar welzijn iets lager ligt dan in West-Europa? Waarop duidt dit?

Ik kocht dit boek (49.90 €) met hoge verwachtingen. Een goede verstaander heeft niet veel woorden nodig. Hier is niets modern aan. Het enige wat enigszins de titel kan vergoelijken is de aandacht voor theologen uit andere continenten, soms vertrekkend vanuit een andere godsdienst. Dat is de enige moderniteit die ik kon waarnemen. Het verplichte nummer ‘bevrijdingstheologie’ en ‘feministische theologie’ lijkt me enorm versleten op heden. Dat soort zaken hoorde thuis in de jaren ’80 van vorige eeuw. Nu noemen de redacteurs dit modern. Tja.

Om een voorbeeld te geven. Er komen veel theologen aan bod die enerzijds kort worden voorgesteld waarna een fragment uit hun tekst of boek komt. Tot daar aan toe. Maar snel bladeren leerde me dat de jongste onder hen geboren was in 1965 en zowat 90% stamt van de jaren 10- 20-30-40-50 vorige eeuw. Jong? Modern?

De totaliteit van kennis groeit exponentieel. Waar in de middeleeuwen kennis zich verdubbelde om de circa 100 jaar of nog meer, zien we nu een verdubbeling om de zes jaar. Met andere woorden: hoe modern zijn die tachtigers, zeventigers, zestigers nog? Er staat geen leeftijd op het denken, hoor ik je zeggen. Daar heb je een punt. Uiteraard ben ik beginnen lezen. Eigenlijk nog onschuldig begonnen. Tot ik de eerste twee hoofdstukken voorbij was (Anglicaanse Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk). Dit is een taal die louter in het vakgebied wordt begrepen en mijlenver staat van de huidige (wetenschappelijke, medische en sociale) kennis. Perspectieven op de 21ste eeuw is de ondertitel van het boek. Ik heb nog een paar honderd bladzijden te gaan (een mens krijgt alvast veel papier voor zijn geld) maar ik twijfel of ik aan dit soort gesloten discours tijd wil verspillen.

Deze uitgave is uitgeverij Boom niet waardig. Behalve voor oude theologen die zich modern voelen als ze dit lezen.

Gelezen 1378 keer Laatst gewijzigd op Maandag, 03 oktober 2022 14:04