Deze pagina afdrukken
Woensdag, 04 november 2020 08:21

Een lezer blogt: Annick Vansevenant

Gelezen XV

 

Annick Vansevenant

voor De Zondvloed Boekhandel/ R &M

Editie november 2020

 

Fictie literair

 

De avond is ongemak, Marieke Lucas Rijneveld, Uitgeverij Atlas Contact, 2020****

‘Brute schoonheid’, zo klonk het oordeel van de jury van de International Booker Prize die deze auteur won als eerste Nederlandstalige. Zelf opgegroeid in een polderdorp in de ‘Lage Landen’ was ik uiteraard enorm nieuwsgierig. Wat in mij opkwam tijdens het lezen: ‘rauwe rouw’ en ‘dierlijke sensualiteit’. De hoofdfiguur, een jong pubermeisje van zo’n 13 jaar, rouwt om haar broer die door het ijs zakte bij de oversteek naar ‘de andere kant’. Ze leeft in een godvruchtige protestantse familie ergens in de rand van de Bijbelgordel (dat laatste wordt niet expliciet gezegd). Vader en moeder kunnen niet om met de rouw, willen troost vinden in Gods Woord maar glijden af; de vader in eenzaamheid en rebellie, de moeder in anorexia. De tweede zoon krijgt alle kans om zijn wraak wreedaardig uit te proberen op plant, dier en mens. De hoofdfiguur walgt van haar bestaan, weigert ook maar iets van zichzelf af te staan. Schijten doet ze niet meer. Ze doet haar jas nooit meer af en verzamelt in de jaszakken de nieuwe relikwieën van haar leven. Ze wordt dan ook ‘Jas’ genoemd. Af en toe is er een glimp van contact bij schoolvriendinnen. Maar het wantrouwen zit diep, de toonaard soms bij de beesten af.

De stijl is kordaat, rauw, cynisch. Maar ook zeer herkenbaar voor wie in de jaren ’70-’80 opgroeide in dat soort niemandsland. Verliefd worden op Boudewijn De Groot, willen geloven en niet meer kunnen geloven, … Een aangrijpende vertaling van een leven zonder stedelijke invloeden. Tja, en wat die Joden doen in hun kelder jaren later? Verborgen voor het aangezicht van de buitenwereld? Dat blijft je bezighouden. Een bewuste tijdsverwarring die achteraf doet glimlachen. Maar verklappen doe ik niet. Lees het zelf.

Een zeer mooi boek dat mij deed denken aan ‘De melkboer’ van Anita Burns en toch helemaal anders. Maar iets van dat rauwe, dat ruwe van het platteland en de achterdocht… hebben ze wel gemeenschappelijk. Het boek is misschien net iets te lang om herhalingen tegen te houden. Anders kreeg Rijneveld een 5. Maar ja, die kreeg ze toch al… internationaal. Kortom: een aanrader al is het boek niet aan te raden voor gevoelige lezers.

 

Beest, Ane Riel, Uitgeverij Prometeus, 2020****

Een boek met een origineel plot dat zweeft tussen roman en literaire thriller. Vergeet de eerste honderd bladzijden. Lees ze om te kunnen volgen. Deze blinken niet uit qua sfeer of literaire hoogstandjes al is het duale spoor van twee chronologische lijnen een houvast en belofte voor de rest van het boek. Een buurjongen die verliefd wordt op z’n buurvrouw die daarna kiest voor een andere man en kort daarop een zoon krijgt met toch wel vreemde trekjes. Honderd keer gelezen, duizend keer gezien. Maar dan wordt het vreemd: de buurjongen wordt eigenlijk de peetvader van de zoon van zijn grote onbereikbare liefde. Een liefde die later opnieuw vuur vat maar door de tijd gedoemd is tot doven en louter as wordt. Liefde is hier het thema en ‘Beest’ de ruwheid symboliseert waarmee de normaliteit omgaat met een andersoortige liefde. Liefde tussen een generatie, verboden liefde, liefde en zorg voor mensen met een afwijking. De laatste 150 bladzijden verklaren mijn 5 sterren. Omdat ik niet snap hoe je als auteur dit soort liefde tussen mensen een plaats kan geven, terwijl het een liefde is die noch als hetero, homo, trans, non-binair… kan bestempeld worden. Het is gewoon gewoon: liefde en zorg. Een soort inherente gegevenheid die de mens tot mens maakt in een zeer aparte context.

Emotionele lezers houden best een zakdoekje bij naar het einde.

 

In de wacht, Alfred Birney, De Geus, 2020****

Je kreeg een hartaanval, je bent zestiger en ligt ergens in een Nederlands hospitaal te wachten als een Nederlander met andere migratieachtergrond. Die achtergrond wordt zeer divers uitgespit overigens. Driehonderd bladzijden vanuit een ziekbed beschrijven en een vrij ruim tijdperk in breedbeeld nemen; dat kan Birney dus. Soms hilarisch, soms beklijvend en soms ongemakkelijk voor lezers zoals ik die het onderscheid tussen Hindostaan en Hindoestaan niet vat. Maar misschien is het net dat wat de auteur wil: voel je maar even ongemakkelijk als ‘super’-Hollander als je dit leest want dit stelt niets voor in vergelijking met wat wij door jullie superioriteitsgevoel verplicht werden te ondergaan. Wat dus een zeer individueel getinte roman is (en blijft), wordt tegelijk een scherm waarop een kritisch maatschappijbeeld wordt geprojecteerd. Zoals in een ziekenkamer het nauwelijks zichtbare tv-scherm een journaal toont met actualiteit en je dat onaandachtig bekijkt omdat je geen abstractie kan maken van wie je op dat moment bent. Nog bent. Nog even bent. Ook en vooral jouw lichaam.

Een mooi boek, ook maar niet alleen voor wie in de zorg werkt. Toch kan dit boek echt wel dienen als verplichte lectuur voor hoger onderwijs zorg- en verpleegkunde.

 

De nieuwe rivier, Eva Meijer, Das Mag Uitgever, 2020****

Bevreemdend boeiend. Ecologisch en af en toe esoterisch. Het is niet helemaal mijn ding als ik het omschrijf en toch heb ik het boek met plezier en met aandacht gelezen. De setting is (?) Zuid-Amerikaans, de filosofie erachter Westers, het detectivegehalte noppes. Maar wat dit boek uitstekend weergeeft, ook door de variatie aan stijl, is het ongemak van mensen in deze natuur en het zichtbare ongemak van een natuur beheerst door mensen. Voor mij toch een hoogstandje van literaire synthese in een wereld waar niets meer samenvalt maar waar wezens die overleven of ze nu mens, dier, plant of rivier zijn…. elkaar toch herkennen, moeten erkennen en samenhangen in een brute omgeving.

Waarover gaat het boek dan, zal je vragen als Zondvloed-blogger. Nee. Ik weiger een samenvatting te geven omdat het geheel caleidoscopisch is. Een ding is zeker: verwacht er geen eco-detective van. Dit is geen Agatha Thunberg-mysterie noch een Greta Christa-whodunit. Het is een goed boek omdat het zich niet laat vangen in één gat.

 

 

(Auto)biografie

 

De hofdame, Anne Glenconner, Ambo/Anthos Amsterdam, 2019****

“Mijn bijzondere leven in de schaduw van de Britse kroon”, aldus de ondertitel op de cover versierd met de foto van een dame met een zeer eigenaardig hoofddeksel. Dan denk je automatisch; of Waregem Koerse of Engeland. Het laatste dus. Een boek voor royaltywatchers? Absoluut niet. Eerder een boek om het rare, exotisch aandoend Britse koninkrijk beter te begrijpen, zeker in deze continue non-exit Brexit-tijden. Glenconner was de hofdame van prinses Margaret. Ze werd geboren in Norfolk (Holkham) op een enorm landgoed op een 15-tal kilometers van Sandringham. Het jachten en jagen deden haar ouders, de graven van Leicester, samen met de koninklijke familie. Daar begint een verhaal die tegelijk irritant, degoutant en amusant is. Enfin, het boek leest als een trein. Maar zelfs achter dit eerlijke verhaal van een 88-jarige merk je het verdriet, de eenzaamheid, het onbegrip. Meer nog, op het eind van het verhaal lees je cru over de onrechtvaardigheid om als vrouw geboren te worden in adellijke context. Neem dan nog een zoon die sterft aan Aids, een andere zoon met zware psychische problemen en een psychotisch rijke man die graag juwelen koopt voor de koninklijke familie maar waarvan je uiteindelijk niets erft. Met humor en liefde dit beschrijven, is een pronkstuk. Dat was ze, ook, deze hofdame. Maar toch iets meer. Misschien op de verkeerde plaats en te vroeg geboren. Al zegt ze dit niet zelf. Daarvoor is ze te trots en te Brits. Dat is precies wat voor ons exotisch overkomt.

Een absolute aanrader voor wie denkt te behoren tot de elite en voor wie elite verafschuwt. Daartussenin vind je dan, letterlijk tussen de regels, een leven dat ook voor ‘gewone’ stervelingen niet vreemd is.

Sontag, Benjamin Moser, De Arbeiderspers, 2019*****

Deze biografie trof me als een mokerslag. Als feministe in de jaren ’90 was Sontag een must. De brede blik, haar ideeën over kunst was ‘de’ stem van ‘de’ vrouw. In mijn lijstje van favorieten vind je overigens nog altijd een van haar zeldzame romans ‘De vulkaanminnaar’.

Maar wat een mens was dat… Het boek nam mijn warme gevoelens voor Sontag weg. Maar anderzijds groeide ook mijn respect voor haar ijver, de ambitie, dat eeuwige willen de eerste zijn. Dat is meer dan een idee. Daar moet je dag na dag voor vechten en werken, je opwerken en altijd voortdoen. Tot daar het respect. Maar de ijver die soms naijver werd, kon me niet bekoren. Sontag was geen aaibare, geen lieve. Ze was echt een bitch met een enorme intellectuele capaciteit om te onthouden en te verwerken.

Dit is wat een biografie moet zijn. Idolen plaatsen als mens in de context van elk moment van hun leven. In deze biografie zie je de tijdsgeest van midden vorige eeuw tot de millenniumwissel. Een monument van een boek over een monument van een vrouw die af en toe van haar sokkel valt.

Het zette me aan om in mijn bescheiden bib even alle werken na te gaan van Sontag. Ik had er meer dan ik dacht. Herlezen met dit werk in mind: heerlijke Covid-lectuur.

 

Non-fictie

 

Simon Stevin van Brugghe, Guido Vanden Berghe, Dieter Viaene, Ludo Vandamme. Uitgeverij Sterck & Devreese, 2020***

Eindelijk, zucht je dan. Eindelijk, denk je dan. Eindelijk een erkenning voor een intellectuele breedhoekdenker waarvan de meeste Belgen niets meer weten dan dat de man een standbeeld kreeg op het gelijknamige plein in Brugge en dat hij de ‘uitvinder’ is van de decimale getallen.

Het boek is opgebouwd uit drie delen. Het eerste deel zet Brugge in de kijker ten tijde van Stevin. Daarna volgt een levensschets om te eindigen met een derde deel dat vooral de ‘cijfermatige’ en praktische vernieuwingen toelicht die aan hem te danken zijn. Alle delen zijn goed gedocumenteerd en leren ook meer over de 16de eeuw hier in de Lage Landen.

Een mooie combinatie van geschiedenis, proberen en uitproberen, en hoe een boekhouder eigenlijk de eerste mathematicus werd. Hij introduceerde zelf het woord ‘wiskunde’. Want dat was ‘Stevin van Brugghe’: boekhouder en dus altijd bezig met cijfers en het berekenen van interest. Opnieuw leert de geschiedenis dat uitvindingen beginnen bij een volgehouden praktijk en bij het stellen van vragen bij de onvolmaaktheden die vanzelfsprekend lijken. Overigens maakte de man ook ontwerpen voor sluizen, gaf hij regels aan voor een ‘behoorlijke’ omgang. Tja, van Stevin kunnen we veel leren. Ook dat je verder mag gaan, grenzen mag overschrijden. Uiteindelijk was hij misschien meer Leidens dan Brugs. Maar ja, daar zullen de vele Brugse auteurs van een teveel aan voorwoorden het niet met mij eens zijn.

Het boek is mooi vormgegeven, met goed beeldmateriaal van authentieke documenten. Het leest vlot door omdat de delen altijd andere aspecten belichten. Je blijft verbaasd hoeveel aparte domeinen baat hebben bij goed inzicht. Mocht Simon Stevin nu opnieuw geboren worden, stond hij stevig in zijn schoenen als de nieuwe Steve Jobs.

Tip voor het toerismebureau Brugs Ommeland: waarom werd er nooit een Stevin-route gemaakt?

 

Hoe ouder, hoe beter, Daniel J. Levitin, Uitgeverij Pluim, 2020***

Iedere dag in de spiegel kijken, helpt niet. Het zijn vooral de non-verbale reacties van mensen die jou jarenlang niet meer zagen. Ben jij dat? Dan besef je dat de tijd sporen nalaat en dat je lichaam, jouw gelaat, veroudert. In eigen gedachten, louter mentaal, kan je je 35 jaar voelen. De spiegel spiegelt je leeftijd en dat is precies wat de auteur van dit boek niet leuk vindt. Ga de uitdaging aan en gebruik het reservoir van wat je hersenen hebben opgebouwd en opgeslagen aan ervaring op een goede manier. Oordelen en zelfs sneller én juister oordelen is een voorrecht van mensen met ervaring. Dat is een opsteker.

Maar er zijn randvoorwaarden: de gezondheid moet goed blijven, de kansen tot ontwikkeling moeten ook voor jouw portefeuille betaalbaar blijven. Dan zijn voorbeelden à la Jane Fonda misschien te Amerikaans en dus niet navolgbaar. Alles gaat goed zolang alles goed gaat en dan speelt leeftijd een mindere rol. Het glamourverhaal van een paar krasse, rijke Amerikanen is niet direct een stimulans. Gelukkig gaat de auteur iets dieper dan dat soort voorbeelden. De oproep om nieuwsgierig te blijven, te willen bijleren, te blijven bewegen… blijft natuurlijk belangrijk. Jarenlang sudoku’s oplossen om dementie tegen te gaan, helpt niet. De auteur is schatplichtig aan Kahneman: na 720 uur ‘ken’ je het spel intuïtief en leer je niets meer bij. Je maakt geen nieuwe schakelingen in je hersenen. Dus af en toe iets nieuws proberen, is de boodschap: schakelen van Sudoku naar een game, leer een andere taal of zoek het licht. Maak van je dagen geen nachten. Licht brengt duidelijkheid en ook geluk. Voor chronische pijn zonder een direct verband met een specifieke aandoening helpt enkel bewegen. Bewegen doet pijn maar helpt de pijn bestrijden.

En nog leuk: aandacht verscherpt zich als je afwisselt tussen focussen en de dagdroommodus. Omdat in die laatste- vaak onderschatte- fase, je hersenen zaken opnieuw en anders ordenen. Op dat moment word je creatiever dan je denkt en… jonger dan je denkt.

Kortom, een toegankelijk boek met een degelijke wetenschappelijke basis. Stoor je niet aan het Amerikanisme à la Jane-Fondaïsme.

 

De Bourgondiërs, Bart Van Loo, De Bezige Bij, 2019**

Bejubeld, een van de best-sellende auteurs in onze contreien en wie weet straks ook de aanvoerder van de Vlaamse Canon gezien de ondertitel ‘Aartsvaders van de Lage Landen’? De podcast en radio-uitzendingen maken van Bart Van Loo een historisch entertainer. Dat is precies wat zijn boeken ook zijn; entertainment met historie verweven. De pluspunten zijn legio: het boek leest vlotjes weg, de details zijn pittoresk, de view adembenemend. Je moet het maar kunnen: Bourgondië beschrijven als een bourgondiër.

Toch stoort me iets in dit werk. De stijl van het overdrevene, het zoeken naar het te pikante, het vergelijken met een heden dat niet te vergelijken is met dat verleden,... Zo’n boek is niet mijn ding omdat de mix de geloofwaardigheid ondermijnt. Geef mij maar Duby, Pernaud, Ariës. Deze auteurs waren voor mij het startpunt van een historische interpretatie vertrekkend vanuit het leven van alledag. Daar kan Van Loo niet tegenop. Hij vertegenwoordigt een ander genre. Game of Thrones noemen we science fiction. Terecht. Maar te vaak bezondigt deze auteur zich aan het gamen met historische feiten.

Gelezen 6449 keer Laatst gewijzigd op Vrijdag, 06 november 2020 10:00