Gelezen XVIII
Annick Vansevenant
voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M
Editie mei 2021
Fictie literair
De sneeuwpanter, Sylvain Tesson, Arbeiderspers, 2021*****
Een ontdekking. Er is de evenwichtige mix tussen avontuur en non-fictie thriller, geografie, liefde voor de planeet, filosofie en… niet onbelangrijk, ook een stijl zonder afwijkingen, zonder sentimentaliteit geschreven.
Je gaat als het ware mee in het verhaal, een avontuurlijke reis op zoek naar de sneeuwpanter die weinigen in beeld krijgen. De auteur kon mee met het gezelschap van natuurfotograaf Vincent Munier. Je leest het boek(je) door in een drietal uur. Gewoon omdat je wil weten, wil meeleven, wil voelen, … hoe het leven is op de meest desolate sites van onze planeet. Geen heldendom, geen triomf. Wel de stilte als het dier in zicht komt en bescheidenheid als het over het mensdom gaat. Mooi is ook hoe het wachten, het lange wachten, wordt beschreven en hoe gedachten fladderen als het lichaam zich verplicht moet stilhouden.
Zelden geef ik vijf sterren. Maar deze verdient er zelfs zes. Niets is moeilijk aan het boek, behalve de ervaring die wordt verteld.
Een kat achterlaten, Haruki Murakami, Atlas Contact, 2020****
Een zoon en een vader. Op een fiets. Het lijkt wel bijna een liedje van Wim Sonneveld. In de bak achterop een kat die ze willen achterlaten. Wat ze doen.
Maar die kat keert weer. Een allegorie die de auteur beschrijft om de relatie met zijn vader uit te schrijven. Zijn vader was Japans militair tijdens Wereldoorlog II. Toch zet Murakami hooggespannen verwachtingen opzij. ‘Ik ben een heel gewone zoon van een heel gewoon mens’. Dat geldt voor 99.99% van de wereldbevolking. De 0.1% die er anders over denkt, is het overdenken niet waard.
Maar het is goed dat hij dat zegt.
Het boek bevat weinig karakters en is zeer mooi geïllustreerd. Rustpunten in de lectuur die zin per zin mag en moet geproefd worden.
Een mooi boek vol wijsheid over het leven en hoe het gaat bij ‘gewone’ mensen. Toch een buitengewoon mooi boek.
Voor liefhebbers van mooie covers...
De kat die boeken wilde redden, Sosuke Natsukawa, Signatuur 2020*****
Het lijkt wel een blog van kattensoorten te worden: van sneeuwpanter naar verloren katten, naar katten die zelfs kunnen spreken. En alle boeken spelen zich af in Centraal en Oost-Azië. Is dit een trend? Of een gezocht toeval van een lezer die ook een kat koestert?
Er is de overleden grootvader, een boekhandelaar met grote liefde voor Literatuur. Er is de kleinzoon die na de dood van zijn opa niet weet wat hij moet doen. De zaak sluiten, lijkt het meest voor de hand liggend. Dat is hij van plan. Maar een vierpoter staat in de weg. Een kat die kan praten. In de beginfase gaat het eerder over blazen. Een idee dat bij mij zeker het boek van Max Porter ‘Verdriet is een ding met veren’, opriep. Hoe een ‘beest’ de mens leert om beter te leven, de goede weg terug te vinden en een en ander kan verwerken.
In tegenstelling met Max Porter is Natsukawa minder scherp. Het boek leest eerder als een fabel. Je merkt hoe scholier Rintaro zichzelf vindt, anderen ontdekt en uiteindelijk ook wat afstand neemt van mensen die boeken lezen omdat literatuur nu eenmaal moet en zich daardoor een bepaalde air aanmeten.
Een heerlijk boek. Schitterend. Ontroerend. En toch met een kritische kattenkijk die doet glimlachen.
Mijn lieve gunsteling, Marieke Lucas Rijneveld, Atlas Contact, 2020***
Geen verrassing voor wie ‘De avond is ongemak’ las. Zie een van mijn vorige blogs. Het zat er aan te komen en was al mooi voorbereid als vervolg op het vorige succes. De veearts die verliefd werd op de boerendochter. En hoe de boerendochter ook het spel meespeelt, alles als gewonnen vrijheid ziet en geniet van het idee.
In die zin een afknapper. Omdat de plot als een duplicaat wordt gelezen. Rijneveld* zal zich moeten herpakken als zij verder willen scoren. Want de pen, ja…. die hebben ze echt in handen. Als stijlroman is het ongelooflijk hoe zij zich verplaatsen in de man die leeftijdsgenoot van hun vader kan zijn.
Vandaar de drie sterren. Alles stroomt er uit. In een ongelooflijke correcte stijl.
Toch las ik dit niet graag.
‘De avond is ongemak’ vond ik een riskant en absoluut onverwacht boek. Deze is een afgeleide. Nog altijd zeer goed geschreven. Een stijl als een snelweg, regelrechte drive en zeggen zoals je het beleeft, bovenhuids. Maar als een te verwachten vervolg op het vorige, blijft het boek onder de verwachtingen. Te veel déjà vue.
Benieuwd hoe deze auteurs verder schrijven.
*Rijneveld uit zich als non-binair. Uit respect gebruik ik hier dus een meervoud als het over de auteur gaat.
De acht bergen, Paolo Cognetti, Bezige Bij, 2020***
Een succesproduct. Soms is net dat een rem om een boek te lezen. Een geval van elitair absurdistan, dat geef ik grif toe. Dus, ja. Lezen maar. Door zovelen gesmaakt, moet het toch ietwat naar woorden smaken?
Dat is zeker het geval. Cognetti schrijft goed en laat zich vlot lezen. Een Italiaanse streekroman met liefde gebracht. Een zachte roman in een soms onherbergzaam landschap. Waar mensen ondanks alle inspanningen toch teloor gaan of door een getekende vriendschap herinnerd blijven.
Bij mij bleef iets hangen. Waarom krijgt deze auteur zoveel lezers? Wat biedt hij als extra? Niets. Er zijn acht keer achthonderd bergen die beklommen werden, waar iemand zich vestigt, die gecultiveerd werden. Wat maakt van dit boek een bestseller?
Iets wat we niet graag toegeven. Warmte. Gewoonweg warmte. Misschien net een graadje teveel aan vriendschap, dit boek.
De Stilte, Don Delillo, Ambo/Anthos, 2020****
De auteur is geboren in 1936. Maar de roman is absoluut eigentijds en van een stijl waar menig jonge debutant jaloers zou op zijn. Heerlijk scherp, verfrissend en creatief associatief betreffende een visionair onderwerp.
Stel dat alle schermen op zwart gaan. Je crasht in een vliegtuig, je weet niet meer waarover te praten, het zwarte gat lijkt nabij. Voeg daarbij nog een vleugje Einstein en een complete chaostheorie. Gaande van ‘neurale interfaces’ tot ‘persoonlijke inzichten die wegzinken in quantumdominantie.’
Niets meer dan stilte als metafoor van isolatie. Alle informatiekanalen weggesneden. Wat rest dan van de moderne wereld, de ambities van de mens van nu? Het lijkt wel een omgekeerde lockdown. Daar mag alles virtueel en blijft het reële weg. Bij Delillo zitten mensen samen voor een zwart scherm en weten niet wat te doen, wat te zeggen. Alsof ook de realiteit door het scherm werd opgeslorpt.
De huidige pandemie en het thema van dit boek tonen dat mensen de weg verliezen tussen het reële en het virtuele. Enkel virtueel en je hoort niets anders dan depressie, eenzaamheid, gebrek aan knuffelcontacten, aanraking, de touch van mens tot mens. Zet alle informatiekanalen op slot en opeens is de chaos in deze samenleving compleet. Vliegtuigen verdwijnen van de radar, ziekteverwekkers krijgen vrij spel, kernwapens zijn uitgeschakeld en de kleine oorlogen nemen ongecontroleerd toe.
Beklijvende roman die de kwetsbaarheid van de moderne mens op deze planeet op een andere manier beschrijft.
Grensgebieden, Gerald Murnane, Signatuur, 2021*****
Dit werk vraagt werk van de lezer. Beperkt qua aantal bladzijden, maar wat er staat… lees je niet zomaar. Er zijn weinig feiten in het relaas. Het is een terugblik van een oude man op zijn leven. Die terugblik wordt opgebouwd via ogenschijnlijk toevallige waarnemingen: een vogel, een kerkklok, een kind dat lijkt op… Dan gaat de auteur hierop in en wikkelt als het ware een spinsel rond de start. Zeer associatief. Wie dacht dat Virginia Woolf het summum van associatief schrijven voorstelt, zal zijn of haar mening moeten herzien na het lezen van dit boek.
Het vraagt erom om meegesleept te worden. Je te laten gaan in zinnen die draaien en keren, spiraalsgewijze terugkomen op het uitgangspunt en toch iets anders vertellen. Je weet niet precies waar alles (maar ja, wat is alles hier?) zich afspeelt. Je merkt restanten van een katholiek verleden, van een internaat, van heel veel lezen en hoe literatuur de kijk verandert. Er is een continue wisselwerking tussen wat de ik-figuur denkt en datgene wat hij ziet en hoe datgene wat hij ziet hem terug aan iets doet denken.
Een fabuleus boek. Voor mij alvast een van de topboeken die ik dit jaar las.
Fictie, spannend
De bibliotheek van Parijs, Janet Skeslien Charles, Uitgeverij Luitingh-Sijthoff, 2020****
Een mooie invalshoek en ook met goed leesdebiet geschreven. Een turfje van iets meer dan 400 bladzijden dat geen moment verveelt. Het verhaal gaat over hoe de Amerikaanse bibliotheek van Parijs tijdens de bezetting van de nazi’s tot een plaats van verzet uitgroeide. Bibliotheekmedewerkers ontpopten zich tot stille helden en redden op die manier veel mensen van deportatie en een gewisse dood.
Het verhaal is opgebouwd als een tweespoor: het ene dus Parijs tijdens WO II. Het andere in Montana ruim veertig jaar later. Odile is de bindende figuur. Het leven van die decennia hebben haar getekend en geleerd dat weinig in oorlogstijden zwart-wit is. Dat te snel zijn met een oordeel soms fataal kan worden voor een ander. Maar het ontwapenende van de jeugd maakt onverwacht openingen.
Gebaseerd op waargebeurde feiten en verder aangedikt met een zweempje tragiek en romantiek. Op een of andere manier deed het me denken aan ‘Onder moeders vleugels’ en ‘Alleen op de wereld’. Leven en keuzes maken in een wereld die je zelf absoluut niet in handen hebt.
Een boeiend spannend ontspannend boek.
Non-fictie
De verdwenen piano’s van Siberië, Sophy Roberts, Ambo/Anthos, 2021****
Een kunstzinnig, journalistiek reisverhaal in een land dat zowel afschrikt als tot de verbeelding spreekt. Siberië. Het woord alleen al doet je rillingen krijgen. Maar de auteur is vastberaden en zoekt tijdens wintertijden naar piano’s in Siberië. Al bij al een vreemd idee...
Ondanks de kilte en de koude van het leven daar, geeft dit boek warmte. Warmte en een glimlach. Geen piano gevonden? Verdwenen? Op naar de volgende. Je maakt een reis mee, je ontmoet mensen, je ziet hoe natuur en cultuur soms een fusie maakten en soms ook tot desintegratie leidden.
Ik vond dit een mooi, ontroerend, leerzaam en bij wijlen grappig boek. Je leert een land kennen die meer dan Europa omspant. Een onbekend gegeven waar ook mensen, zoals jij en ik, wonen. Soms gedeporteerd, soms omwille van economische redenen daar hun stek vonden en er nog altijd blijven. De kou snijdt. De snaren lijden. Het boek leest als een trans-Siberische express.
Voor zowel reisliefhebbers, kunstenaars, musici en Russian lovers... een aanrader.
Schemervluchten, Helen Macdonald, Bezige bij, 2021***
Na ‘H is for hawk’, een van mijn favoriete boeken ooit, snelde ik als een slechtvalk naar de boekenhandel. Zo benieuwd was ik.
De teleurstelling om slechts drie sterren te willen geven, is des te groter.
De sterren verdient deze auteur omwille van haar ‘bezetenheid’ met alles wat leeft in de natuur. Wat je leest in de korte essays die als een ‘schemervlucht’ lezen, is altijd natuurgetrouw. Je leert dus enorm veel van een diversiteit aan habitat, van gewone en minder gewone dieren. Niet alleen vogels.
De titel is goed gekozen. Omdat haar verhaal over de gierzwaluwen, hun schemervluchten, een van de beste stukken zijn uit het boek.
Je leert enorm veel en je baalt. Je baalt omdat de auteur zichzelf te veel in de kijker zet. Haar depressies, haar twijfels, haar verleden… Wie bewijs je een dienst met je te vereenzelvigen met een soort die graag ‘wild’ is en ‘natuurlijk’ moet blijven?
In deze tijden had ik geen boodschap aan zwakte. Ik zocht verhalen van natuur die me leerden relativeren. Vreemd dat net Macdonald dat niet heeft geleerd. Hoe je gewoon gewoon moet blijven als je dieren en natuur liefhebt. Geef dat leven een eerste plaats. Als je de mens als ondergeschikt predikt, hoef je niet elke traan te beschrijven.
De gewiekste vogelgids, Nico de Haan en Elwin van der Kolk, ANWB, Kosmos, 2021*****
Sinds vorig jaar, Corona-tijden, wordt wandelen een nieuwe bezigheid. Tijd in open lucht en vogelkijken in een vlucht. Zo ontstaat een nieuwe hobby, een nieuwe manier van kijken terwijl je beweegt. Het lijkt wel een beetje op jagen maar is godzijdank ongevaarlijk voor alles wat leeft. Dankzij mijn vader leerde ik mijn lesjes nog voor ik 12 jaar was. Mijn eerste spaarcenten waren op 15-jarige leeftijd besteed aan een verrekijker. Intussen heb ik er twee liggen. En vogelkijken doe ik nog altijd. Als amateur. Ik ben geen pro. Maar als je wandelt en je wil naderhand ontdekken wie die gevleugelde was, dan moet je op zoek.
Mijn favoriet, eigenlijk mijn dagboek vogelkijken is en blijft de ANWB-gids. De oude is volgeschreven, de nieuwe nog maagdelijk maar omdat én klimaat verandert én vogels ook andere standplaatsen kiezen, kocht ik er al een tweede.
Benieuwd dus naar ‘De gewiekste vogelgids’. Het overtrof mijn verwachtingen. Omdat het precies volgt wat je doet als je een vogel opmerkt. Je kijkt en ziet kleur. Daarna denk je na, wat deed die vogel? Dan denk je; waar was ik dan? En hoe zag die vogel er uit? Welke vorm had die?
Een gids die je leidt. Meer kan een gids niet zijn. Wij deden de proef na een uitstap in De Blankaart, Diksmuide (Woumen). Op het pad voor ons, een koppeltje. Pront rechtop. Wat geel en goed getekend in de vleugels. Polderland, moerassen, turfgebied. Mijn partner zocht in deze gids, ik in de ANWB-vogelgids. Tapuiten. Zij had het eerder gevonden dan ik.
Dit is een absolute aanrader voor beginnende vogelspotters. De gids volgt jouw gedrag in het kijken. En dat leidt dus snel naar de juiste naam. Eentje om af te vinken, dit boek!